Organisatie | Beemster |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit Brandveiligheid en hulpverlening(versie geldend sedert 27 maart 2009) |
Citeertitel | Besluit Brandveiligheid en Hulpverlening Beemster |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-03-2009 | 01-10-2010 | nieuwe regeling | 24-02-2009 Binnendijks d.d. 18 april 2009, nt. 15/16 | Onbekend |
Burgemeester en wethouders van Beemster:
gelet op artikel 1, tweede lid van de Brandweerwet 1985 (“Brandweerwet”);
burgemeester en wethouders de zorg hebben voor:
de uitvoering van werkzaamheden ter zake het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen tot de taak van de Brandweer behoort;
burgemeester en wethouders andere werkzaamheden dan hierboven bedoeld kunnen aanwijzen die de gemeentelijke Brandweer verricht;
de Brandbeveiligingsverordening voorschriften bevat over het gebruik van inrichtingen voor zover dit geen bouwwerken zijn als bedoeld in de Woningwet en de Bouwverordening;
de Bouwverordening voorschriften bevat over het gebruik van woningen, woonketens, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en standplaatsen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot onder meer brandveiligheid;
de Wet milieubeheer beoogt het milieu te beschermen, onder meer door de brandveiligheid te bevorderen;
de gemeente deelneemt aan de gemeenschappelijke regeling veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland;
het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen, de inbedding van de gemeentelijke Brandweer in de gemeentelijke organisatie de verantwoordelijkheid voor de brandweertaken onverlet laat;
besluiten vast te stellen het Besluit Brandveiligheid en Hulpverlening
Artikel 1 begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland
De tak van dienst van het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zaanstreek – Waterland, belast met de taken volgens de Brandweerwet, de voornoemde gemeenschappelijke regeling en het regionaal organisatieplan.
Artikel 3 Taken gemeentelijke Brandweer
Behoudens de door de Veiligheidsregio Zaanstreek - Waterland aan de Regionale Brandweer opgedragen taken of taakonderdelen bestaan de taken van de gemeentelijke Brandweer uit:
Artikel 5 Beleidsplan Brandweer Beemster
Het in het eerste lid bedoelde beleidsplan omvat een omschrijving van de taken en de bedrijfsvoering van de gemeentelijke Brandweer, de financiële middelen, een personeelsplan zoals bedoeld in artikel 7, alsmede overzichten van de voertuigen en overig materieel, de huisvesting en het meerjaren opleidings- en oefenplan.
Artikel 9 Opleiding en oefening
Burgemeester en Wethouders dragen aan de commandant Brandweer de opleiding en de oefening van het brandweerpersoneel op, dat voor de taakuitoefening noodzakelijk is en mede passend is bij de regionale uitgangspunten.
Artikel 10 Bluswatervoorziening
Burgemeester en Wethouders dragen zorg voor een zodanige bluswatervoorziening dat de brandbestrijding in dit opzicht te allen tijde gewaarborgd is.
Artikel 12 Functievervulling operationele leiding
In de operationele leiding bij incidenten wordt voorzien door middel van een Regionale Regeling voor de Operationele Leiding.
De gemeente Beemster bepaalt het ambitieniveau (brand)veiligheid aan de hand van de risicoanalyse binnen de gemeente, de daaraan verbonden preventie- en repressie eisen en de daartoe gekozen repressieve omvang. Eén en ander in samenhang met die van de regionale Brandweer. Het vastgestelde ambitieniveau is het uitgangspunt voor zowel het vierjarig gemeentelijk beleidsplan Brandweer Beemster als voor het jaarlijks op te stellen afdelingsplan. Het besluit beschrijft in het kort de opdracht aan de gemeentelijke Brandweer, inclusief de wettelijke, bestuurlijke en beleidsmatige kaders waarbinnen de Brandweer opereert.
