Artikel 1. Taak monumentencommissie
- 1.
Overeenkomstig het bepaalde in de ‘Monumentenverordening Vught 2006’ adviseert de Monumentencommissie het college van burgemeester en wethouders alvorens zij besluiten over de in bijlage I genoemde taken. Het overzicht van deze taken maakt onderdeel uit van dit besluit (zie bijlage a).
- 2.
Voorts brengt de monumentencommissie advies uit in alle aangelegenheden, waarover burgemeester en wethouders haar oordeel vragen.
- 3.
De besluiten, die naar aanleiding van de adviezen van de monumentencommissie zijn genomen worden zo spoedig mogelijk aan de monumentencommissie medegedeeld.
Artikel 2. Samenstelling monumentencommissie
- 1.
De monumentencommissie Vught bestaat uit maximaal vijf leden, inclusief de voorzitter en exclusief de secretaris.
- 2.
Selectie van leden vindt plaats op basis van deskundigheid. Het streven is dat de volgende deskundigheden vertegenwoordigd zijn: architectuurhistorie, restauratiekunde, stedenbouw/ landschap, archeologie en lokale geschiedenis.
Van de leden wordt verwacht, dat zij betrokken zijn bij het inhoudelijke werk c.q. prestaties leveren in het kader van de taakstelling van de commissie en zo mogelijk een band met de gemeente Vught hebben.
- 3.
Wanneer aanvullend specifieke deskundigheid is vereist, kan de commissie op aanwijzing van het college van B&W -tijdelijk- worden uitgebreid. Dit is tevens aan de orde, teneinde belangenverstrengeling te voorkomen, als een plan is geagendeerd waar een commissielid beroepsmatig bij betrokken is.
- 4.
De commissie wordt bijgestaan door een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen secretaris, die geen stemrecht heeft.
- 5.
De commissie en haar voorzitter zijn bevoegd om ambtenaren, adviseurs en/of deskundigen te horen en/of in te schakelen, echter met dien verstande, dat toestemming van burgemeester en wethouders nodig is indien hieraan kosten voor de gemeente verbonden zijn.
Artikel 3. Benoeming en ontslag
- 1.
De leden worden voor een periode van vier jaar door het college van burgemeester en wethouders benoemd. Zij treden af volgens een door de commissie op te stellen rooster. In principe is eenmalige herbenoeming mogelijk.
- 2.
Leden van het college van burgemeester en wethouders maken geen deel uit van de monumentencommissie.
- 3.
In de monumentencommissie kunnen, op grond van artikel 84 (2e lid) in samenhang met artikel 83 (2e lid) van de Gemeentewet, geen leden worden benoemd die raadslid of ambtenaar van de gemeente Vught zijn.
- 4.
De monumentencommissie benoemt uit haar midden voor een periode van vier jaar een voorzitter en een vice-voorzitter.
- 5.
Een lid kan ontslag nemen door schriftelijke kennisgeving aan het college van burgemeester en wethouders.
- 6.
Wanneer een lid zijn of haar taak niet of niet behoorlijk vervult, kan het college van burgemeester en wethouders dit lid ontslaan.
- 7.
Overeenkomstig artikel 1 lid 3 is het college van burgemeester en wethouders eveneens gerechtigd aan de monumentencommissie haar oordeel te vragen over het functioneren van individuele leden.
Artikel 4. Vergoeding lidmaatschap
- 1.
De leden van de monumentencommissie ontvangen voor hun werkzaamheden een honorarium dat door het college van Burgemeester en Wethouders jaarlijks op basis van de vergoeding van burgerleden in raadscommissies wordt vastgesteld.
- 2.
De vergoeding wordt verstrekt per bijgewoonde vergadering.
Artikel 5. Vergaderingen monumentencommissie
- 1.
De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Er wordt alleen achter gesloten deuren vergaderd, wanneer hier zwaarwichtige redenen aan ten grondslag liggen. Een besluit hiertoe dient, voorafgaande aan de behandeling van het desbetreffende agendapunt, door het college van B&W te worden genomen.
- 2.
Het college van B&W kan omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken, die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding wordt zowel door de leden, die bij de behandeling aanwezig waren, als eventueel tot de vergadering toegelaten personen, in acht genomen tot het college de geheimhouding opheft. B&W zijn ten alle tijden gerechtigd besloten vergaderingen als toehoorder bij te wonen.
- 3.
De monumentencommissie streeft er naar zes maal per jaar te vergaderen, of zo dikwijls als op grond van de ‘Monumentenverordening Vught 2006’ nodig is, dan wel als het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 1 lid 2 hierom verzoekt.
- 4.
Extra vergaderingen kunnen worden belegd als het college van Burgemeester en Wethouders, dan wel de voorzitter dit nodig oordeelt, dan wel nadat tenminste drie leden schriftelijk en onder opgaaf van redenen hierom hebben verzocht.
- 5.
De voorzitter belegt de vergaderingen en zorgt dat de agenda, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste zeven dagen van te voren wordt verzonden met vermelding van de te behandelen onderwerpen en bijbehorende stukken.
