Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING houdende regels terzake van de basisadministratie van persoonsgegevens

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieSint Maarten
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING houdende regels terzake van de basisadministratie van persoonsgegevens
CiteertitelLandsverordening basisadministratie persoonsgegevens
Vastgesteld doorregering en Staten gezamenlijk
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Uitvoeringsbesluit basisadministratie persoonsgegevens

Mandaatbeschikking basisadministratie persoonsgegevens

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-201030-05-2015geconsolideerde tekst (GT)

21-02-2013

AB 2013, GT no. 16

onbekend
01-03-2003art. 4, 7, 27a

20-01-2003

AB 2003, no. 4

onbekend
29-01-1999nieuwe regeling

20-01-1999

AB 1999, no. 1

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende regels terzake van de basisadministratie van persoonsgegevens

Hoofdstuk I

Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1. In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      basisadministratie: de administratie, bedoeld in artikel 2;

    • b.

      andere basisadministratie: de geautomatiseerde basisadministratie van Aruba, Curaçao, Bonaire, Sint Eustatius of Saba met persoonsgegevens over de bevolking;

    • c.

      persoonslijst: het geheel van gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid, over een persoon in de basisadministratie;

    • d.

      ingeschrevene: degene ten aanzien van wie een persoonslijst is opgenomen in de basisadministratie of een andere basisadministratie;

    • e.

      ingezetene: de ingeschrevene op wiens persoonslijst niet het gegeven van zijn overlijden of zijn vertrek uit Sint Maarten naar een ander land dan Aruba of Curaçao, of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba, dan wel zijn uitschrijving naar een andere basisadministratie is opgenomen;

    • f.

      inschrijving: de opneming van een persoonslijst in de basisadministratie;

    • g.

      uitschrijving: de overdracht van een persoonslijst naar een andere basisadministratie;

    • h.

      adres: het adres waar betrokkene woont, of bij ontbreken hiervan een adres waar betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden het merendeel van de tijd zal overnachten;

    • i.

      afnemer: een overheidsorgaan, een daaronder ressorterende dienst of een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, als zodanig aangewezen bedrijf of instelling met een publiekrechtelijke taak in Sint Maarten;

    • j.

      derde: elke andere persoon of instelling dan een afnemer en de ingeschrevene;

    • k.

      gegevensuitwisseling: het verstrekken van informatie over een ingeschrevene aan een andere basisadministratie;

    • l.

      gegevensverstrekking: het verstrekken van informatie uit de persoonslijst van de ingeschrevene aan afnemers of derden;

    • m.

      de minister: de Minister van Algemene Zaken.

  • 2. Onder adres wordt mede begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand- of ligplaats heeft.

Artikel 2

Er is een geautomatiseerde basisadministratie met persoonsgegevens over de bevolking.

Artikel 3

  • 1. De minister is houder van de basisadministratie.

  • 2. De beheerder van de basisadministratie is de ambtenaar belast met de leiding van de dienst die verantwoordelijk is voor het bijhouden van de basisadministratie.

  • 3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld omtrent het beheer, de technische en administratieve inrichting, de werking en de beveiliging van de basisadministratie.

Artikel 4

  • 1. De basisadministratie heeft tot doel de afnemers te voorzien van gegevens, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de vervulling van hun publiekrechtelijke taken.

  • 2. De basisadministratie heeft mede tot doel:

    • a.

      een derde te voorzien van algemene en bijzondere gegevens, in bij of krachtens deze verordening aangewezen gevallen;

    • b.

      een ingeschrevene te voorzien van de hem betreffende algemene gegevens.

Hoofdstuk II

Het bijhouden van de basisadministratie

Afdeling 1

Algemene bepalingen

Paragraaf 1

HET INSCHRIJVEN EN UITSCHRIJVEN

Artikel 5
  • 1. Inschrijving in de basisadministratie vindt plaats op grond van de geboorteakte, de aangifte van verblijf en adres, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van betrokkene of ambtshalve.

  • 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen categorieën personen worden aangewezen die in verband met hun bijzondere verblijfsrechtelijke status niet in aanmerking komen voor inschrijving.

  • 3. Alleen ingeschreven worden personen die beschikken over een geldige verblijfstitel.

