Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Uden

Algemene beleidsregel subsidieverstrekking 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene beleidsregel subsidieverstrekking 2008
CiteertitelAlgemene beleidsregel subsidieverstrekking 2008
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

4.81 Awb en Kaderverordening verstrekking subsidies gemeente Uden 2008

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-200801-01-200801-01-2012nieuwe regeling

09-09-2008

Infopagina 01-10-2008

College 09-09-2008

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene beleidsregel subsidieverstrekking 2008

 

 

 

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Kaderverordening verstrekking subsidies gemeente Uden 2008;

b e s l u i t

vast te stellen de

Algemene beleidsregel subsidieverstrekking 2008

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder een:

  • a.

    activiteit : een activiteit die door de instelling zal worden uitgevoerd en die door het College kan worden gesubsidieerd; zo mogelijk worden de prestaties in meetbare termen gedefinieerd;

  • b.

    activiteitenplan/-programma : een plan/programma dat een overzicht geeft van door de rechtspersoon voorgenomen activiteiten, waaruit blijkt welke doelstellingen men beoogt en zoveel mogelijk uitgedrukt in meetbare prestaties;

  • c.

    budgetsubsidie : een subsidie aan een professionele instelling, waarbij vooraf het budget, het aantal subsidiejaren, de objectieve subsidie criteria, de uitgangspunten en de wijze waarop bijstelling van het budget plaatsvindt, is toegezegd;

  • d.

    incidentele subsidie : de subsidie voor de uitvoering of ter stimulering van bepaalde activiteiten, die het karakter hebben van een eenmalige activiteit, een experiment of een kortlopend project;

  • e.

    instelling : een rechtspersoon naar burgerlijk recht, dan wel een erkend onderdeel ervan, die statutair gevestigd is in Uden of aantoonbare activiteiten ontplooit ten behoeve van inwoners van Uden. Voor de toepassing van deze verordening wordt met een instelling gelijk gesteld een natuurlijke persoon of groep van personen voor zover het College van burgemeester en wethouders ontheffing heeft verleend van de verplichting tot het zijn van rechtspersoon;

  • f.

    investeringssubsidie : een subsidie in de kosten van aanleg, nieuwbouw, uitbreiding of verbouw van een accommodatie;

  • g.

    jeugdlid : een persoon die op 1 januari van het desbetreffende subsidiejaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, contributie betaalt voor het lidmaatschap en een actief lid is;

  • h.

    loonindexcijfer : de procentuele stijging voor professionele instellingen die in de CAO in de betreffende sector jaarlijks wordt afgesproken, evt. gecorrigeerd met aanvullende adviezen van de VNG betreffende de subsidiëring van deze stijging, zoals verwoord in de jaarlijkse ledenbrieven betreffende aanpassing subsidies n.a.v. wijzigingen in CAO;

  • i.

    professionele instelling : een door het College als zodanig aangewezen instelling, opgenomen in het jaarlijks gepubliceerde overzicht van professionele instellingen;

  • j.

    prijsindexcijfer : de procentuele stijging van het materiële deel van een subsidie die gelijk is aan de in de gemeentebegroting gehanteerde procentuele stijging voor materiële lasten, gebaseerd op de circulaire met betrekking tot de uitkering uit het gemeentefonds en het daarin vermelde indexcijfer van de netto materiële overheidsconsumptie dat het Centraal Planbureau publiceert;

  • k.

    reserve(s) : de algemene of de bestemmingsreserves die onverminderd het bepaalde in artikel 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht (egalisatie reserve) blijken uit de balans van de instelling;

  • l.

    subsidiejaar : het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft, tenzij het College anders bepaalt;

  • m.

    subsidieperiode : een aaneengesloten periode van minimaal twee subsidiejaren.

Artikel 2. Subsidieaanvraag

 

Artikel 2.1. Algemene bepalingen

Er wordt een onderscheid gemaakt in:

  • a.

    professionele instellingen;

  • b.

    overige instellingen en (groepen van) personen.

Artikel 2.2. Aanvraag door professionele instellingen

  • 1.

    Bij de indiening van de subsidieaanvraag moeten professionele instellingen in ieder geval overleggen de gegevens die zijn vermeld in artikel 2:3, tenzij het College anders bepaalt.

  • 2.

    Bij een eerste subsidieaanvraag leggen professionele instellingen tevens over:

    • a.

      een afschrift van de statuten en reglementen van de instelling;

    • b.

      een beschrijving van de organisatievorm van de instelling;

    • c.

      een opgave van de bestuurssamenstelling;

    • d.

      een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

  • 3.

    Indien professionele instellingen subsidie aanvragen voor een meerjarige subsidieperiode leggen de instellingen aan het begin van de subsidieperiode tevens over:

    • a.

      een meerjarenbeleidplan

    • b.

      een meerjarenbegroting

  • 4.

