Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van de artikelen 5, tweede lid, 19, 20, 21, 23 en 26, tweede lid van de Landsverordening personenvervoer |
Citeertitel | Landsbesluit personenvervoer |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
De bijlagen/modellen zijn niet gepubliceerd
Landsverordening personenvervoer, artikel 5, artikel 19, artikel 20, artikel 21, artikel 23 en artikel 26
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | geconsolideerde tekst (GT) | 21-02-2013 AB 2013, GT no. 112 | n.v.t. | ||
16-09-1997 | nieuwe regeling | 28-08-1997 AB 1997, no. 37 | n.v.t. | ||
16-03-1990 | 01-11-2007 | art. 2 | 28-02-1990 AB 1990, no. 2 | ||
24-08-1981 | 01-11-2007 | art. 1, 2 | 22-08-1981 AB 1981, no. 8 | ||
01-05-1978 | art. 13 | 13-04-1978 AB 1978, no. 3 | |||
01-01-1974 | art. 13 | 08-01-1974 AB 1974, no. 1 | |||
26-08-1970 | 24-08-1970 AB 1970, no. 4 | nieuwe regeling |
Een motorrijtuig wordt niet door een vergunninghouder in dienst gesteld of na wijziging opnieuw in dienst gesteld dan na te zijn onderzocht en goedgekeurd door een daartoe door de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie, hierna te noemen: de minister, aangewezen keuringsambtenaar.
Bij goedkeuring wordt in het keuringsbewijs bepaald tot wanneer de goedkeuring van kracht is; dit tijdstip kan niet later worden gesteld dan twaalf maanden na de dag tot welke de vorige keuring van kracht was, met dien verstande dat voor een motorrijtuig, dat na laatstbedoeld tijdstip onderzocht wordt, de goedkeuring van kracht is tot uiterlijk twaalf maanden na de dag, waarop het onderzoek plaats vindt.
Ten bewijze van de in het eerste lid bedoelde verzekering moet op de achterzijde van het in het motorrijtuig aanwezige keuringsbewijs een verklaring van of namens de verzekeraar zijn gesteld, dat de in het eerste lid bedoelde verzekering is gesloten met vermelding van de datum tot welke de verzekeringspremie is betaald.
Bij de vaststelling van het aantal passagiers, bedoeld in artikel 5, onder f, wordt met kinderen beneden vier jaren, waarvoor geen afzonderlijke plaats wordt verlangd, geen rekening gehouden en worden twee op dezelfde bank van een grote autobus geplaatste kinderen beneden tien jaren voor één passagier en drie op dezelfde bank geplaatste kinderen van ouder dan tien, doch beneden veertien jaren, voor twee passagiers gerekend.
Het is de houder van een vergunning tot het uitoefenen van een autobusdienst, tot het vervoer van personen met een taxi of tot het uitvoeren van toerwagenritten verboden een motorrijtuig in dienst te stellen of te doen stellen:
De houder van een vergunning tot het uitoefenen vaneen autobusdienst is verplicht te zorgen dat:
Het tarief, dat door de houder van een vergunning tot het uitoefenen van een autobusdienst met grote autobussen maximaal berekend mag worden is NAf 0,75 per passagier per rit, zoals deze in de vergunning is omschreven.
De houder van een vergunning tot het uitoefenen van een autobusdienst met een kleine autobus brengt maximaal het tarief in rekening dat overeenkomstig dit artikel is vastgesteld voor de route waarvoor vergunning is verleend, met dien verstande dat geen vergoeding in rekening wordt gebracht voor het vervoer van:
3.In afwijking van het tweede lid zijn de maximum tarieven voor het vervoer van personen tussen middernacht en 04:00 de volgende:
Het is de houder van een verhuurautovergunning verboden een motorrijtuig te verhuren of te doen verhuren, indien:
Het is de houder van een verhuurautovergunning verboden een verhuurauto (met of zonder bestuurder) af te leveren of te doen afleveren bij het vliegveld of aan de grote pier.
Het vergunningsbewijs wordt ingericht volgens het bij dit landsbesluit behorende model (model no.3).
De rijvergunning wordt ingericht volgens het bij dit landsbesluit behorende model (model 4), met dien verstande, dat wanneer een rijvergunning wordt uitgereikt aan een persoon, die niet zelf vergunninghouder is, hiervan blijkt door een diagonale streep over de linker bovenhoek van de rijvergunning in rode inkt.
Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen jaar is verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een gelijke overtreding onherroepelijk is geworden of vrijwillig is voldaan aan de voorwaarde door de bevoegde ambtenaar van het openbaar ministerie krachtens artikel 76 van het Wetboek van Strafrecht gesteld, kan hechtenis of geldboete worden opgelegd tot het dubbele van het voor elk gestelde maximum.