Artikel 6
  • 1. Op grond van de geboorteakte, opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand in Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius of Saba wordt het kind ingeschreven dat niet reeds is ingeschreven in de basisadministratie of in een andere basisadministratie, indien de moeder op de geboortedatum van het kind als ingezetene is ingeschreven. Ingeval de moeder niet als ingezetene is ingeschreven in de basisadministratie of in een andere basisadministratie, wordt het kind ingeschreven in de basisadministratie, indien de vader op de geboortedatum van het kind ingezetene is.

  • 2. Als datum van inschrijving geldt de geboortedatum.

Artikel 7
  • 1. Op grond van zijn aangifte van verblijf en adres wordt degene die niet als ingezetene is ingeschreven in de basisadministratie en die naar redelijke verwachting gedurende een halfjaar ten minste twee derden van de tijd in Sint Maarten verblijf zal houden, als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie.

  • 2. De houder draagt ambtshalve zorg voor inschrijving, indien geen aangifte is gedaan door een persoon als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. De inschrijving van een persoon afkomstig uit Nederland, die zich in Sint Maarten vestigt, geschiedt niet dan nadat door hem een verhuisbericht, verstrekt door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar die persoon laatstelijk als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens in Nederland was ingeschreven, heeft overgelegd.

  • 4. In het geval dat anderszins blijkt dat het vertrek van de betrokken persoon is verwerkt in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens in Nederland waar hij laatstelijk als ingezetene was ingeschreven, of blijkt dat betrokkene daarin niet als ingezetene was ingeschreven, kan van het bepaalde in het derde lid worden afgeweken.

Artikel 8

Degene die is ingeschreven in de basisadministratie blijft daarin na zijn vertrek naar een ander land dan Aruba, Curaçao of Sint Maarten, of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba, dan wel na zijn overlijden ingeschreven. Alsdan wordt de bijhouding van diens persoonslijst opgeschort.

Artikel 9
  • 1. Uitschrijving geschiedt uitsluitend op grond van een mededeling van de houder van een andere basisadministratie dat hij heeft besloten tot inschrijving van de betrokken persoon in zijn administratie. De uitschrijving geschiedt terstond na ontvangst van de mededeling.

  • 2. Als datum van uitschrijving geldt de datum van inschrijving in de andere basisadministratie.

Paragraaf 2

HET OPNEMEN VAN PERSOONSGEGEVENS

Artikel 10
  • 1. In de basisadministratie worden over de ingeschrevene uitsluitend de volgende gegevens opgenomen:

    • a.

      algemene gegevens:

    1°. gegevens over de burgerlijke staat;

    2°. gegevens over curatele;

    3°. gegevens over het gezag dat over de minderjarige wordt uitgeoefend;

    4°. gegevens over de nationaliteit;

    5°. gegevens over de verblijfstitel;

    6°. gegevens over het adres, alsmede over het verblijf in Sint Maarten en het vertrek uit Sint Maarten ;

    7°. gegevens over de administratienummers van de ingeschrevene, de ouders, de echtgenoot, de eerdere echtgenoten en de kinderen;

    8°. gegevens over het ID-nummer van de ingeschrevene, de ouders, de echtgenoot, de eerdere echtgenoten en de kinderen;

    9°. gegevens over het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot of eerdere echtgenoot;

    • b.

      bijzondere gegevens:

    1 °. gegevens, noodzakelijk in verband met de uitvoering van de Paspoortwet;

    2°. gegevens, noodzakelijk in verband met de uitvoering van de Kiesverordening;

    • c.

      administratieve gegevens:

    1 °. gegevens in verband met de inschrijving en uitschrijving;

    2°. gegevens ter aanduiding van akten en andere geschriften waaruit algemene gegevens zijn verkregen, dan wel van de rechtsgrond krachtens welke gegevens over het Nederlanderschap zijn opgenomen;

    3°. gegevens ter aanduiding van de onjuistheid van een opgenomen algemeen gegeven of van strijd met de openbare orde van een opgenomen gegeven over de burgerlijke staat dan wel over een onderzoek naar die onjuistheid of strijdigheid, alsmede andere gegevens, noodzakelijk in verband met het bijhouden van de basisadministratie;

    4°. gegevens over de systematische verstrekking van gegevens;

    5°. gegevens over de niet-verstrekking krachtens artikel 29.

