Organisatie | Uden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening, regelende de algemene voorwaarden bij de verlening van garanties aan niet-natuurlijke personen door de gemeente Uden |
Citeertitel | Verordening algemene garantievoorwaarden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, Algemene wet bestuursrecht, en Wet Financiering Decentrale Overheden, artikel 147
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2003 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 30-01-2003 Infopagina 31-03-2003 | 2003/10 |
Verordening, regelende de algemene voorwaarden bij de verlening van garanties aan niet-natuurlijke personen door de gemeente Uden
gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 17 december 2002;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;
gelet op de Algemene Wet Bestuursrecht:
Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen
Artikel 3. Commerciële activiteiten/winstoogmerk
Garantie kan slechts worden verleend aan aanvragers die geen commerciële activiteiten ontplooien en zonder winstoogmerk werkzaam zijn.
Indien voor garantieverlening een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening in de vorm van een (nationaal) waarborgfonds (bijvoorbeeld Waarborgfonds Sociale Woningbouw, Waarborgfonds voor de Zorg, Waarborgfonds voor de Sport, Waarborgfonds Kinderopvang), dan dient de aanvraag bij het desbetreffende fonds te worden ingediend.
Hoofdstuk 3. Algemene verplichtingen van de aanvrager
De aanvrager is verplicht de objecten, waarvoor de garantie is verstrekt ten genoegen van burgemeester en wethouders op basis van herbouwwaarde tegen brand- en stormschade en andere risico's c.q. aanspraken te verzekeren en verzekerd te houden.
Artikel 12. Jaarrekening en begroting
De aanvrager dient jaarlijks binnen vier maanden na het verstrijken van het boekjaar de jaarrekening, bestaande uit de balans en verlies-en winstrekening met toelichting, over het verstreken boekjaar aan burgemeester en wethouders ter kennisneming toe te zenden. De toelichting bij de rekening zal onder meer een verklaring dienen te bevatten van de belangrijkste verschillen met de ramingen van de exploitatiebegroting van het desbetreffende dienstjaar.
Artikel 14. Betaling bij door de gemeente verrichte betalingen
Indien de gemeente op grond van deze garantie betalingen heeft verricht, moeten de daarna door afschrijvingen en door batige exploitatiesaldi vrijkomende middelen, voor zover zij niet voor aflossing op de gegarandeerde geldlening worden aangewend, in de eerste plaats worden gebruikt voor terugbetaling aan de gemeente van de door haar gedane betalingen, ongeacht de verplichting tot restitutie aan de gemeente ter zake van deze betalingen uit andere middelen, waarover de organisatie beschikt of kan beschikken.
De terugbetaling van de door de gemeente gedane betalingen vindt plaats met vergoeding van de dan geldende wettelijke rente, te berekenen vanaf het tijdstip dat door de gemeente op grond van de garantie betalingen zijn verricht.
Artikel 15. Vermogensrechtelijke handelingen
Voorafgaande toestemming is eveneens benodigd voor het cederen of in zekerheid overdragen van vorderingen, het zich borg stellen danwel als hoofdelijke schuldenaar verbinden, zich voor een derde sterk maken of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbinden, alsmede het afsluiten van enige overeenkomst, inzake het aangaan of verstrekken van geldleningen.
Artikel 18. Beëindiging van de garantie
Bij faillissement, surseance van betaling of ontbinding van de aanvrager, alsmede bij niet naleving van de gestelde voorwaarden zullen burgemeester en wethouders terstond, zonder uitdrukkelijke ingebrekestelling, bevoegd zijn na voldoening van de geldgeefster van de aanvrager op te eisen al hetgeen de gemeente voor die voldoening of anderszins zal hebben betaald.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 30 januari 2003.
De Raad voornoemd
de secretaris de voorzitter
Toelichting ‘verordening algemene garantievoorwaarden’
De algemene garantievoorwaarden zijn alleen van toepassing wanneer deze niet in strijd zijn
met voorschriften van het Rijk of de provincie.
Garanties worden alleen verleend aan organisaties of instellingen die niet naar winst streven en werkzaam zijn op het gebied van onderwijs, welzijn, sport, recreatie, kunst, cultuur, sociale zekerheid, werkgelegenheid en volksgezondheid.
De garantstelling van de gemeente vermindert jaarlijks met de aflossingen. In het geval van een lineaire aflossing van een lening in 10 jaar, staat de gemeente na 5 jaar voor de helft van het bedrag garant.
