Organisatie | Gouda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en verlening van vergunningen voor het parkeren 2012 |
Citeertitel | Parkeerverordening 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | artikel 3 | 13-12-2023 | 7636 | ||
01-01-2012 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 22-06-2011 De Goudse Post, 5 november 2011 | 676764 |
Afdeling I Definities en begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a) RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;
b) motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;
c) brommobiel: bromfiets op meer dan twee wielen die is voorzien van een carrosserie;
d) parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
e) houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig of brommobiel dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet (Stb. 1994,475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig of brommobiel opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
met een houder wordt gelijkgesteld degene die krachtens een leasecontract of een huurcontract gebruiksgerechtigde is van een motorvoertuig of brommobiel voor een periode van tenminste één kalenderkwartaal;
f) parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen daaronder naar maatschappelijke opvattingen wordt verstaan;
g) belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:
h) betaald parkeerplaats: een parkeerplaats welke is aangeduid met (zonale) bord BW111 (handje/muntje) (publicatie 134 van het CROW, Richtlijnen parkeerbebording) en/of op de straat of stoep een tegel met daarop een handje/muntje;
i) parkeermetervak: een parkeerplaats ten aanzien waarvan het parkeren wordt geregeld door een individuele parkeermeter;
j) gehandicaptenparkeerplaats: een parkeerplaats waar alleen geparkeerd mag worden met een geldige gehandicaptenparkeerkaart;
k) vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen en/of betaald parkeerplaatsen
l) vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.
m) autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder;
n) aanbieder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die (beroeps- of bedrijfsmatig) motorvoertuigen voor autodate ter beschikking stelt;
o) deelnemer: een natuurlijk persoon die een overeenkomst heeft gesloten inzake autodate;
p) standplaats: de parkeerplaats waar een motorvoertuig bestemd voor autodate geparkeerd wordt.
q) adres: het adres zoals dat bekend staat in de gemeentelijke basisadministratie.
AFDELING II Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen
Een vergunning kan worden verleend aan:
de eigenaar of houder van een motorvoertuig of brommobiel wanneer deze een beroep of bedrijf uitoefent in een pand gelegen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn en deze aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening volgens de vastgestelde groene en grijze lijst volgens artikel 5, lid 1 van de Verordening ontheffingen autovrij gebied binnenstad Gouda noodzakelijk is om in dat gebied een motorvoertuig te parkeren, te noemen bedrijfsvergunning (geldig maandag t/m vrijdag);
de eigenaar of houder van een motorvoertuig of brommobiel, wanneer deze een beroep of bedrijf uitoefent in een pand gelegen binnen of buiten het gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of betaald parkeerplaatsen aanwezig zijn en deze aantoont dat het motorvoertuig benodigd is voor het verrichten van dagelijks of bijna dagelijks herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden of bedrijfsvoering als hier genoemd onder 2b in het vergunningengebied en om die reden het motorvoertuig of brommobiel noodzakelijkerwijze in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie moet worden geparkeerd, te noemen bedrijfsvoeringsvergunning;
een natuurlijk persoon die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of betaald parkeerplaatsen aanwezig zijn, indien deze een motorvoertuig of brommobiel huurt voor een periode korter dan een kalenderkwartaal van een bedrijf dat bedrijfs- of beroepsmatig motorvoertuigen verhuurt, valt dat onder de tijdelijke vergunningen;
de eigenaar of houder van een motorvoertuig of brommobiel wanneer deze een beroep of bedrijf uitoefent in een pand gelegen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of betaald parkeerplaatsen aanwezig zijn en deze aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is om in het gebied binnen de singels op zaterdag een motorvoertuig te parkeren, te noemen zaterdagvergunning (geldig maandag t/m zaterdag).
Op aanvraag van een bewoner die staat ingeschreven op een adres binnen het gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of betaald parkeerplaatsen aanwezig zijn, kan per adres, ten behoeve van het parkeren van een motorvoertuig of brommobiel van bezoekers een vergunning worden verleend, te noemen bezoekerskaart.
Aan een vergunning en een bezoekerskaart kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning en de bezoekerskaart van kracht is. Aan de bezoekerskaart kunnen bovendien beperkingen worden gesteld aan de verkrijgbaarheid.
Het college kan aan een vergunning en een bezoekerskaart ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een parkeervergunning Autodate kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Omgevingswet, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.