  • 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt nader bepaald welke algemene, bijzondere en administratieve gegevens worden opgenomen en worden regels gesteld met betrekking tot de verwijdering en de vernietiging van deze gegevens.

Artikel 11
  • 1. In de basisadministratie worden na de uitschrijving over de uitgeschreven persoon in ieder geval de volgende gegevens opgenomen:

    • a.

      verwijsgegevens:

      1°.        gegevens over de naam en de geboorte;

      2°.        gegevens over het administratienummer;

      3°.        gegevens over het land waar de persoon is ingeschreven, over het adres in dat  land en over de datum van inschrijving; 

    • b.

      administratieve gegevens in verband met de verwijsgegevens.

  • 2. Een verwijsgegeven dat in de basisadministratie is opgenomen, blijft daarin opgenomen, tenzij de betrokkene wederom in de basisadministratie als ingezetene wordt ingeschreven.

  • 3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt nader bepaald welke verwijsgegevens en wordt bepaald welke administratieve gegevens in verband met de verwijsgegevens worden opgenomen en worden regels gesteld met betrekking tot de verwijdering en de vernietiging van deze gegevens.

Artikel 12

Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt bepaald aan de hand van welke geschriften, in de daarbij aangegeven gevallen, gegevens als bedoeld in de artikelen 10 en 11 worden opgenomen in de basisadministratie.

Afdeling 2

De verplichtingen van de burger

Artikel 13
  • 1. Degene die naar redelijke verwachting gedurende een half jaar twee derden van de tijd in Sint Maarten verblijf zal houden en die beschikt over een geldige verblijfstitel, meldt zich binnen vijf dagen na aanvang van zijn verblijf in persoon bij de beheerder van de basisadministratie om schriftelijk aangifte te doen van verblijf en adres.

  • 2. De ingezetene die zijn adres wijzigt binnen het land, meldt zich binnen vijf dagen na wijziging van het adres in persoon bij de beheerder van de basisadministratie om schriftelijk aangifte te doen van adreswijziging.

  • 3. De ingezetene die gedurende een halfjaar ten minste twee derden van de tijd buiten het land in Aruba, Curaçao, Bonaire, Sint Eustatius of Saba zal verblijven, meldt zich binnen tien dagen voor zijn vertrek bij de beheerder van de basisadministratie om schriftelijk aangifte van vertrek te doen. Eenzelfde verplichting geldt voor de ingezetene die gedurende een jaar twee derden van de tijd buiten het land in een ander land dan Aruba of Curaçao, of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba zal verblijven.

  • 4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden nadere regels gesteld omtrent de gegevens die in het kader van de in het eerste tot en met derde lid genoemde verplichtingen door de betrokkene dienen te worden verstrekt en worden de gevallen geregeld waarin het eerste, tweede en derde lid niet van toepassing zijn.

  • 5. De ingezetene brengt zo spoedig mogelijk alle feiten, betreffende zijn burgerlijke staat en nationaliteit, die zich buiten Sint Maarten hebben voorgedaan, ter kennis van de beheerder van de basisadministratie en verschaft aan deze, desgevraagd in persoon, de inlichtingen en legt de geschriften over die noodzakelijk zijn voor het bijhouden van de basisadministratie. Op verzoek van de minister legt hij van een geschrift een door een beëdigde vertaler vervaardigde Nederlandse vertaling over.

Artikel 14

De echtgenoot en de nabestaanden tot en met de tweede graad van een ingeschrevene die in het buitenland is overleden, geven op verzoek van de minister aan de beheerder van de basisadministratie over dat overlijden, voor zover mogelijk, de inlichtingen en Ieggen de geschriften over die noodzakelijk zijn voor het bijhouden van de basisadministratie.

Artikel 15
  • 1. Verplichtingen als bedoeld in artikel 13 rusten op:

    • a.

      ouders, voogden en verzorgers van minderjarige personen, jonger dan 18 jaar;

    • b.

      ouders, voogden en verzorgers van minderjarigen vanaf 18 jaar, tenzij de minderjarige zelf aangifte heeft gedaan;

    • c.

      curatoren voor onder curatele gestelden.

