Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heemstede

Regeling Studiefaciliteiten gemeente Heemstede 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeemstede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling Studiefaciliteiten gemeente Heemstede 2006
CiteertitelStudiefaciliteitenregeling gemeente Heemstede 2006
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Car-Uwo, art. 17:1:1 e.v.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Niet van toepassing.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-200601-01-2020Nieuwe regeling

11-07-2006

Geen bron.

DM 51361

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling Studiefaciliteiten gemeente Heemstede 2006

 

 

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1  

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a.Medewerker: de ambtenaar in de zin van de CAR en in dienst van de

gemeente Heemstede;

b. Vakgerichte opleiding: de door het college noodzakelijk geachte opleiding;cursussen;

c. POP-opleiding een opleiding in het kader van een Persoonlijke ontwikkelingsplan conform hoofdstuk 17 “Opleiding en ontwikkeling” van de CAR-UWO;

d. Algemeen vormende opleidingen mbo-, hbo-, en universitaire opleidingen.

Hoofdstuk II Algemeen

Artikel 1 Maatwerk

Deze regeling biedt een algemeen kader voor de toekenning van studiefaciliteiten voor POP’s en in het kader van een werkgeversbijdrage. De afspraken die uiteindelijk gemaakt worden tussen werkgever en medewerker zijn maatwerk waarbij van dit kader kan worden afgeweken.

 

Artikel 2 Onderscheid voltijders / deeltijders

Bij de toekenning van studiefaciliteiten wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijders en deeltijders behoudens het verlof ter voorbereiding op een examen bij een vakgerichte opleiding of een POP-opleiding.

Artikel 3 Terugbetalingsregeling

  • 1.

    In een terugbetalingsregeling verklaart de medewerker voorafgaand aan de studie schriftelijk de ontvangen bedragen voor studiefaciliteiten terug te betalen als:

    • a.

      de afgesproken termijn(en) van de studie wordt overschreden;

    • b.

      de studie, waarvoor een vergoeding is verleend, wordt beëindigd voordat de afgesproken studietermijn is verstreken zonder dat de studie tot het behalen van een diploma heeft geleid.

    • c.

      de vergoeding voor de studie wordt gestaakt omdat onvoldoende of onregelmatig wordt gestudeerd;

    • d.

      de medewerker op eigen verzoek of ten gevolge van aan hemzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voor het einde van de studie waarvoor een vergoeding is toegekend of binnen twee jaren na het behalen van het voor deze studie geldende diploma;

    • e.

      de medewerker op eigen verzoek of ten gevolge van aan hemzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen binnen twee jaren na het beëindigen van de studie zonder dat het door hem - na het verstrijken van de afgesproken termijn - afgelegde examen tot het behalen van een diploma heeft geleid.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de medewerker op zijn verzoek, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, ontheffen van de op hem rustende verplichting tot terugbetaling.

Artikel 4 Termijn studiefaciliteiten

Een termijn kan worden vastgelegd waarbinnen de studie dient te worden afgerond.

Artikel 5 Intrekking

  • 1.

    De studiefaciliteiten worden tijdelijk of geheel ingetrokken als de medewerker niet regelmatig of onvoldoende studeert waardoor de normaal te achten duur van de studie niet kan worden gehaald.

  • 2.

    Deze intrekking vindt niet plaats als de medewerker aannemelijk maakt dat de onregelmatige of onvoldoende studie het gevolg is van feiten of omstandigheden, die niet aan hem zelf zijn te wijten.

Artikel 6 Informatieplicht

De medewerker informeert de werkgever over de voortgang van de studie en de eventuele resultaten van examens.

Artikel 7 Toereikendheid budget

Studiekosten worden alleen vergoed voor zover het budget toereikend is en de studie is opgenomen in het jaarlijks organisatiebrede opleidingsplan.

Hoofdstuk III Vakgerichte opleidingen

Artikel 8 Vakgerichte opleiding

Een vakgerichte opleiding is noodzakelijk voor de ontwikkeling van de medewerker in zijn huidige functie of een toekomstig te vervullen functie.

Artikel 9 Noodzaak vakgerichte opleiding

De noodzaak voor een vakgerichte opleiding wordt vastgesteld op basis van de functie-eisen, het afdelingplan of de (te verwachte) ontwikkelingen op de afdeling of in de organisatie.

Artikel 10 Studiekosten

De studiekosten voor vakgerichte opleidingen worden volledig vergoed voor cursus-, les- of collegegelden, examen- en diplomagelden, met uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven met de studie verband houdende boeken.

Artikel 11 Vergoeding van reis- en verblijfkosten

  • 1.

    De reiskosten voor het volgen van vakgerichte opleidingen worden vergoed op basis van openbaar vervoer (2e klas) ook als wordt gereisd met eigen vervoer.