De voor de Brandweer relevante wetten en voorschriften zijn in de “overwegingen” opgenomen, de Brandweerwet, de Wet rampen en zware ongevallen, de Woningwet en de Wet milieubeheer. Daarnaast wordt de positie van de Veiligheidsregio Zaanstreek – Waterland (Regionale Brandweer) benoemd. Voor wat betreft de Brandweer bestaat de Veiligheidsregio (regionale Brandweer) uit de lokale brandweren en het gezamenlijke bureau. In regionaal verband worden naar aanleiding van de wettelijk opgedragen (regionale) taken afspraken gemaakt over de onderlinge afstemming en samenwerking. Getracht wordt om de efficiency en effectiviteit van de taakuitvoering in de regio (door de gemeenten) te bevorderen. De bestuurlijke verantwoordelijkheid met betrekking tot regionale taken is vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De begripsomschrijvingen zijn ontleend aan de definities van het Project Versterking Brandweer. Zij omvatten de vastgestelde taken volgens de Brandweerwet en de Wet Rampen en Zware Ongevallen. De “Veiligheidsketen” is een centraal begrip op strategisch, tactisch en operationeel niveau centraal. De keten bestaat uit in elkaar grijpende schakels, die zowel elkaar als de keten in zijn geheel versterken. De keten dient in zijn geheel “dragend”te zijn. Dit beeld breekt met het onderscheid tussen preventief en repressief optreden. Tevens biedt het herkennings- en aanknopingspunten met overige, verwante productaanbieders. Het benoemen van de keten vraagt om het uitwerken van de eisen die aan elke schakel worden gesteld.
Artikel 2 Gemeentelijke Brandweer
Artikel 1 van de Brandweerwet bepaalt dat er in elke gemeente een gemeentelijke Brandweer is, behoudens indien vanwege de samenwerking met andere gemeenten een vervangende regeling is vastgesteld. De gemeente Beemster heeft op haar eigen wijze de Brandweer als organisatorisch onderdeel in de gemeentelijke organisatie opgenomen. Terwijl taken en personeel ten dele over de gemeentelijke organisatie zijn verspreid laat dit de centrale verantwoordelijkheid voor de Brandweertaken onverlet. Deze inhoudelijke opdracht en verantwoordelijkheid drukt een kenmerkend stempel op organisatiewijze en taaktoedeling.
Artikel 3 Taken gemeentelijke Brandweer
De vaststelling van het takenpakket van de gemeentelijke Brandweer is een bevoegdheid van het College van Burgemeester en Wethouders. Anderzijds volgen de voornaamste taken uit wet- en regelgeving en is er sprake van afstemming met het regionale beleid.
Sub a: De taken worden benoemd in het door de gemeente vastgestelde beleidsplan Brandweer Beemster. De historische kern is dat de taken tenminste bestaan uit het voorkomen en beperken van brand, ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt. De Veiligheidsketen speelt in op de evolutie van Brandweer- en Veiligheidstaken. Het begrippenkader Pro-actie, Preventie, Preparatie, Repressie, Nazorg en Bedrijfsvoering alsook de nadruk die is komen te liggen op de voorbereiding bij rampen en zware ongevallen verhelderen de activiteit. Het begrippenkader vormt het model voor doorlichting van de korpsen binnen onze regio (Nulmeting en kwaliteits”foto”, Twijstra en Gudde 2008). De taken zijn overigens mede in overeenstemming met de besluiten inzake de gemeentelijke bouwverordening en brandbeveiligingsverordening.
Sub b: De zware ongevals- en rampenbestrijding heeft zodanige eigen kenmerken dat deze weliswaar deel uitmaken van de totale “Veiligheidsketen” maar overigens een geheel eigen aanpak vergen met afwijkende samenwerkings-, bestuurlijke, verantwoordelijkheids- en bevoegdheidslijnen.
Sub c: Hier wordt de algemene dienstverlening door de Brandweer bedoeld, anders dan de wettelijke taken. Voorts wordt vastgelegd dat voor dienstverlenende taken een tarief in rekening wordt gebracht. Dit gebeurt overeenkomstig de ter zake door de gemeente vastgestelde verordening brandweerrechten.