  • 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt bepaald op welke instellingen verplichtingen rusten, bedoeld in artikel 13, indien betrokkene niet reeds zelf aangifte heeft gedaan.

Artikel 16

Verplichtingen, bedoeld in artikel 13, kunnen worden vervuld door:

  • a.

    de ouder en zijn meerderjarig kind, indien beiden hetzelfde adres hebben, voorelkaar;

  • b.

    echtgenoten die hetzelfde adres hebben, voor elkaar;

  • c.

    elke meerderjarige voor een persoon die hem daartoe schriftelijk heeft gemachtigd;

  • d.

    het hoofd van een instelling voor gezondheidszorg voor een in die instelling verblijvende persoon die wegens de toestand van zijn gezondheid niet is staat kan worden geacht aan zijn verplichtingen te voldoen of een machtiging daartoe te geven, dan wel de echtgenoot of de bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad van een zodanige persoon, onder overlegging van een schriftelijke verklaring van het hoofd van de desbetreffende instelling.

Afdeling 3

De rechten van de burger

Artikel 17
  • 1. De minister deelt een ieder op diens verzoek schriftelijk binnen vier weken mede, of hem betreffende gegevens zijn opgenomen in de basisadministratie. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht.

  • 2. De minister verleent een ieder op diens verzoek binnen vier weken inzage in hem betreffende gegevens in de basisadministratie. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht.

  • 3. De minister verstrekt op verzoek van de ingeschrevene binnen vier weken een afschrift van de hem betreffende gegevens die zijn opgenomen in de basisadministratie.

Artikel 18
  • 1. De minister voldoet binnen vier weken aan het schriftelijke verzoek van betrokkene de hem betreffende gegevens in de basisadministratie op de aangegeven wijze te verbeteren, aan te vullen of te verwijderen, indien de gegevens onjuist dan wel onvolledig zijn of ten onrechte zijn opgenomen. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht.

  • 2. De termijn, bedoeld in het eerste lid, kan door de minister, voor zover noodzakelijk, ten hoogste driemaal met telkens acht weken worden verlengd, indien het verzoek betrekking heeft op gegevens over de burgerlijke staat of de nationaliteit. Van een beslissing tot verlenging wordt terstond schriftelijk mededeling gedaan aan de verzoeker.

  • 3. De beheerder van de basisadministratie doet terstond schriftelijk mededeling aan de verzoeker van de voldoening aan het verzoek.

Artikel 19
  • 1. Als de minister het voornemen heeft:

    • a.

      aan een aangifte geen of slechts ten dele gevolg te geven;

    • b.

      een gegeven over de burgerlijke staat niet op te nemen, dan wel een geschrift daarover dat als akte is aangeboden niet als zodanig aan te merken;

    • c.

      een gegeven over de nationaliteit niet op te nemen;

    • d.

      ambtshalve over te gaan tot inschrijving, of tot opneming van gegevens in het geval dat inschrijving of opneming op grond van een aangifte had moeten geschieden;

    • e.

      bij een opgenomen algemeen gegeven een aantekening over de onjuistheid van dat gegeven of over de strijdigheid daarvan met de openbare orde te plaatsen;

    • f.

      niet te voldoen aan een verzoek als bedoeld in de artikelen 17, 18 en 29, eerste lid, doet hij van dat voornemen aan de betrokkene zo spoedig mogelijk en, indien het voornemen betrekking heeft op een verzoek als bedoeld onder f, binnen de desbetreffende termijn schriftelijk mededeling onder vermelding van de gronden.

  • 2. De ministerstelt de betrokkene in de gelegenheid binnen vier weken na de verzending van de mededeling van het voornemen, bedoeld in het eerste lid, zijn zienswijze schriftelijk kenbaar te maken en zo nodig mondeling toe te lichten.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde termijn kan op schriftelijk verzoek van betrokkene, ten hoogste driemaal met telkens acht weken worden verlengd, voor zover het voornemen betrekking heeft op gegevens over de burgerlijke staat of de nationaliteit.

  • 4. De minister neemt binnen vier weken nadat de betrokkene zijn zienswijze kenbaar heeft gemaakt dan wel binnen vier weken na het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn de beslissing omtrent het voornemen.

