Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening regelende de instelling, de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de bestuurscommissie openbaar basisonderwijs, alsmede de verhouding van de bestuurscommissie ten opzichte van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Wethouders |
Citeertitel | Verordening bestuurscommissie openbaar primair onderwijs |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | onderwijs |
publicatie niet te achterhalen.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2003 | 01-01-2007 | nieuwe regeling | 19-12-2002 Onbekend | Handelingen van de raad, bijlagenr. N 19 2002 |
Verordening op de bestuurscommissie ex. artikel 82 van de Gemeentewet voor het openbaar basisonderwijs Epe.
Gelet op de kaderstellende nota van de gemeenteraad d.d. 19 december 2002 over de overdracht van het bestuur van het openbaar primair onderwijs van de gemeente Epe aan een in te stellen bestuurs-commissie ex. artikel 83 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad;
overwegende, dat het gewenst is het bestuur van de openbare scholen voor basisonderwijs in de gemeente Epe over te dragen aan een bestuurscommissie;
gelet op artikel 83 en 156 van de Gemeentewet;
gelet op de Wet op het Primair Onderwijs;
VERORDENING regelende de instelling, de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de bestuurscommissie openbaar basisonderwijs, alsmede de verhouding van de bestuurscommissie ten opzichte van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Wethouders.
Raad: de gemeenteraad van de gemeente Epe;
College: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Epe;
Commissie: de bij deze verordening ingestelde commissie ex artikel 83 van de Gemeentewet zijnde het bevoegde bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht;
School: een openbare school in de zin van de Wet op het Primair Onderwijs;
Directie: degene(n), die als (algemeen) directeur van de school (is) zijn benoemd;
Organisatie voor bestuursondersteuning: de organisatie die de personele en/of financiële administratie, alsmede evt. de bestuurs- en managementondersteuning van de openbare scholen in de gemeente verzorgt;
Ouders: de ouders, voogden en verzorgers van de leerlingen die zijn ingeschreven op een school;
Wet: de Wet op het Primair Onderwijs;
Medezeggenschapsraad: de medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 3 van de Wet Medezeggenschap Onderwijs;
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad: De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 28 van de Wet Medezeggenschap Onderwijs;
Artikel 4 Samenstelling commissie.
De commissie stelt bij reglement een procedure vast voor de voordracht als bedoeld in het voorgaande lid en zendt dit reglement ter kennisgeving aan het College van Burgemeester en Wethouders; de voordracht voor de eerste samenstelling van de commissie is in artikel 25 Overgangs-en slotbepalingen onder lid 1 opgenomen.
Artikel 5 Onverenigbare functies en verboden handelingen.
Een lid van de commissie mag niet:
het aannemen van werk ten behoeve van de commissie;1e
2e het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werk-zaamheden ten behoeve van de commissie;
3e het doen van leveranties aan de commissie;
4e het verhuren van roerende zaken aan de commissie;
5e het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de commissie;
6e het van de commissie onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De com-missie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
Artikel 15 Huishoudelijk reglement.
Alle zaken betreffende de interne aangelegenheden van de commissie worden geregeld bij huis-houdelijk reglement. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten in strijd met deze verordening.
De voorzitter, de secretaris en de penningmeester vormen het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur is belast met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de commissie.
4. Verhouding tot raad en college van burgemeester en wethouders
Het College van Burgemeester en Wethouders neemt het ontwerp van de commissie ongewijzigd over, tenzij dit naar het oordeel van het College in strijd is met het recht, het algemeen of financieel belang van de gemeente. Wanneer het College de begroting en jaarrekening de raad in ontwerp aanbiedt, doet het College verslag van de gang van zaken.
Bezwaar tegen besluit gemeente.
De bepalingen inzake bezwaar van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing voor zover het een besluit van de raad of het College van Burgemeester en Wethouders betreft waardoor de commissie rechtstreeks in haar belang wordt getroffen.
Toelichting bij de verordening op de bestuurscommissie voor het openbaar basisonderwijs Epe
1.1.De bestuurscommissie als bestuursvorm. De overdracht van schoolbestuurlijke taken en bevoegdheden aan een bestuurscommissie is een veel toegepaste vorm van bestuurlijke verzelfstandiging van het openbaar onderwijs. Omdat een bestuurscommissie onderdeel is van de gemeente, is de verzelfstandiging niet volledig. Het openbaar onderwijs blijft deel uitmaken van het financiële systeem van de gemeente. De gemeente blijft ontvanger van de rijksvergoedingen en hevelt deze bij begroting over naar de bestuurscommissie.