Voor de definities van aanvrager, beschikking, garantie of object verwijs ik u naar de Verordening Algemene Garantievoorwaarden, artikel 2.
Door middel van de financieringsbehoefte is er ook een garantstelling mogelijk wanneer het voortbestaan, van de in artikel 1 genoemde soort organisaties, in gevaar zou kunnen komen. Deze financieringsbehoefte moet ontstaan zijn door een calamiteit.
Garanties kunnen alleen verleend worden, zoals dat eerder is genoemd, als de organisaties niet commercieel zijn ingesteld en niet winst als streven hebben. Tevens moeten zij werkzaam zijn op het gebied van onderwijs, welzijn, sport, recreatie, kunst, cultuur, sociale zekerheid, werkgelegenheid en volksgezondheid.
Sinds enige tijd zijn er verschillende waarborgfondsen opgericht bijvoorbeeld: een Waarborgfonds Sociale Woningbouw, een Waarborgfonds voor de Sport, een Waarborgfonds voor Kinderopvang en een Waarborgfonds voor de Zorg. Er bestaat een mogelijkheid voor verenigingen en instellingen een garantie aan te vragen bij een waarborgfonds die betrekking heeft op hun activiteiten. Hoe meer verenigingen en instellingen zich wenden tot een waarborgfonds, hoe minder risico de gemeente loopt. Ook is in dit artikel opgenomen dat wanneer het desbetreffende waarborgfonds niet garant wil staan voor de aan te trekken lening of een deel daarvan, de gemeente ook geen garantie zal verlenen. Daar wordt in het derde lid echter een uitzondering op gemaakt. Als de reden voor afwijzing is dat de aanvraag van de instelling/vereniging niet onder de reikwijdte van het waarborgfonds valt (bijvoorbeeld een culturele activiteit valt niet onder de reikwijdte van het Waarborgfonds voor de Sport), dan kan de gemeente de aanvraag wel in behandeling nemen.
Het college van Burgemeester en Wethouders is bevoegd om een beslissing te nemen op een aanvraag die betrekking heeft op een nog af te sluiten lening tot €125.000,00.
Wanneer dit niet het geval is dan is de gemeenteraad bevoegd te beslissen op een aanvraag.
Mochten er zich situaties voordoen die om nadere regels, die van aanvullende en specifieke aard kunnen zijn, vragen dan is het college van Burgemeester en Wethouders bevoegd deze in te stellen. De eventuele nadere regels mogen niet in strijd zijn met het bepaalde in de algemene garantievoorwaarden.
Het betreft hier een afstemming op de Algemene Subsidieverordening en een verdere precisering van de criteria voor garantieverlening met betrekking tot:
Om een aanvraag tot garantieverlening in te dienen moet op het volgende gelet worden:
de te sluiten geldlening dient te voldoen aan de Wet financiering decentrale overheden van 21 december 2000 (Stb. 2000, 587) en daarop volgende wijzigingen. Van belang is dat de gemeente in dit kader garantie kan verlenen uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. De wet fido geeft aan het begrip publieke taak een beperkte invulling. De gemeenteraad speelt hier een belangrijke rol in.
De vereniging of instelling die de aanvraag indient is verplicht de object(en), waar de garantie voor verstrekt is, te verzekeren of verzekerd te houden op basis van herbouwwaarde tegen brand- en stormschade en andere risico’s of aanspraken.
De objecten waarvoor de garantie is verstrekt door burgemeester en wethouders moeten ten alle tijden in goede staat zijn. Alleen burgemeester en wethouders mogen toestemming geven om eventueel de objecten, waarvoor garantie is verstrekt, een andere bestemming te geven.
Zonder toestemming van burgemeester en wethouders mag een object, waarvoor garantie is verstrekt, niet worden bezwaard of vervreemd. Op de objecten, waarvoor een garantie is verstrekt, wordt het recht van eerste krediethypotheek verleend aan burgemeester en wethouders. Dit gebeurt op kosten van de organisatie of instelling die de aanvraag heeft ingediend.
De jaarrekening, bestaande uit de balans en verlies- en winstrekening met toelichting, over het verstreken boekjaar, moet binnen vier maanden na het verstrijken van het boekjaar door de aanvrager van de garantie aan burgemeester en wethouders worden toegezonden. In de toelichting moet onder meer een verklaring staan van de belangrijkste verschillen met de ramingen van de exploitatiebegroting van het desbetreffende dienstjaar.