  • 5. De minister brengt zijn beslissing schriftelijk ter kennis van de betrokkene. De beslissing vermeldt de gronden daarvan, voor zover de zienswijze van de betrokkene niet wordt gevolgd.

Artikel 20

Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de verwijdering van gegevens.

Hoofdstuk III

Het verstrekken van gegevens uit de basisadministratie

Paragraaf 1

ALGEMEEN

Artikel 21
  • 1. Het verstrekken van gegevens vindt uitsluitend plaats op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek, dat de gronden voor het verzoek bevat.

  • 2. Op een verzoek, als bedoeld in het eerste lid, wordt door de minister beslist.

  • 3. Aan een beslissing tot inwilliging van het verzoek kunnen door de minister voorwaarden, voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 4. Een afnemer of een derde mag de verstrekte gegevens niet gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze zijn verstrekt.

Artikel 22
  • 1. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden nadere regels gesteld ten aanzien van de wijze van indiening van een verzoek tot verstrekking, de wijze van verstrekking en de frequentie van verstrekking.

  • 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld omtrent de bewaring en vernietiging van verstrekte gegevens.

Paragraaf 2

DE VERSTREKKING AAN AFNEMERS

Artikel 23
  • 1. Verstrekking aan een afnemer geschiedt uitsluitend voor zover noodzakelijk voor de vervulling van diens publiekrechtelijke taak.

  • 2. De verstrekking heeft uitsluitend betrekking op de algemene gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel a, en de verwijsgegevens, bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel a.

Artikel 24

In afwijking van artikel 23 kan een verstrekking ook omvatten administratieve gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, mits de afnemer ten genoege van de minister heeft aangetoond bij de verstrekking daarvan een gerechtvaardigd belang te hebben.

Artikel 25

Indien een verstrekking een algemeen gegeven betreft, dat is voorzien van eenaantekening als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, ten 3°, wordt datgegeven uitsluitend verstrekt onder mededeling van die aantekening.

Paragraaf 3

DE VERSTREKKING AAN DERDEN

Artikel 26

Een derde heeft geen rechtstreekse toegang tot de basisadministratie.

Artikel 27
  • 1. Aan een derde worden op schriftelijk verzoek door de minister de algemene gegevens en de verwijsgegevens verstrekt die noodzakelijk zijn in verband met de uitvoering van een algemeen verbindend voorschrift door die derde. Het verzoek behelst de gronden voor de verstrekking. Aan de verstrekking kunnen door de minister voorwaarden worden verbonden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, kan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden bepaald aan welke andere derden, in welke gevallen en met welk doel incidenteel gegevens kunnen worden verstrekt.

  • 3. In de gevallen, bedoeld in het tweede lid, kan de verstrekking alleen betrekking hebben op algemene en verwijsgegevens over de naam, de geslachtsnaam van de echtgenoot of een eerdere echtgenoot, het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot of de eerdere echtgenoot, het adres, de geboortedatum en de datum van overlijden.

Artikel 27a
  • 1. Onder derde in dit artikel wordt verstaan een gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens of het vestigingsregister in Nederland.

  • 2. Indien een persoon aangifte doet van vertrek naar Nederland, worden in afwijking van het bepaalde in artikel 27, de in artikel 10, onderdeel a, onder 1° tot en met 4°, 6°, 7° en 9°, onderdeel b, onder 1°, en onderdeel c, bedoelde gegevens spontaan verstrekt aan een derde als bedoeld in het eerste lid. Bij de verstrekking van gegevens wordt mededeling gedaan van de door die persoon opgegeven gemeente van voorgenomen vestiging in Nederland.

Artikel 28
  • 1. Een verstrekking kan ook omvatten administratieve gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, mits de derde ten genoege van de minister heeft aangetoond bij de verstrekking daarvan een gerechtvaardigd belang te hebben.

  • 2. Artikel 25 is op de verstrekking aan derden van toepassing.

Paragraaf 4

HET RECHT OP GEHEIMHOUDING

Artikel 29
  • 1. De minister geeft aan het schriftelijke verzoek van betrokkene om in de gevallen, bedoeld in artikel 27, tweede lid, geen gegevens die opgenomen zijn op zijn persoonslijst of hem betreffende verwijsgegevens aan derden te verstrekken, binnen vier weken gevolg en doet daarvan terstond schriftelijk mededeling aan de verzoeker, onder vermelding van de geldende regels ter zake.

