Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 4, vijfde lid, van de Landsverordening personenvervoer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 4, vijfde lid, van de Landsverordening personenvervoer
CiteertitelLandsbesluit commissie personenvervoer
Vastgesteld doorregering
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening personenvervoer, artikel 4

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010geconsolideerde tekst (GT)

21-02-2013

AB 2013, GT no. 110

n.v.t.
08-10-1981art. 2

05-10-1981

AB 1981, no. 9

n.v.t.
26-08-1970

24-08-1970

AB 1970, no. 3

nieuwe regeling

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 4, vijfde lid, van de Landsverordening personenvervoer

 

 

Artikel 1
  • 1.

    De commissie personenvervoer, verder te noemen "de commissie" is gevestigd te Philipsburg en heeft als correspondentieadres het Bestuurskantoor.

  • 2.

    De leden worden benoemd voor twee jaar.

    • a.

      In opengevallen plaatsen wordt door de Minister van Toerisme, Economische zaken, Verkeer en Telecommunicatie, hierna te noemen: de minister, binnen 30 dagen voorzien.

    • b.

      Degene, die ter vervulling van een tussentijdse opengevallen plaats is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop het lid, in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden.

    • c.

      De aftredende leden zijn gedurende de eerste twee jaren na hun aftreden niet herbenoembaar.

  • 3.

    De minister wijst uit de leden een ondervoorzitter aan, die de voorzitter bij belet, afwezigheid of ontstentenis vervangt.

  • 4.

    De minister kent aan de leden een vergoeding per vergadering en aan de secretaris een vergoeding per maand toe.

Artikel 2
  • 1.

    De commissie brengt advies uit aan de minister met betrekking tot een aanvraag om verlening, wijziging, overschrijving, vernieuwing of intrekking van een vergunning ingevolge de Landsverordening personenvervoer.

  • 2.

    De commissie adviseert in alle andere aangelegenheden het personenvervoer met motorrijtuigen betreffende, hetzij op verzoek van de minister, hetzij op eigen initiatief.

  • 3.

    De commissie is bevoegd de minister voorstellen te doen inzake het personenvervoer met motorrijtuigen.

Artikel 3
  • 1.

    De commissie vergadert op plaats, dag en uur, die de voorzitter bepaalt.

  • 2.

    De voorzitter is verplicht de commissie bijeen te roepen indien meer dan de helft van de leden van de commissie het verlangen daartoe te kennen geeft.

Artikel 4

De commissie kan slechts vergaderen indien tenminste vier leden, waaronder de voorzitter of de ondervoorzitter, aanwezig zijn.

Artikel 5

Indien de stemmen over enige aangelegenheid staken, beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 6

De voorzitter doet de secretaris een verslag opmaken, bevattende een beknopt verslag en samenvatting van het in de vergadering verhandelde, welk verslag op de eerstvolgende vergadering aan de commissie ter goedkeuring wordt voorgelegd.

Artikel 7

De secretaris houdt van elke vergadering een presentielijst bij, die door de voorzitter, na afloop van de vergadering voor akkoord wordt getekend.

Artikel 8

De commissie behandelt aanvragen, die haar voor advies worden toegestuurd, zo spoedig mogelijk.

Artikel 9

De commissie houdt met haar advies in het bijzonder rekening met:

  • a.

    de hoedanigheid van de aanvrager;

  • b.

    de rijvaardigheid van de aanvrager;

  • c.

    de frequentie van de te rijden route; en

  • d.

    de feitelijkheden, die nodig zijn voor een goede uitvoering van de Landsverordening personenvervoer.

Artikel 10
  • 1.

    De voorzitter doet de secretaris een advies opstellen, bevattende de gevoelens van de meerderheid met betrekking tot elke in de vergadering behandelde aangelegenheid, welk advies met de eventueel ontvangen stukken aan de minister wordt teruggezonden.

  • 2.

    Indien door de minister van het advies van de commissie wordt afgeweken, worden de redenen van die afwijking schriftelijk ter kennis van de commissie gebracht.

Artikel 11

Dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan worden aangehaald als "Landsbesluit commissie personenvervoer". [regelt de inwerkingtreding]