- 6.
De vergadering wordt niet gehouden als blijkens de presentielijst niet tenminste de helft van de leden ter vergadering aanwezig is.
- 7.
Kan als gevolg van het in lid 6 gestelde een vergadering niet doorgaan, dan wordt zo spoedig mogelijk een nieuwe vergadering belegd. Wanneer ook dan het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt over de op de agenda vermelde onderwerpen beraadslaagd en geadviseerd door de aanwezig zijnde leden.
- 8.
Tenminste 1 x per jaar vindt er overleg plaats tussen het college van burgemeester en wethouders en de monumentencommissie, waarbij gemeentelijke monumentenaangelegenheden in de meest brede zins des woords onderwerp van bespreking vormen.
Artikel 6. Toehoorders
- 1.
Toehoorders kunnen de openbare vergadering van de commissie bijwonen.
- 2.
Toehoorders kunnen, door voorafgaand aan de vergadering aan de voorzitter/secretaris kenbaar te maken, gebruik maken van spreekrecht.
Artikel 7. Orde tijdens de vergadering
- 1.
De voorzitter draagt zorg voor de handhaving van de orde tijdens de vergadering.
- 2.
Wanneer de orde op enigerlei wijze wordt verstoord c.q. dreigt verstoord te worden, is de voorzitter bevoegd de veroorzaker te doen vertrekken.
- 3.
De voorzitter kan in bijzondere gevallen, alsmede tot handhaving van de orde, de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen dan wel beëindigen.
Artikel 8. Besluitvorming Monumentencommissie
- 1.
De voorzitter is volwaardig lid en heeft derhalve ook stemrecht.
- 2.
Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van de stemmen vindt er herstemming plaats in de eerstvolgende vergadering. De minderheid kan vorderen, dat haar afwijkende mening uit het advies blijkt.
- 3.
Leden onthouden zich van beraadslaging en deelname aan stemming over zaken die hen, hun echtgenoten of hun bloedverwanten tot in de derde graad persoonlijk aangaan.
- 4.
Leden onthouden zich van beraadslagingen en deelname aan stemming over zaken waar zij beroepshalve of op enigerlei andere wijze bij betrokken zijn.
- 5.
Adviezen worden met redenen omkleed.
Artikel 9. Verslaglegging
- 1.
Van het besprokene in een vergadering wordt door de secretaris een beknopt verslag gemaakt met vermelding van de uitgebrachte adviezen.
- 2.
Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van de commissie vastgesteld en door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
- 3.
De secretaris draagt zorg voor het ter kennisneming brengen van het verslag aan het college van B&W.
Artikel 10. Jaarverslag
Van de werkzaamheden van de monumentencommissie wordt jaarlijks, als onderdeel van het verslag van de welstandscommissie, een beknopt schriftelijk verslag gemaakt, dat ter kennis wordt gebracht aan het college van B&W en de raad.
Artikel 11. Inwerkingtreding
Dit besluit, dat kan worden aangehaald als ‘Besluit inzake Monumentencommissie Vught 2006’, treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van haar bekendmaking.
Bijlage a.
De Monumentencommissie adviseert het college van burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging over de volgende aangelegenheden:
- a)
De aanwijzing en registratie van:
- 1.
gemeentelijke monumenten;
- 2.
gemeentelijke stads- en dorpsgezichten;
- 3.
gemeentelijke archeologische monumenten;
- 4.
gemeentelijke beeldbepalende objecten;
- 5.
archeologisch waardevolle terreinen.
ad 1) De aanwijzing van en de samenstelling van het register van beschermde gemeentelijke monumenten als bedoeld in artikel 3 t/m 13 van de ‘Monumentenverordening Vught 2006’.
ad 2) De aanwijzing van gemeentelijke stads- en dorpsgezichten als bedoeld in artikel 15 t/m 19 van de ‘Monumentenverordening Vught 2006’.
ad 3) De aanwijzing van gemeentelijke archeologische monumenten als bedoeld in artikel 21 en 22 van de ‘Monumentenverordening Vught 2006’.
ad 4) De aanwijzing van gemeentelijke beeldbepalende objecten als bedoeld in artikel 29 t/m 32 van de ‘Monumentenverordening Vught 2006’.
ad 5) De aanwijzing van archeologisch waardevolle terreinen als bedoeld in artikel 23 t/m 28 van de ‘Monumentenverordening Vught 2006’.
- b)
De aanwijzing van:
- 6.
- 7.
van rijkswege beschermde stads- en dorpsgezichten.
ad 6) De aanwijzing van beschermde rijksmonumenten als bedoeld in de artikel 3 van de Monumentenwet 1988.
ad 7) De aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten als bedoeld in artikel 35 van de Monumentenwet 1988.
- c)
Advisering in het kader van de beschikbare middelen voor gemeentelijke monumenten en eventueel andere financiële tegemoetkomingsregelingen.
- d)
De bevordering van het herstel van beschermde rijks- en gemeentelijke monumenten.
- e)
De ontwikkeling van het beleid voor monumentenzorg en archeologie.