  • 2. In afwijking van het eerste lid worden omtrent de verzoeker in de gevallen, bedoeld in artikel 27, tweede lid, gegevens verstrekt, indien de persoonlijke levenssfeer daardoor niet onevenredig wordt geschaad. De minister maakt de beslissing om krachtens artikel 27, tweede lid, in afwijking van het eerste lid, gegevens te verstrekken, terstond bekend aan de betrokkene. Hij geeft geen uitvoering aan de beslissing binnen een daarbij gestelde termijn.

Hoofdstuk IV

Overige bepalingen

Paragraaf 1

TOEZICHT

Artikel 30
  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de bij besluit van de minister aangewezen ambtenaren. Een zodanig besluit wordt bekend gemaakt in een of meer door de minister te bepalen dagbladen.

  • 2. De krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle bescheiden en informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner te betreden.

  • 3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld omtrent de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren.

Paragraaf 2

STRAFBARE FEITEN

Artikel 31
  • 1. Overtreding van het gestelde bij of krachtens de artikelen 13, 14, 21, vierde lid, en 32, tweede en vierde lid, wordt gestraft met een hechtenis van een maand of geldboete van ten hoogste tweeduizend gulden.

  • 2. De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

Paragraaf 3

BIJZONDERE BEPALINGEN

Artikel 32
  • 1. Bij alle handelingen betreffende het bijhouden van de basisadministratie en het verstrekken van gegevens uit de basisadministratie en het bevolkingsregister draagt de minister zorg voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit van de betrokkene, onderscheidenlijk de verzoeker.

  • 2. Degene die ingevolge deze verordening in persoon verschijnt bij de minister of bij de beheerder van de basisadministratie, legt desgevraagd met het oog op de vaststelling van zijn identiteit een op hem betrekking hebbend document over.

  • 3. Als document, bedoeld in het tweede lid, worden geaccepteerd:

    • a.

      een in Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius of Saba afgegeven geldige identiteitskaart;

    • b.

      een geldig paspoort;

    • c.

      een binnen het Koninkrijk afgegeven geldig rijbewijs.

  • 4. De ouders, voogden, verzorgers en curatoren van minderjarigen of onder curatele gestelden, zijn met het oog op de vaststelling van de identiteit van de minderjarige of onder curatele gestelde desgevraagd verplicht, deze te laten verschijnen bij de beheerder van de basisadministratie en een op de minderjarige of onder curatele gestelde betrekking hebbend document als bedoeld in het tweede lid over te Ieggen.

Hoofdstuk V

Overgangsbepalingen

Artikel 33

  • 1. De minister draagt ambtshalve zorg dat in het gezinsregister, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van het besluit van 16 december 1929 (PB 103), ter uitvoering van de verordening van 21 juni 1929 (PB 89), tot het vaststellen van bepalingen nopens het aanleggen en bijhouden van bevolkingsregisters, opgenomen personen worden ingeschreven in de basisadministratie aan de hand van de relevante gegevens uit dat gezinsregister, voor zover zij in dat register als woonachtig in Sint Maarten zijn vermeld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid behoeven bij de inschrijving niet te worden opgenomen de algemene gegevens over kinderen die geboren zijn voor 1 januari 1968.

Artikel 34

  • 1. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld omtrent de zorg voor de bevolkingsregisters, bedoeld in artikel 2, van het besluit van 16 december 1929, ter uitvoering van de verordening van 21 juni 1929, tot het vaststellen van bepalingen nopens het aanleggen en bijhouden van bevolkingsregisters. Daarbij kan worden bepaald dat de bevolkingsregisters op een andere wijze dan in de vorm van gezinskaarten kunnen worden aangehouden en kan de vernietiging van gezinskaarten worden geregeld.

  • 2. Uit de bevolkingsregisters worden geen andere gegevens verstrekt dan gegevens als bedoeld in de artikelen 22 tot en met 28.

Artikel 35

[vervallen]

Hoofdstuk VI

Slotbepalingen

Artikel 36

[vervallen]

Artikel 37

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 38

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening basisadministratie persoonsgegevens.