Organisatie | Heerlen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Het vaststellen van de "uitvoeringsregels telecommunicatieverordening gemeente Heerlen" |
Citeertitel | Uitvoeringsregels telecommunicatieverordening gemeente Heerlen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Telecommunicatieverorde-ning
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-05-2012 | Nieuwe regeling | 15-05-2012 weekblad Parkstad | 2012/18475 |
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
a. Gemeente: het college of de gemandateerde ambtenaar/ambtenaren.
b. College: college van burgemeester en wethouders.
c. Aanbieder: aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel1.1.sub h van de wet.
d. Kabels: zoals genoemd in artikel 1.1., sub z van de wet.
e. Leggen van kabels: hieronder tevens te verstaan, het omleggen, vernieuwen, herstellen en verwijderen van kabels
f. Openbare gronden: zoals bedoeld in artikel 1.1., sub aa van de wet.
g. Herstraten: het terugbrengen van de bestrating en groenvoorziening in de oorspronkelijke staat.
i. Openbaar elektrisch communicatienetwerk: zoals bedoeld in artikel 1.1., sub h van de wet.
j. Werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in en op openbare gronden.
k. Gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de wet;
l. Melding: melding als bedoeld in artikel 5.4 van de wet;
m. Instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4.van de wet.
n. (Moeder)trace: hoofdroute waar vandaan worden de huisaansluitingen gemaakt.
o. Huisaansluiting: verbinding tussen hoofdroute en woning of perceel met een maximale lengte van 25m1.
Deze uitvoeringsvoorschriften hebben betrekking op het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het leggen van leidingen door de aanbieder, in openbare wegen en zijn gebaseerd op de Telecommunicatieverordening.
Artikel 3: Van toepassingverklaring
De bepalingen van deze uitvoeringsvoorschriften zullen aan de, door de aanbieder aan te vragen, vergunningen, instemmingbesluiten, meldingen of verklaringen van geen bezwaar als voorschrift worden verbonden. In vorenbedoeld geval zal deze uitvoeringsregels integraal van toepassing zijn, tenzij afwijkingen van een of meer bepalingen schriftelijk zijn overeengekomen.
Met betrekking tot zaken waarin deze uitvoeringsregels niet voorzien, zullen de gemeente en de aanbieder samen een nadere regeling treffen.
Artikel 5: Aanvraag instemmingsbesluit.
Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, als genoemd in het eerste lid,
het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.
a. Het college kan in een instemmingbesluit voor een (moeder)tracé bepalen dat een aanbieder voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van huisaansluitingen aan een openbaar telecommunicatienet
werk of een omroepnetwerk geen afzonderlijke instemmingbesluiten nodig heeft.
Aan een regeling als bedoeld in lid a wordt de voorwaarde verbonden dat de aanbieder van deze werkzaamheden 2 werkdagen voor het tijdstip van aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe
aan het college meldt. Deze werkwijze is niet van toepassing op de in bijlage I genoemde gebieden in de gemeente. Werkzaamheden aan huisaansluitingen in deze gebieden dienen minimaal 2 weken voor het tijdstip van aanvang van de werkzaamheden te worden gemeld’.
Artikel 6: Geldigheidsduur instemmingsbesluit
1.Het instemmingsbesluit vervalt indient daarvan niet binnen 6 maanden na datum van afgifte gebruik is gemaakt.
Artikel 7: Kennisgeving werkzaamheden
Door de aanbieder zal binnen 2 weken na het gereedkomen van de werkzaamheden het kennisgevingsformulier worden afgegeven. Op het kennisgevingformulier moeten worden aangegeven :
vergunningnummer, straatnaam, huisnummer, lengte en breedte van de sleuf, type bestrating, begin- en einddatum van de werkzaamheden en naam van degene die de werkzaamheden heeft
Ingeval naar het oordeel van de aanbieder dreigend gevaar voor de omgeving door of vanwege een voorziening dan wel het stagneren van een dergelijke voorziening, het onverwijld uitvoeren van werkzaamheden aan kabels in openbare wegen vergt en overleg met de gemeente daaromtrent niet kan worden afgewacht, is de aanbieder gerechtigd om tot zulke werkzaamheden over te gaan, evenwel onder de verplichting dat de aanbieder daarvan zo spoedig mogelijk (niet later dan 1 werkdag volgend op de werkzaamheden) melding maakt bij de gemeente middels een door het college vast te stellen formulier.
1.Gelet op artikel 5.7., lid 3 van de wet draagt de gemeente zelf zorg voor het herstraten en het in de oude staat terug brengen van de grond.
De herstelwerkzaamheden kleiner dan 5 m2 worden door de aanbieder uitgevoerd, met uitzondering van de in bijlage 1 genoemde gebieden, waar alle herstel door de gemeente wordt uitgevoerd.