Volledige verzelfstandiging is eerst aan de orde indien het openbaar onderwijs ook in vermogensrechtelijk opzicht verzelfstandigd wordt. Dit is het geval indien gekozen zou worden voor een bestuursvorm als geregeld door de 'Wet verruiming bestuursvormen openbaar onderwijs' (de openbare rechtspersoon of de stichting voor openbaar onderwijs).
nog geen volledige verzelfstandiging
Dat nu nog niet wordt gekozen voor volledige verzelfstandiging heeft de volgende redenen:
uitgangspunt: maximale overdracht van bevoegdheden
Een bestuurscommissie wordt bij verordening ingesteld door de raad. De verordening regelt onder meer taken en bevoegdheden van de commissie en het toezicht door de raad. Wil de bestuurscommissie voor de openbare basisscholen de schoolbestuurlijke verant-oordelijkheid waar kunnen maken, is, binnen de begrenzing van de door de gemeenteraad beschikbaar gestelde middelen, maximale overdracht van schoolbestuurlijke taken en bevoegdheden en maximale autonomie ten opzichte van het gemeenbestuur gewenst. Dit uitgangspunt wordt hierna in het kader van de toelichting op de verordening verder uitgewerkt.
1.2.Vormvereisten verordening.
Er zijn vrijwel geen wettelijke voorschriften voor de inrichting van de bestuurscommissie. De vrijheid om de commissie in te richten naar lokale omstandigheden en wensen is daardoor groot.
De verordening dient wel te voldoen aan een aantal vormvereisten. De gemeentewet bepaalt dat de verordening in ieder geval een regeling moet bevatten voor:
de taken, bevoegdheden en samenstelling (zie: Verordening hoofdstuk I en II)
De tekst van de verordening is gebaseerd op de tekst van de voorbeeldverordening van de VNG. Deze voorbeeldverordening voldoet aan de eisen die de Gemeentewet stelt. De tekst van de voorbeeldverordening is aangevuld en aangepast overeenkomstig bovengenoemd uitgangspunt, dit vanzelfsprekend geheel binnen het kader dat de gemeentewet stelt. Tevens is met het oog op een betere leesbaarheid de indeling van de modelverordening aangepast en zijn in dat kader enige artikelen uitgesplitst.
1.4.Bevoegdheden van de commissie
De grondslag van de bestuursbevoegdheid van de bestuurscommissie is delegatie van bevoegdheden door de raad aan de bestuurscommissie. De gemeenteraad kan zijn delegatie ten alle tijde intrekken. De commissie heeft niet automatisch alle bevoegdheden van een schoolbestuur. De bevoegd-den hangen volledig af van wat de gemeenteraad heeft overgedragen (zie toelichting 1.5).
De commissie is geen zelfstandige rechtspersoon, zij maakt deel uit van de gemeente. Om namens de gemeente privaatrechtelijke rechtshandelingen te kunnen verrichten, dient de burgemeester de individuele leden van de commissie hiertoe de bevoegdheid te geven.
De bevoegdheid van de commissie om betalingsopdrachten te verlenen wordt uitdrukkelijk geregeld in de verordening (artikel 3 lid 4)
De bestuurscommissie is bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
Financiële verhouding tussen gemeenteraad en bestuurscommissie. Het vaststellen van de begroting en van de rekening kan wettelijk niet overgedragen worden aan de bestuurscommissie. Er is immers geen vermogensrechtelijke scheiding van de ge-meente. De gemeente blijft ontvanger van de rijksvergoedingen en bepaalt de grenzen van het financiële speelveld voor de commissie. Binnen deze begrenzing moet de bestuurscommissie zo autonoom mogelijk het resultaat van haar eigen beleids- en belangenafwegingen in financiële zin kunnen verlaten.
Daarom wordt in de verordening bepaald (artikel 21) dat:
De gemeenteraad stelt uiteindelijk de begroting en rekening vast.
1.7.Toezicht van de gemeenteraad op de commissie Het is niet noodzakelijk dat het toezicht van de gemeenteraad op de commissie uitdrukkelijk wordt geregeld. In geval van ernstige taakverwaarlozing of functioneren in strijd met de wet kan de gemeenteraad zijn delegatie van bevoegdheden altijd intrekken. Om die reden behoeft ook de ontbinding van de commissie niet geregeld te worden.
De jaarlijkse inhoudelijke verslaggeving verloopt via de jaarrekening en de toelichting daarop (artikel 20)
De raad dient iedere wijziging van de verordening vast te stellen (artikel 23)
1.8.Omvang, samenstelling en benoeming van de commissie.
