Indien restauratiekosten op grond van een verzekering worden gedekt, worden de subsidiabele kosten verminderd met het bedrag dat ontstaat door het bedrag van de verzekeringspenningen te vermenigvuldigen met de breuk die ontstaat door de subsidiabele restauratiekosten te delen door de restauratiekosten.
Artikel 7. Aanvraag
- 1.
De aanvraag gaat vergezeld van een restauratieplan en een begroting van de restauratiekosten.
- 2.
Het restauratieplan bestaat uit:
- a.
een beschrijving van de technische staat van het monument, waarin de gebreken van het monument nauwkeurig vermeld staan;
- b.
tekeningen van de bestaande toestand entekeningen waarop de voorgenomen herstellingen of wijzigingen staan aangegeven;
- c.
een bestek of werkomschrijving gebaseerd op de onder a. bedoelde beschrijving per onderdeel van de toe te passen constructie, materialen, afwerkingen en kleuren, alsmede van de wijze van verwerking daarvan.
- 3.
De begroting omvat alle kosten van de restauratie, is niet ouder dan twee jaar en is gespecificeerd in hoeveelheden uren en materialen.
- 4.
De aanvraag gaat voorts vergezeld van een verklaring van de eigenaar dat hij de door restauratie te verkrijgen toestand van het monument in stand zal houden en dat hij het monument daartoe in voldoende mate zal onderhouden.
Artikel 8. Weigeringsgronden
Een subsidie wordt in elk geval geweigerd, indien:
- a.
de kosten niet inredelijke verhouding staan tot het te verwachten resultaat en de wenselijke restauratie;
- b.
de restauratie noodzakelijk is geworden door een aan de eigenaar te verwijten nalatigheid of achterstallig groot onderhoud.
Artikel 9. Voorschriften
- 1.
Aan het verlenen van een subsidie worden ten minste de volgende voorschriften verbonden:
- a.
de werkzaamheden dienen oordeelkundig te worden uitgevoerd;
- b.
binnen zes maanden na het verlenen van de subsidie moet met de restauratie een aanvang zijn gemaakt;
- c.
de restauratie moet binnen achttien maanden na het verlenen van de subsidie zijn voltooid.
- 2.
Het College van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen afwijking van de in het eerste lid, onder b en c, vermelde termijnen toestaan.
Artikel 10. Vaststelling van de subsidie
De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend binnen drie maanden na het voltooien van de restauratie.
Artikel 11. Accountantsverklaring
- 1.
Indien rekeningen en bewijzen van betaling betrekking hebben op kosten van personeel dat in loondienst is bij de eigenaar, gaat de financiële verantwoording vergezeld van een verklaring van een accountant waaruit blijkt hoeveel uren door dat personeel besteed is aan subsidiabele werkzaamheden.
- 2.
Het College van burgemeester en wethouders kan ook in andere gevallen vorderen dat een verklaring wordt overgelegd van een accountant.
Artikel 12. Voorschotten
- 1.
Het College van burgemeester en wethouders kan één of meer voorschotten verlenen, mits een aanvang is gemaakt met de werkzaamheden en de voortgang van werkzaamheden voldoende is verzekerd.
- 2.
De bevoorschotting bedraagt maximaal 50% van de verleende subsidie.
Paragraaf 2. Monumentenwacht
Artikel 13. Monumentenwacht
- 1.
Op verzoek of met instemming van de eigenaar van een gebouwd monument voorziet het College van burgemeester en wethouders in een periodieke bouwkundige inspectie van de staat van onderhoud van een gebouwd monument.
- 2.
De kosten van de inspectie en daarmee verband houdende kosten komen ten laste van de voorziening bedoeld in artikel 3, eerste lid.
- 3.
De inspectie wordt uitgevoerd door een deskundige die geen deel uitmaakt van of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het College.
- 4.
De deskundige brengt de inhoud van een inspectierapport uitsluitend met toestemming van de eigenaar van het monument ter kennis van een gemeentelijk bestuursorgaan.
Hoofdstuk 3. Groenmonumenten
Paragraaf 1. Lijst van groenmonumenten
Artikel 14. Plaatsing op de lijst
- 1.
Het College van burgemeester en wethouders stelt een lijst op van groenmonumenten.
- 2.
Op de lijst worden waardevolle groenelementen geplaatst waarvan het behoud wordt voorgestaan.
- 3.
Met betrekking tot de wijze van totstandkoming en wijziging van de lijst zijn de artikelen 3, 5 en 6 van de Monumentenverordening 1994 van overeenkomstige toepassing.