De exploitatiebegroting voor het volgende boekjaar dient tenminste zes maanden voor aanvang van het boekjaar, door de aanvrager, jaarlijks aan burgemeester en wethouders te worden toegezonden.
Deze stukken dienen te worden gebruikt door burgemeester en wethouders om de financiële positie van de aanvrager na te gaan.
Voor het geval de gemeente op grond van de garantie betalingen heeft verricht, moeten de hierboven genoemde stukken de goedkeuring krijgen van burgemeester en wethouders.
De looptijd van de geldlening mag niet langer zijn dan de verwachte economische levensduur van het object, waarvoor er een geldlening is aangevraagd.
Het garantiebedrag mag niet hoger zijn dan de economische waarde van het onderpand. Ingeval van garantstelling ten behoeve van een financieringsbehoefte moet er wel alles aan gedaan worden het krediet in te lossen, bijvoorbeeld door sponsoring.
Wanneer de gemeente betalingen heeft verricht op grond van deze garantie, moeten de daarna vrijkomende middelen zoals afschrijvingen of batige exploitatiesaldi, in de eerste plaats worden gebruikt voor aflossing van de gegarandeerde geldlening en daarna voor terugbetaling van de gemeente van de door haar gedane betalingen.
De terugbetaling van de door de gemeente gedane betalingen vindt plaats met vergoeding van de dan geldende wettelijke rente, te berekenen vanaf het tijdstip dat door de gemeente op grond van de garantie betalingen zijn verricht.
Voor het vervreemden of bezwaren van onroerend goed, een register goed of het bezwaren van een roerend goed dat geen registergoed is, heeft de aanvrager vooraf toestemming nodig van burgemeester en wethouders.
Ook voor het afstaan of in zekerheid overdragen van vorderingen is vooraf toestemming nodig van burgemeester en wethouders. Net als het zich borg stellen of als hoofdelijk schuldenaar verbinden, zich voor een derde sterk maken of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbinden, alsmede het afsluiten van enige overeenkomst, inzake het aangaan of verstrekken van geldleningen. Burgemeester en wethouders behouden het recht om aan voornoemde toestemming voorwaarden te stellen.
De aanvrager stelt burgemeester en wethouders in kennis van het voornemen tot statutenwijziging en de inhoud ervan. Ook voor het wijzigen van haar bestuurssamenstelling moet de aanvrager burgemeester en wethouders in kennis stellen. Wanneer de aanvrager het voornemen heeft tot ontbinding, moet dit dertien weken, voordat het definitieve besluit genomen wordt, bij burgemeester en wethouder ter kennis genomen worden.
De organisatie of instelling die een garantie wil van de gemeente moet alle informatie en verlangde inlichtingen over haar financiële situatie beschikbaar stellen aan burgemeester en wethouders.
De aanvrager moet die inlichtingen en informatie verstrekken, aan burgemeester en wethouders, waarvan zij mag aannemen dat deze relevant zijn voor de garantstelling. De aanvrager moet die maatregelen nemen, die burgemeester en wethouder nodig achten voor de verleende garantie, ter waarborging van de financiële belangen van de gemeente.
De aanvrager moet een verklaring ondertekenen waarbij zij zich verplicht tot naleving van de in de verordening neergelegde voorwaarden en deze verstrekken aan burgemeester en wethouders. De verschuldigde leges moeten door de aanvrager aan de gemeente worden voldaan.
Bij faillissement, surséance van betaling of ontbinding van de aanvrager en bij niet naleving van de gestelde voorwaarden, zullen burgemeester en wethouders onmiddellijk bevoegd zijn, nadat de geldgeefster van de aanvrager is voldaan, hetgeen op te eisen wat de gemeente voor die voldoening of anderszins heeft betaald.
Er wordt door de gemeente geen garantie verleend, wanneer er niet voldaan wordt aan de door burgemeester en wethouders opgestelde criteria voor garantieverlening, of dat er aan één van de in artikel 20 genoemden redenen wordt voldaan. Ook wanneer het weerstandsvermogen van de gemeente niet toereikend is, kan dat een afwijzingsgrond zijn voor garantieverlening.
In bijzondere gevallen kan van het gestelde in deze verordening worden afgeweken.
De garantie, die vóór het inwerkingtreden van deze verordening is verstrekt door burgemeester en wethouders, blijft van kracht met de in die garantie vermelde voorwaarden of richtlijnen.
De verordening treedt pas in werking met ingang van één dag na het vaststellen van de gemeenteraad. Zij kan worden aangehaald als ‘Verordening Algemene Garantievoorwaarden’.