  • 2.

    Als wordt gereisd met eigen vervoer en er rijdt een collega mee dan is de vergoeding gebaseerd op de vastgestelde vergoeding voor dienstkilometers.

  • 3.

    De verblijfkosten worden volledig vergoed.

Artikel 12 Terugbetalingsregeling vakgerichte opleiding

  • 1.

    Een terugbetalingsverplichting wordt niet als voorwaarde gesteld bij vakgerichte opleidingen, tenzij dit redelijk is gezien de kosten, de duur van de opleiding of bij een recente indiensttreding.

  • 2.

    Indien een terugbetalingsregeling verplicht wordt gesteld bij een vakgerichte opleiding wordt vergoeding van studiekosten pas gegeven, nadat de medewerker schriftelijk heeft ingestemd met een terugbetalingsverplichting conform artikel 3 van deze regeling.

  • 3.

    Het terugbetalingspercentage bij studiekosten voor vakgerichte opleidingen bedraagt 25% van de ontvangen vergoedingen.

Artikel 13 Verlof vakgerichte opleiding

  • 1.

    De compensatie voor het volgen van een vakgerichte opleiding op een externe locatie, die op verzoek van de werkgever plaatsvindt, bedraagt vier uur per dagdeel (ochtend, middag of avond). De cursustijd 's avonds voor verplichte vakgerichte scholing wordt niet gecompenseerd in het geval van managementopleidingen.

  • 2.

    De reistijd vanwege een cursus wordt niet gecompenseerd behoudens in uitzonderlijke gevallen. Dit ter beoordeling van de sectordirecteur of griffier.

  • 3.

    Ter voorbereiding op een examen, kan indien noodzakelijk aan de medewerker verlof worden verleend tot een maximum van 14,4 uur per (studie)jaar. Voor deeltijders geldt dit maximum aantal uren naar rato.

Artikel 14 Congressen

Tenzij de sectordirecteur of griffier anders beslist gelden voor het bezoek van een congres dezelfde studiefaciliteiten als voor vakgerichte opleidingen.

 

Hoofdstuk IV Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Artikel 15 Voorwaarden POP

  • 1.

    Het verzoek van de medewerker voor een POP wordt beoordeeld op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Het belang van de medewerker versus het belang van het college voor het persoonlijke ontwikkelingsplan kent een evenwichtige verhouding;

    • b.

      Het belang van het college is op te maken op basis van een afdelingsplan, collegeprogramma of te verwachte wijzigingen in de organisatie of in het takenpakket van de medewerker. (was: toekomstige situatie);

    • c.

      Het college is van oordeel dat de opleiding bijdraagt aan een verbetering van de kwalificaties voor de huidige functie, of:

      • -

        waardoor er een reëel perspectief is op interne doorstroming bij de gemeente Heemstede, of

      • -

        waardoor er een reële verbetering is van het perspectief op een loopbaan buiten de gemeente Heemstede.

    • d.

      Het college is van oordeel dat de door de medewerker gewenste loopbaanontwikkeling reëel is. M.a.w. de medewerker wordt in staat geacht de opleiding te voltooien en de functie die hierbij aansluit aan te kunnen.

  • 2.

    De medewerker verschaft de werkgever informatie over het doel en achtergronden van de door hem of haar gewenste loopbaanontwikkeling en de aard en inhoud van het (opleidings)traject.

  • 3.

    Om voor een vergoeding in aanmerking te komen dient te worden voldaan aan alle criteria van het eerste lid van dit artikel.

Artikel 16 Vergoeding kosten POP

De gemaakte kosten voor opleidingen en andere activiteiten in het kader van persoonlijke ontwikkeling (POP hoofdstuk 17 van de CAR-UWO) worden volledig vergoed voor cursus-, les- of collegegelden, examen- en diplomagelden, met uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven met de studie verband houdende boeken.

Artikel 17 Verlof POP

  • 1.

    Voor het volgen van een opleiding of andere activiteiten in het kader van een POP vindt in het algemeen geen compensatie in tijd plaats, tenzij het gemeentelijk belang in grote mate aanwezig is voor het POP.

  • 2.

    Als het gemeentelijk belang groot is voor het POP worden over het toe te kennen verlof, voor compensatie van de (cursus)tijd, maatwerkafspraken gemaakt tussen de leidinggevende en de medewerker.

  • 3.

    De reistijd vanwege een cursus of andere activiteit wordt niet gecompenseerd.

Artikel 18 Terugbetalingsregeling POP

  • 1.

    Vergoeding van (studie)kosten wordt pas gegeven nadat de medewerker schriftelijk heeft ingestemd met een terugbetalingsverplichting conform artikel 3 van deze regeling.

  • 2.

    Het terugbetalingspercentage bij (studie)kosten in het kader van een persoonlijk ontwikkelingsplan bedraagt 50% van de genoten cursuskosten.

