Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borsele

Verordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand gemeente Borsele 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorsele
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand gemeente Borsele 2012
CiteertitelVerordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand gemeente Borsele 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-07-201201-01-2015nieuwe regeling

07-06-2012

Bevelandse Bode 04-07-2012

raadsstukken 07-06-2012, B7

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand gemeente Borsele 2012

De raad van de gemeente Borsele;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Borsele d.d. 21 mei 2012;

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel g, van de Wet werk en bijstand;

overwegende, dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat kinderen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door de financiële positie van de ouder(s), dat gemeenten daaraan dienen bij te dragen door het voeren van beleid, gericht op inkomensondersteuning van ouders met schoolgaande kinderen;

BESLUIT:

vast te stellen de

Verordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand

gemeente Borsele 2012

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.      wet: de Wet werk en bijstand;

b.      maatschappelijke participatie: het deelnemen aan activiteiten met een sportief, educatief, sociaal dan wel cultureel karakter door  schoolgaande kinderen van ouders met een laag inkomen.

c.       voorziening: een vorm van financiële ondersteuning of ondersteuning in natura, gericht op de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen van ouders met een laag inkomen, ter bevordering van maatschappelijke participatie;

d.      schoolgaand kind: ten laste komende kind van een ouder met een laag inkomen, voor wie de leer- of kwalificatieplicht, bedoeld in artikel 4 van de Leerplichtwet, geldt;

e.     laag inkomen bij categoriale regelingen als bedoeld in artikel 35, vijfde lid van de wet, of in de Gemeentewet: een inkomen tot 110 % van de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

f.      laag inkomen bij individuele bijstand als bedoeld in artikel 35 van de wet: een inkomen tot 100% van de van toepassing zijnde  bijstandsnorm.

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1

    De gemeenteraad beschouwt het als zijn taak om de maatschappelijke participatie te bevorderen en het aantal schoolgaande kinderen dat belemmeringen ondervindt in die participatie door de financiële positie van hun ouders, terug te dringen

  • 2

    Deze verordening stelt regels over de wijze waarop de in het eerste lid genoemde taak door het college wordt uitgevoerd, met inbegrip van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie.

Paragraaf 2 Beleid met betrekking tot maatschappelijke participatie

Artikel 3 Verantwoordelijkheid college

  • 1

    Het college zet zich in voor het tot stand komen en ondersteunen van diensten door rechtspersonen die naar zijn oordeel bijdragen aan maatschappelijke participatie.

  • 2

    Het college biedt voorzieningen aan, die gericht zijn op maatschappelijke participatie.

  • 3

    Indien een voorziening, bedoeld in het tweede lid, het rechtskarakter heeft van categoriale bijzondere bijstand, bedoeld in artikel 35, vijfde lid, van de wet, draagt het college er zorg voor dat deze bijstand uitsluitend wordt verstrekt aan een belanghebbende met een inkomen tot 110% procent van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm.

  • 4

    Het college werkt bij het bevorderen van maatschappelijke participatie samen met natuurlijke en rechtspersonen, voor zover die samenwerking naar het oordeel van het college daaraan bijdraagt.

Artikel 4 Beleid en voorzieningen

  • 1

    Het college geeft uitvoering aan het volgende beleid ter bevordering van de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen:

    a      Categoriale bijzondere bijstand startpakket brugklas. Deze bijstand is bedoeld als bijdrage in de kosten die gemaakt worden voor   een ten laste komend kind dat voor de eerste maal onderwijs volgt in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs. De hoogte van deze bijstand bedraagt in 2012 € 206,- . Dit wordt bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met het percentage genoemd in de Schulinck Handboeken.

    b      Individuele bijzondere bijstand ten behoeve van de eerste aanschaf van een computer met printer. Deze bijstand is bedoeld voor gezinnen waarbij het eerste kind naar groep 8 van het basisonderwijs gaat en waar nog geen computer aanwezig is en wordt verstrekt in de vorm van een lening. De hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld op basis van de Nibud prijzengids.

     

Artikel 5 Maatschappelijke participatie in andere gemeentelijke regelingen

  • 1

    Voor zover in een andere gemeentelijke regeling reeds is voorzien in een wettelijke grondslag voor ondersteuning van de maatschappelijke participatie, wordt die regeling geacht mede uitvoering te geven aan de opdracht, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel g, van de wet.

  • 2

    Een regeling als bedoeld in het eerste lid is het Fonds Maatschappelijke Participatie ten behoeve van deelname aan sociale, culturele en sportieve activiteiten. Deze regeling voorziet in een tegemoetkoming in verband met de kosten van maatschappelijke participatie van kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 17 jaar. De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt in 2012 € 156,- per kind per jaar. Dit wordt bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met het percentage genoemd in de Schulinck Handboeken.

Artikel 6 Vorm van een voorziening

  • 1

    Tenzij de gemeenteraad anders heeft bepaald, stelt het college de vorm van een voorziening vast.

  • 2

    Bij het bepalen van de vorm van een voorziening kiest het college voor de vorm die naar zijn oordeel het meest doeltreffend is om de maatschappelijke participatie te bevorderen.

Paragraaf 3 Slotbepalingen

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2012.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand gemeente Borsele 2012.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 juni 2012.

De voorzitter,      De griffier,