- 4.
Een groenelement wordt niet op de lijst geplaatst, indien het is aangewezen als of onderdeel uitmaakt van een beschermd rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument in de zin van de Monumentenverordening 1994.
- 5.
Zodra een groenmonument dat op de lijst is geplaatst wordt aangewezen als of onderdeel gaat uitmaken van een beschermd rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument in de zin van de Monumentenverordening 1994 vervalt zijn plaatsing op de lijst van groenmonumenten.
Paragraaf 2. Specifiek onderhoud
Artikel 15. Subsidie voor specifiek onderhoud
- 1.
Het College van burgemeester en wethouders kan voor het onderhoud van bomen die geplaatst zijn op de lijst van groenmonumenten een subsidie vaststellen.
- 2.
De subsidie voor het onderhoud van een knot- of leiboom wordt ten hoogste eenmaal per drie jaar verstrekt en bedraagt € 11,34 per boom.
- 3.
De subsidie voor het onderhoud van een andere dan een knot- of leiboom wordt ten hoogste eenmaal per zes jaar verstrekt en bedraagt € 34,03 per boom.
Artikel 16. Voorschriften
Aan de subsidievaststelling worden ten minste de volgende voorschriften verbonden:
- a.
de werkzaamheden dienen oordeelkundig te worden uitgevoerd;
- b.
de werkzaamheden moeten binnen zes maanden na de subsidievaststelling zijn voltooid.
Paragraaf 3. Achterstallig onderhoud
Artikel 17. Subsidie voor achterstallig onderhoud
- 1.
Het College van burgemeester en wethouders kan voor het uitvoeren van achterstallig onderhoud aan bomen die geplaatst zijn op de lijst van groenmonumenten een subsidie verlenen.
- 2.
De subsidie wordt voor een zelfde boom slechts eenmaal verleend en bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.
- 3.
De subsidiabele kosten bedragen inclusief BTW ten hoogste € 680,67 per boom.
Artikel 18. Subsidiabele kosten
- 1.
Subsidiabele kosten zijn kosten die noodzakelijk zijn om een groenmonument op een sobere en doelmatige wijze te herstellen.
- 2.
Indien de eigenaar het achterstalling onderhoud geheel of gedeeltelijk zelf uitvoert, zijn diens loonkosten niet subsidiabel, tenzij hij die werkzaamheden verricht in het kader van een door hem gedreven onderneming.
Artikel 19. Aanvraag
De aanvraag om een subsidie te verlenen gaat vergezeld van een opgave van werkzaamheden en een gespecificeerde offerte van een erkende boomverzorger.
Artikel 20. Beschikking
- 1.
Het College van burgemeester en wethouders beschikt op een aanvraag om een subsidie te verlenen binnen 6 weken na ontvangst.
- 2.
Het College kan de beslissing eenmaal met ten hoogste drie weken verdagen.
Artikel 21. Weigeringsgronden
Een subsidie wordt in elk geval geweigerd, indien:
- a.
de kosten niet inredelijke verhouding staan tot het te verwachten resultaat;
- b.
het onderhoud niet wordt uitgevoerd door een erkende boomverzorger.
Artikel 22. Voorschriften
- 1.
Aan het verlenen van een subsidie worden ten minste de volgende voorschriften verbonden:
- a.
het onderhoud dient door een erkende boomverzorger te worden uitgevoerd;
- b.
binnen drie maanden na het verlenen van de subsidie moet met het onderhoud een aanvang zijn gemaakt;
- c.
de werkzaamheden moeten binnen zes maanden na het verlenen van de subsidie zijn voltooid.
- 2.
Het College van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen afwijking van de in het eerste lid, onder b en c, vermelde termijnen toestaan.
Artikel 23. Vaststelling van de subsidie
De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend binnen drie maanden na het voltooien van de werkzaamheden.
Artikel 24. Voorschotten
- 1.
Het College van burgemeester en wethouders kan één of meer voorschotten verlenen, mits een aanvang is gemaakt met de werkzaamheden en de voortgang van werkzaamheden voldoende is verzekerd.
- 2.
De bevoorschotting bedraagt maximaal 50% van de verleende subsidie.
Hoofdstuk 4. Slotbepalingen
Artikel 25. Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking een dag na de dag van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2008.
Artikel 26. Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel subsidieverstrekking gemeentelijke monumenten 2008.
Uden, 25 november 2008
Burgemeester en wethouders van Uden
de secretaris de burgemeester
mr. J.M. Smarius dr. J.W. Kersten