Artikel 9: Uitvoering door de aanbieder
De aanbieder is, met inachtneming van het overigens in of krachtens deze algemene voorschriften bepaalde, aansprakelijk voor schade tengevolge van de uitvoering van de hier bedoelde werkzaamhe-
den toegebracht aan de eigendommen van de gemeente, tenzij het aannemelijk maakt dat noch het bedrijf zelf, noch degene die in opdracht van het bedrijf die werkzaamheden uitvoeren, schuld hebben
Artikel 10: Uitvoering door de gemeente.
De gemeente, is met inachtneming van het overigens in of krachtens deze algemene voorschriften bepaalde, aansprakelijk voor schade tengevolge van de uitvoering van de hier bedoelde werkzaamhe
den, toegebracht aan eigendommen van de aanbieder, tenzij zij aannemelijk maakt dat noch zijzelf, noch degenen die in haar opdracht die werkzaamheden uitvoeren, schuld hebben aan die schade.
Hoofdstuk 3: Technische bepalingen
Ontwerpen, bouwstoffen en uitvoeringsmethoden zullen voldoen aan de geldende wettelijke c.q.gebruikelijke regelgeving en eisen. Deze zijn onder meer vastgelegd in de meest recente
1.Ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen wijst de gemeente een kabel- en leidingenstrook aan. Voor kabel- en leidingstroken in nieuwbouwsituaties is NEN 7171 van toepassing
2.In bermen langs rijbanen is de afstand tot de zijkant van de verharding ten minste gelijk aan de diepteligging, tenzij anders wordt overeengekomen.
3.De aanbieder wijkt niet af van de overeengekomen plaats, tenzij met voorafgaande toestemming van de gemeente.
1.Bij kruisingen met al aanwezige kabels en/of leidingen of bij aanraking van kunstwerken, gebouwen en dergelijke zullen door de aanbieder met de eigenaar of beheerder van de aanwezige
kabels, leidingen, kunstwerken, gebouwen e.d. voorzieningen worden getroffen. De door partijen overeengekomen voorzieningen komen ten laste van de aanbieder.
2.Kruisingen met gefundeerde verhardingen moeten door middel van boringen of persingen worden uitgevoerd. Als een boring niet mogelijk is, moet er contact worden opgenomen met de gemeente
3.Bij raketboringen een raket toepassen, met een diameter direct volgend op de door te voeren kabel. De maximale diameter voor raketboringen bedraagt ø 63 mm
4.Boringen of persingen moeten loodrecht op de wegas - tot minimaal 1 meter buiten de kant van de verharding en met een minimale dekking van 0,8 meter tot de bovenkant van de verharding
1.De aanbieder draagt zorg voor de uit het werk komende bouwstoffen. Verlies, vermissing of beschadiging van deze bouwstoffen is voor zijn rekening tot het tijdstip dat deze werkzaamheden door
of vanwege de aanbieder zijn afgerond.
2.Door de gemeente voor haar niet van waarde verklaarde oude bouwstoffen worden eigendom van de aanbieder en moeten volgens bestaande regelgeving worden afgevoerd
Artikel 15: Maatregelen in groenvoorzieningen en in de nabijheid van bomen en beplantingen
Bij het maken van sleuven door gazons of grasbermen of -stroken worden de graszoden vakkundig verwijderd en tijdelijk opgestapeld. Na aanvulling zullen de zoden goed aansluitend
worden herlegd, met kruimelaarde afgedekt en zo nodig enige tijd nat gehouden. In onderling overleg kan voor een andere werkwijze worden gekozen.
Beplanting mag niet worden opgenomen of verwijderd zonder instemming van de gemeente. Opgenomen beplanting moet worden ingekuild.
De gemeente en het nutsbedrijf komen vóór aanvang van de werkzaamheden overeenwelke maatregelen nodig zijn om schade aan de te handhaven beplanting te beperken. Ook bekijken ze welke te handhaven beplanting als waardevol wordt beschouwd.
Artikel 16: Uitvoering verkeersmaatregelen
De aanbieder draagt zorg voor een veilige en deugdelijke uitvoering van de voorgeschreven verkeersmaatregelen zoals die zijn vastgelegd in de laatst gepubliceerde richtlijnen van de CROW voor werkzaamheden in uitvoering. De aanbieder zorgt ervoor dat de uitvoering van het werk plaatsvindt conform alle van toepassing zijnde wettelijke bepalingen en regelingen. Aanwijzingen van daartoe bevoegde instanties zoals politie, brandweer en gemeente worden onverkort en per omgaande uitgevoerd.