    Indien professionele instellingen subsidie aanvragen voor een nieuwe meerjarige subsidieperiode, voor nieuw beleid of voor ontwikkelingen die gevolgen hebben voor de hoogte van het subsidiebedrag anders dan prijs- en loonindexering, dient deze subsidieaanvraag volledig ingevuld te worden ingediend vóór 1 maart voorafgaande aan het subsidiejaar, op een door het College voorgeschreven formulier.

  • 5.

    Het College kan vrijstelling verlenen van een of meer bepalingen omtrent het indienen van aanvragen en de over te leggen stukken.

Artikel 2.3. Aanvraag jaarlijkse subsidie

  • 1.

    Een subsidieaanvraag moet volledig ingevuld worden ingediend vóór 1 september voorafgaande aan het subsidiejaar, op een door het College voorgeschreven formulier. Het College kan in bijzondere gevallen uitstel verlenen van die termijn.

  • 2.

    Een aanvraag gaat vergezeld van:

  • a.

    een begroting van inkomsten en uitgaven in het subsidiejaar en een toelichting op de verschillende posten;

  • b.

    een activiteitenplan of -programma voor het subsidiejaar;

  • c.

    indien het een eerste aanvraag betreft tevens een balans en financieel verslag met inkomsten en uitgaven van het voorafgaande jaar en een toelichting op de verschillende posten.

  • 3.

    De begroting zoals genoemd in het tweede lid, onder a, dient rekening te houden met de uitkomsten en eventuele taakstellingen van de meerjarenbegroting.

Artikel 2.4. Aanvraag incidentele subsidie

Een aanvraag voor het verkrijgen van een incidentele subsidie moet tenminste 8 weken voor de aanvang van die activiteit worden ingediend op een vastgesteld formulier. Het College kan bepaalde gegevens eisen alsmede een andere termijn stellen.

Artikel 2.5. Aanvraag investeringssubsidie

  • 1.

    Een aanvraag voor het verkrijgen van een investeringssubsidie moet vóór 1 februari voorafgaande aan het jaar waarvoor de investering is gepland, door de instelling worden ingediend. In bijzondere gevallen kan het College toestaan dat de aanvraag op een later tijdstip wordt ingediend.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van:

  • a.

    een kostenraming, een financieringsplan en een exploitatiebegroting;

  • b.

    een schetsontwerp of inrichtingsplan;

  • c.

    een opgave van het doel en het te verwachten gebruik van de accommodatie of voorziening;

  • d.

    een afschrift van de statuten en reglementen van de instelling;

  • e.

    een opgave van de bestuurssamenstelling.

Artikel 3. Procedure beslissing op aanvragen

 

Artikel 3.1. Beslissing op aanvraag jaarlijkse subsidie

Het College beslist op een jaarlijkse subsidieaanvraag uiterlijk 31 december van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar. Het College kan deze termijn met twee maanden verlengen.

Artikel 3.2. Beslissing op aanvraag door professionele instelling

  • 1.

    De beslissing op de jaarlijkse subsidieaanvraag omvat tevens een toezegging waarin de hoogte van de budgetsubsidie, het aantal subsidiejaren, de subsidiecriteria, de uitgangspunten en de wijze van bijstelling van het budget zijn opgenomen. Een budgetsubsidiebesluit wordt jaarlijks genomen door het College.

  • 2.

    Bij de berekening van de loon- en prijscompensatie wordt uitgegaan van respectievelijk het loonindexcijfer en prijsindexcijfer zoals omschreven in artikel 1. Regionale afspraken worden zoveel mogelijk hierop afgestemd. Uitgangspunt hierbij is het gelijkheidsbeginsel; de inspanning van de gemeente op het gebied van de indexering moet leiden tot ten minste een evenredige inspanning van de subsidieontvanger tot eigen inkomstenverhoging, dan wel uitgavenverlaging.

  • 3.

    Het College kan minimaal voor één en maximaal voor vier kalenderjaren budgetsubsidie toezeggen. Deze toezegging is geen besluit.

  • 4.

    Het College moet bij een meerjarige budgetsubsidie toezeggen welk bedrag de subsidie- ontvanger elk jaar in het vooruitzicht wordt gesteld dan wel of, en zo ja op welke wijze, het verleende bedrag jaarlijks maximaal kan worden geïndexeerd.

Artikel 3.3. Beslissing op aanvraag incidentele subsidie

 

Artikel 3.3. Beslissing op aanvraag incidentele subsidie

Het College beslist op een verzoek om een incidentele subsidie na de vaststelling van de gemeentebegroting tenzij het anders bepaalt.

Artikel 3.4. Beslissing op aanvraag investeringssubsidie

Het College beslist op een verzoek om een investeringssubsidie na de vaststelling van de gemeentebegroting en uiterlijk 31 december van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de investering is gepland tenzij het anders bepaalt.