Er zijn geen wettelijke bepalingen die de omvang of de samenstelling van de bestuurs-commissie regelen. Bij de bepaling van het aantal leden moet het midden worden gevonden tussen de volgende aspecten:
Kortom: qua omvang niet te klein maar zeker ook niet te groot, gegeven de 'besturingsfilosofie' die gehanteerd zal worden. Gelet op het aantal openbare basisscholen in de gemeente Epe, is een kernbestuur van 7 leden een goed gemiddelde De kernfuncties en de bestuurslast (te vertalen in mogelijke portefeuilles) kunnen dan in principe efficiënt verdeeld worden, bijvoorbeeld:
Commissieleden worden in de VNG-modelverordening voorgedragen door de school-geledingen (gemeente)bestuur, personeel en ouders. Dat is overeenkomstig voor de gemeente Epe beschreven. De leden hebben zonder last zitting in de commissie (artikel 12 lid 1)
In de verordening worden de commissieleden benoemd door het College op voordracht van bovengenoemde geledingen in de volgende verhouding (artikel 4 lid 2):
2 leden op voordracht van de ouders ;
2 leden op voordracht van het personeel;
3 leden op voordracht van het bestuur i.c. de bestuurscommissie.
Hieraan liggen de volgende overwegingen ten grondslag:
De Gemeenteraad behoudt een aantal bevoegdheden. Dat zijn onder meer het vaststellen van de jaarrekening en de begroting van de commissie. De gemeenteraad is bevoegd tot opheffing van de commissie, bijvoorbeeld als sprake is van ernstige verwaarlozing van de uitvoering van taken door de commissie. De commissie kan niet zonder instemming van de gemeenteraad bijvoorbeeld een school verplaatsen, opheffen of splitsen.
ste lid)en een afzonderlijke benoemingsprocedure (zie bijlage 1).Voor de benoeming van de eerste commissie geldt een overgangsregeling (zie artikel 25 1
Het commissielid wordt gevraagd de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs te respecteren. Er wordt niet gevraagd deze wezenskenmerken te onderschrijven. Het openbaar onderwijs staat per definitie open voor iedere ouder en leerling, ongeacht godsdienst of levensbeschouwing. Het vragen van respect moet ook voor de commissie-leden gelden.
Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat de commissie bij vacatures geen rechtsgeldige besluiten meer zou kunnen nemen.
Artikel 6 lid 3 bepaalt dat zo spoedig mogelijk in vacatures voorzien moet worden.Indien de bestuurscommissie langdurig slechts een beperkt aantal leden telt, zal dit over het algemeen het gevolg zijn van een conflict of een vertrouwensbreuk. Of er zijn leden die in de terminologie van artikel 7 "in ernstige mate door handelen of nalaten afbreuk doen aan het functioneren van de commissie". Afhankelijk van de ernst van de situatie biedt de verordening voor het gemeentebestuur de mogelijkheid om op te treden, voorop staat immers dat de continuïteit in het bestuur van de scholen gegarandeerd moet kunnen worden. Het gemeentebestuur zal gegeven de toezichthoudende verantwoordelijkheid, eerst proberen de oorzaken van de langdurige onderbezetting van de commissie, op te heffen.Indien de omstandigheid dat de commissie langere tijd onderbezet is en blijft, leidt tot taakverwaarlozing, kan de raad ingevolge artikel 23 na overleg met de commissie tijdelijk voorzien in het bevoegd gezag en in het uiterste geval de commissie ontbinden. Het initiatief hiertoe kan ook uitgaan van de commissie zelf.
Met deze bepalingen wordt belangenverstrengeling voorkomen.De tekst "een betrekking die onder de commissie valt" vloeit voort uit het feit dat formeel gezien iemand geen betrekking bij een school heeft, maar een betrekking bij de commissie. Er is immers geen schoolaanstelling, maar een bestuursaanstelling.
Dit zijn standaardbepalingen die beogen te voorkomen dat iemand die handelingsonbekwaam is, het lidmaatschap van de bestuurscommissie kan uitoefenen. Beide leden van dit artikel hebben betrekking op het privaatrecht. Met andere woorden: het lidmaatschap van de bestuurscommissie wordt beëindigd zodra het lid persoonlijk in staat van faillissement wordt gesteld of persoonlijk verlening van surseance van betaling krijgt.Artikel 8 lid eHet ontslag verwijst naar artikel 7 leden 1 en 2.
bijlage bijlagebij deze toelichting gevoegd.De profielschets voor leden van de bestuurscommissie is als bij deze toelichting gevoegd.De benoemingsprocedure voor de eerste commissie is als