De regionale taken corresponderen met de door de gemeenten van de Veiligheidsregio Zaanstreek – Waterland vastgestelde hoofdlijnen van beleid. Er is een (historisch lang bestaande) balans tussen de gemeenten onderling én de balans tussen gemeenten en regio. Samenwerkingsafspraken zijn neergelegd in het regionaal organisatieplan. Onder meer waar het de uitvoering van de wettelijk aan de regionale organisatie opgedragen taken betreft. De bevoegdheden en verantwoordingslijnen liggen vast in de gemeenschappelijke regeling. In artikel 4 gaat het om het op regionaal niveau mede oppakken van gemeentelijke taken. Taken die ondersteunend en aanvullend zijn ten opzichte van de basistaken;Taken die naar de aard specialistisch zijn;Taken die een bovengemeentelijke aanpak vergen.Tot uitdrukking wordt gebracht dat het takenpakket van de Veiligheidsregio Zaanstreek – Waterland (Regionale Brandweer) overeen moet komen met de afspraken die in regionaal verband zijn gemaakt en die in het organisatieplan zijn vastgelegd.
Artikel 5 Beleidsplan Brandveiligheid en Hulpverlening
Dit artikel geeft de planning en controlcyclus aan bestaande uit een vierjarig beleidsplan en de jaarlijkse uitwerking in een afdelingsplan. Op deze wijze wordt aangesloten op de gemeentelijke systematiek in de bedrijfsvoering alsook op de begrotingscyclus. Primaire verantwoordelijkheden liggen vast in artikel 1 van de Brandweerwet.De schakels van de Veiligheidsketen zijn op zich en in hun onderlinge relatie onderworpen aan beleidsvoorbereiding, beleidsvaststelling en –uitvoering, waarbij de verantwoordelijkheid voor de brandweerzorg primair bij het organisatieonderdeel Brandweer ligt. Dat laat onverlet dat taakonderdelen door derden kunnen worden verricht. Het Beleidsplan geeft aan waar dit plaatsvindt. De basis voor het beleid ligt in het geïnventariseerde risicobeeld. Het is dit “beeld” dat vertaald wordt naar gewenst veiligheidsniveau, dimensionering van de Brandweeractiviteiten, en activiteiten.
Artikel 6 Instructie commandant
De Instructie commandant legt de grondslag voor de éénhoofdige leiding, waarbij de dagelijkse aansturing vanuit de kazerne commandant plaatsvindt, en de daaruit volgende gezagsverhoudingen die voor een goed functioneren van de Brandweer onmisbaar zijn. Op grond van artikel 173 Gemeentewet en artikel 2 Wet Rampen en Zware Ongevallen is sprake van een rechtstreekse relatie van de burgemeester met de brandweercommandant. Deze relatie is ook in breder opzicht van belang.
Hierbij gaat het om een adequate bezetting ter uitvoering van de taken volgens de Veiligheidsketen. Met inachtneming van het vastgestelde ambitieniveau. Het hanteren van een hogere kwaliteitseis behoort tot de gemeentelijke autonomie. Het vaststellen van de bezetting is een verantwoordelijkheid en bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders. De dimensionering van het personeel, alsmede de scheiding van uitvoering in eigen beheer en uitvoering door derden, wordt opgenomen in het beleidsplan en uitgewerkt in het afdelingsplan. Jaarlijks wordt de sterkte geëvalueerd, zo nodig herzien, en ingebracht in de begrotingsbesprekingen.
Hierbij gaat het om de kwaliteit en de kwantiteit van het materieel. Ook dit betreft een verantwoordelijkheid en bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders. Het eerste lid regelt aan de hand van de in het regionaal organisatieplan vastgelegde samenwerkingsafspraken, de verantwoordelijkheid voor de materieelvoorziening. Het tweede lid regelt de opslag van materieel en middelen in de gemeente. Jaarlijks wordt het aanwezige en benodigde materieel geëvalueerd, zo nodig herzien, en ingebracht in de begrotingsbesprekingen.
Artikel 9 Opleiding en oefening
Hierbij gaat het om de kwaliteit van de bezetting en om realistische voorbereidingen voor de daadwerkelijke repressie. De vaststelling van de benodigde kwalitatieve bezetting is een verantwoordelijkheid en bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders. De ondergrens wordt gevormd door landelijke kaders en regionale samenwerkingsafspraken, waarbij Burgemeester en Wethouders kunnen beslissen tot het toepassen van specifieke (hogere) kwaliteitseisen. Het meerjarenplan voor de opleiding en oefenen maakt de benodigde inzet inzichtelijk en hanteerbaar. In het afdelingsplan wordt dit per jaar concreet uitgewerkt.