Artikel 19 Algemeen vormende opleiding en POP

Een algemeen vormende opleiding kan alleen onderdeel van een POP vormen als er een perspectief ontstaat op interne doorstroming bij de gemeente Heemstede.

 

Hoofdstuk IV Werkgeversbijdrage studiefaciliteiten

Artikel 20 Voorwaarden werkgeversbijdrage studiefaciliteiten

  • 1.

    De verzoeken van ambtenaren voor studiefaciliteiten die afgewezen zijn omdat deze niet voldoen aan de criteria van de vakgerichte opleidingen en POP’s kunnen in bepaalde gevallen in aanmerking komen voor een werkgeversbijdrage. De criteria voor een werkgeversbijdrage zijn:

    • a.

      Er is een beperkt belang voor de werkgever;

    • b.

      Het belang van de werkgever is op te maken op basis van het afdelingsplan, collegeprogramma of een te verwachten ontwikkeling;

    • c.

      De werkgever is van oordeel dat de opleiding bijdraagt aan een verbetering van de kwalificaties:

      • -

        waardoor er een verbeterd perspectief is op interne doorstroming bij de gemeente Heemstede, of

      • -

        waardoor er een verbetering is van het perspectief op een loopbaan buiten de gemeente Heemstede.

    • d.

      De werkgever is van oordeel dat de door de medewerker gewenste loopbaanontwikkeling reëel is. M.a.w. de medewerker wordt in staat geacht de opleiding te voltooien en de functie(niveau) die hierbij aansluit aan te kunnen.

  • 2.

    De medewerker verschaft de werkgever informatie over het doel en achtergronden van de door hem of haar gewenste loopbaanontwikkeling en de aard en inhoud van het opleidingstraject.

  • 3.

    Om voor een vergoeding in aanmerking te komen dient te worden voldaan aan alle criteria van het eerste lid van dit artikel.

Artikel 21 Algemeen vormende opleidingen

Alle soorten opleidingen, inclusief algemeen vormende opleidingen, kunnen voor een werkgeversbijdrage in aanmerking komen indien wordt voldaan aan de criteria in deze regeling.

Artikel 22 Vergoedingspercentage werkgeversbijdrage

  • 1.

    De gemaakte studiekosten voor opleidingen en activiteiten die in aanmerking komen voor een werkgeversbijdrage worden vergoed tot een percentage van 50% voor cursus-, les- of collegegelden, examen- en diplomagelden, met uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven met de studie verband houdende boeken.

  • 2.

    Het totale bedrag aan werkgeversbijdrage dat kan worden toegekend aan een medewerker is maximaal € 2.000 in drie jaar per opleiding.

Artikel 23 Duur werkgeversbijdrage

  • 1.

    Een vergoeding wordt maximaal toegekend aan een medewerker voor een periode van drie school- of kalenderjaren per opleiding.

  • 2.

    Een verzoek tot verlenging van deze periode wordt op basis van de criteria in deze regeling beoordeeld.

Artikel 24 Verlof

Voor opleidingen die in aanmerking komen voor een werkgeversbijdrage vindt geen compensatie met verlof plaats vanwege cursustijd, studietijd en examens.

Artikel 25 Terugbetalingsverplichting werkgeversbijdrage

  • 1.

    Een terugbetalingsverplichting is van toepassing bij opleidingen waarvoor een werkgeversbijdrage wordt toegekend.

  • 2.

    Vergoeding van studiekosten wordt pas gegeven, nadat de medewerker schriftelijk heeft ingestemd met een terugbetalingsverplichting conform artikel 3 van deze regeling.

  • 3.

    Het terugbetalingspercentage bij opleidingen waarvoor een werkgeversbijdrage is toegekend bedraagt 50% van de genoten cursuskosten.

Artikel 26 Reiskosten

Voor opleidingen die in aanmerking komen voor een werkgeversbijdrage worden geen reiskosten vergoed.

Artikel 27 Samenloop vakgerichte opleiding/POP en werkgeversbijdrage

In het geval dat voor een deel van opleiding al een 100% vergoeding wordt gegeven in het kader van een vakgerichte opleiding of POP kan voor delen van de opleiding waarvoor geen vergoeding is toegekend, een werkgeversbijdrage worden toegekend.

 

HoofdstukV Slotbepalingen

Artikel 28 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze regeling niet voorziet, treft het college een bijzondere regeling.

Artikel 29 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2006 en kan worden aangehaald als de Studiefaciliteitenregeling gemeente Heemstede 2006.

  • 2.

    De Studiefaciliteitenregeling gemeente Heemstede 2004, zoals vastgesteld op 9 maart 2004,wordt ingetrokken per 1 augustus 2006.

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 11 juli 2006.