Artikel 4. Verplichtingen (voorwaarden)

 

Artikel 4.1. Mogelijke verplichtingen

Het College kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:37 en 4:38 van de Algemene wet bestuursrecht, de instelling verplichtingen opleggen die betrekking hebben op:

  • a.

    het aantal effectieve uren dat een beroepskracht moet besteden aan het werken met vrijwilligers of gebruikers;

  • b.

    de groepsgrootte;

  • c.

    de openingstijden van een accommodatie;

  • d.

    de registratie van het gebruik van accommodaties;

  • e.

    het doelgroepenbeleid;

  • f.

    de verplichte samenwerking of fusie met andere instellingen;

  • g.

    de eigen bijdragen van de leden/gebruikers;

  • h.

    andere voorwaarden die tot doel hebben de effectiviteit of kwaliteit van de activiteiten te bevorderen;

  • i.

    de wijze waarop de activiteitenplannen en begrotingen moeten worden vormgegeven en ingediend en de wijze waarop de administratie en jaarstukken zijn ingericht;

  • j.

    de maximale stijging van aangewezen begrotingsposten;

  • k.

    de aanstelling van beroepskrachten en de arbeidsvoorwaarden;

  • l.

    de inzet van uitzend- en detacheringkrachten;

  • m.

    de hoogte van de reserves en voorzieningen;

  • n.

    de registratie en verantwoording van het ledenbestand;

  • o.

    de invulling van deskundigheidsbevordering;

  • p.

    de kwaliteit van het personeel;

  • q.

    de kwaliteit van de ruimtelijke voorzieningen;

  • r.

    De omvang en de aard van de eigen inkomsten en van die van aan de instelling gelieerde instelling(en).

Artikel 4.2. Vaste verplichtingen

De instelling die subsidie ontvangt is verplicht:

  • a.

    wijzigingen in de gegevens op grond waarvan de besluitvorming over de subsidietoekenning heeft plaatsgevonden ter goedkeuring aan het College voor te leggen;

  • b.

    het voornemen tot opheffen van de instelling of een fusie met een andere instelling onmiddellijk kenbaar te maken aan het College. De bestemming van het liquidatiesaldo behoeft de goedkeuring van het College, voor zover dit saldo is opgebouwd uit subsidiegelden;

  • c.

    het voornemen tot het in eigendom verwerven, vervreemden of het bezwaren van registergoederen, indien zij mede zijn verworven door middel van subsidiegelden, dan wel de lasten daarvoor mede worden bekostigd uit subsidiegelden, onmiddellijk ter goedkeuring voor te leggen aan het College.

Artikel 5. Rapportage

 

Artikel 5. Rapportage

  • 1.

    De instelling waaraan een budgetsubsidie of jaarlijkse subsidie is verleend brengt jaarlijks vóór 1 maart van het jaar volgende op het subsidiejaar een verslag van de afgesproken prestatiegegevens en kengetallen en jaarlijks vóór 1 juni van het jaar volgende op het subsidiejaar een financieel en inhoudelijk verslag uit aan het College.

  • 2.

    De instelling waaraan een budgetsubsidie voor meer dan één jaar is toegezegd brengt binnen vier maanden na afloop van de desbetreffende periode tevens een verslag uit over de totale periode.

  • 3.

    De instelling waaraan een incidentele subsidie is verleend brengt binnen drie maanden na afloop van de activiteiten waarop de subsidie betrekking heeft een verslag uit aan het College.

  • 4.

    De instelling waaraan een investeringssubsidie is verleend brengt binnen drie maanden na oplevering van de investering waarop de subsidie betrekking heeft een verslag uit aan het College.

  • 5.

    Het College stelt in overleg met de instelling de eisen vast waaraan het in het eerste, tweede, derde en vierde lid bedoelde verslag moet voldoen.

Artikel 6. Accountantsverklaring

Instellingen aan wie een subsidie van € 50.000,00 of meer is verleend zijn verplicht jaarlijks uiterlijk 1 juni van het jaar volgend op het subsidiejaar, een accountantsverklaring te overleggen, tenzij het College anders bepaalt. Deze moet voldoen aan de eisen die het College stelt met betrekking tot de beoordeling niet alleen van de rechtmatigheid maar ook van de doelmatigheid van de gesubsidieerde activiteiten. Het College kan ter zake nadere eisen stellen. De artikelen 4:76, 4:78 tot en met 4:80 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7. Controle

  • 1.

    Het College is bevoegd controle uit te voeren op de betrouwbaarheid van de verplichte rapportages.

  • 2.

    De administratie van de rechtspersoon moet zodanig zijn ingericht dat deze controle op een eenvoudige manier kan.

Artikel 8. De subsidievaststelling

Het College besluit tot subsidievaststelling zonder voorafgaande subsidieverlening bij incidentele en jaarlijkse subsidies, tenzij het college anders bepaalt. Voor de professionele instellingen geldt deze procedure niet.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de derde dag na die van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2008.

Artikel 10. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Algemene beleidsregel subsidieverstrekking 2008.

Uden, 9 september 2008

Burgemeester en wethouders van Uden,

De secretaris, de burgemeester

mr. J.M. Smarius dr. J.W. Kersten