Artikel 10 Bluswatervoorziening
Het blussen van branden is één van de belangrijkste Brandweertaken. Het blusmiddel water wordt het meest gebruikt. De zorg voor de brandveiligheid, zoals bedoeld in artikel 1, vierde lid, van de Brandweerwet, geeft aan dat Burgemeester en Wethouders tevens verantwoordelijk zijn voor een adequaat bluswaterleidingnet, open water, speciale blusvijvers en/of geboorde putten. In de ruimtelijke planvorming dient hier rekening mee gehouden te worden. In de vorm van brandpreventieve criteria kunnen eigenaren worden verplicht tot het aanbrengen van ondersteunende voorzieningen in en om hun gebouwen. De gemeente bepaalt bij verordening waar de grens ligt tussen de publieke plicht om voor voldoende bluswater te zorgen en waar die zorg wordt opgelegd aan anderen. De openbare bluswatervoorziening dient van een kwantiteit en kwaliteit te zijn die is gerelateerd aan de gebruiksvoorschriften zoals die zijn opgenomen in het bestemmingsplan.
Artikel 11 Beleidsadvisering door de regionale Brandweer
In het besluit wordt het samenspel tussen gemeentelijke brandweren onderling en het samenspel tussen de gemeentelijke Brandweer en de Veiligheidsregio (Regionale Brandweer) inzichtelijk gemaakt. Met dit artikel wordt expliciet duidelijk gemaakt dat voorafgaand aan finale besluitvorming advies moet worden ingewonnen van de Veiligheidsregio (Regionale Brandweer). Dit betreft zowel het vierjaarlijkse gemeentelijk Beleidsplan Brandveiligheid en Hulpverlening, als eventuele tussentijdse aanpassingen van taken, personele en materiële sterkte van de gemeentelijke Brandweer, voor zover die van invloed zijn op het regionale beleid dan wel de regionale prestaties. Daarmee kan worden gewaarborgd dat de onderlinge verbondenheid van gemeenten en Veiligheidsregio (Regionale Brandweer) ook feitelijk in stand blijft. Als de Veiligheidsregio (Regionale Brandweer) om advies gevraagd wordt, zal de regionaal commandant dit advies verstrekken binnen een termijn van vier weken. In de totale procedure dient rekening gehouden te worden met de verantwoordelijkheids- en bevoegdheidslijnen van de gemeentelijke organisatie, en de Brandweer (-onderdelen) die daar qua taak of in personele zin is (zijn) ondergebracht.
Artikel 12 Functievervulling operationele leiding
Grotere incidenten moeten worden aangestuurd door de gekwalificeerde brandweerofficier. Omdat niet alle gemeenten in de Veiligheidsregio over voldoende officieren van dat niveau beschikken, wordt de beschikbaarstelling op bovengemeentelijk niveau georganiseerd. Dit is uitgewerkt in een regionale regeling voor de operationele leiding. Hierin worden de organisatiewijze van de Officier van Dienst, Hoofdofficier van Dienst, Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen, Adviseur Gevaarlijke Stoffen en Regionaal Commandant van Dienst geregeld. Artikel 12 benoemt de deelname van de gemeente Beemster aan deze regeling.
Artikel 13 Citeertitel en in werking treden
Het besluit dient op grond van artikel 2 van de Brandweerwet binnen een week na vaststelling aan Gedeputeerde Staten te worden gezonden.Met de invoering van het dualisme is het vaststellen van een organisatie”verordening” voor de brandweer een bevoegdheid van het college geworden. Omdat het vaststellen van Verordeningen een raadsbevoegdheid is zal het nieuwe stuk geen verordening worden genoemd maar besluit. Indien het college besluit een nieuw organisatiebesluit voor de Brandweer vast te stellen moet gelijktijdig de bestaande verordening worden ingetrokken. Omdat die verordening een raadsverordening betreft dient ook de intrekking ervan door dat orgaan te geschieden. Om te voorkomen dat twee regelingen gelijktijdig bestaan zal de het besluit Brandveiligheid en hulpverlening Beemster pas in werking treden op het moment dat de raad de verordening uit 1996 op 26 maart 2009 heeft ingetrokken.