De aanbieder houdt het bestemmingsverkeer inclusief hulpdiensten naar woningen, winkels, bedrijven, bouwwerken, landerijen enz. in overleg met de betrokkenen zoveel mogelijk in stand. Indien met de betrokkenen geen overeenstemming kan worden bereikt over de beperking van de bereikbaarheid, treedt de aanbieder tijdig in overleg met de gemeente.
De uitvoeringsmethode wordt in overleg met de gemeente vastgesteld. Hierbij kan de gemeente bepalen dat - ter voorkoming van schaden of als de openbare veiligheid in het geding komt - het gebruik van mechanische werktuigen voor het ontgraven van (gedeelten van) sleuven niet is toegestaan. Open noch gesloten wegverhardingen zullen mogen worden
Bij het verrichten van ontgravingen voor het aanbrengen van een mantelbuis alsmede voor het latere herstel of onderhoud, zal, indien hiervoor de ruimte aanwezig is, de weg tot op een afstand van 1 meter uit de wegverharding onaangetast/onaangeroerd blijven. De grondopslag zal in overleg met de gemeente worden geregeld tenzij anders overeen gekomen.
Ter plaatse van open wegverhardingen moet minimaal de bovenste 0,1 meter uit straatzand bestaan. Het toe te passen straatzand moet voldoen aan de Standaard RAW-bepalingen. Bij verhardingen van gebakken materialen en/of natuursteen moet minimaal de bovenste 0,1 meter uit brekerzand bestaan. Het toe te passen brekerzand moet voldoen aan de Standaard RAW-bepalingen.
De werkzaamheden moeten bij voorkeur worden uitgevoerd in een droge sleuf. Indien voor het onttrekken van grondwater een vergunning of melding is vereist, dan zorgt de aanbieder hiervoor. De aanbieder draagt de kosten voor het verkrijgen hiervan en het voldoen aan de bepalingen ervan. Lozing van bronneringswater op het gemeentelijke rioolstelsel is in overleg mogelijk. De gemeente zal hiervoor geen kosten in rekening brengen.
Artikel 18: Bodemverontreiniging
1.Voorafgaand aan de werkzaamheden zal door de aanbieder bij de gemeente een historisch bodemonderzoek worden aangevraagd.
2.Bij het werken in verontreinigde grond dient de CROW-richtlijn 307 (“Kabels en leidingen in verontreinigde grond”) te worden nageleefd.
2.Bij het aantreffen van zintuigelijke verontreinigingen (geur, kleur of bodemvreemd materiaal) dient direct contact te worden opgenomen met de gemeente. Tevens wordt geadviseerd om in een dergelijk geval de werkzaamheden tot nader order stil te leggen.
3.Indien tijdens werkzaamheden bodemverontreiniging wordt geconstateerd, dienen de werkzaamheden te worden gestaakt en dient de aanbieder dit bij de gemeente te melden. De aanbieder en/of het bedrijf dat de werkzaamheden uitvoert blijven te allen tijde verantwoordelijk voor eventuele risico’s voor de volksgezondheid, veiligheid en het milieu voortvloeiende uit aanwezige bodemverontreiniging, tenzij de gemeente op grond van andere wet- of regelgeving zelf verantwoordelijk/aansprakelijk is.
4.Indien werkzaamheden plaats vinden in verontreinigde grond dienen de veiligheidsklassen (volgens CROW-richtlijn 132 “Werken in verontreinigde grond”) vastgesteld te worden door een ter zake kundig bedrijf zodat de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen kunnen worden toegepast.
5.De bodemlagen dienen na uitplaatsen in hetzelfde ontgravingsprofiel, onder dezelfde bodemomstandigheden zonder dat de grond een bewerking heeft ondergaan, te worden teruggebracht in de ontstane sleuf.
6.Indien als gevolg van zetting (een deel van) de grond niet in de sleuf kan worden teruggebracht, dan dient de grond te worden afgevoerd naar een erkende acceptant.
7.Indien de veroorzaker van de bodemverontreiniging bij de gemeente bekend is zal zij de aanbieder op diens verzoek hiervan op de hoogte stellen.
8.Indien door de gemeente acties worden ondernomen tegen de veroorzaker zullen daarin de belangen van de aanbieder worden meegenomen.
9.Bijkomende kosten als gevolg van bodemverontreiniging zijn in eerste instantie voor rekening van de aanbieder en kunnen (indien mogelijk) worden verhaald op de veroorzaker van de verontreiniging.
Indien de gemeente zelf herstraat, moet de aanbieder zorgen voor het instandhouden van de afzetting tot een maximale termijn van 2 werkdagen na gereedmelding van het werk. De gemeente is na deze termijn verantwoordelijk voor beschadiging, verdwijning of verplaatsing van het afzetmateriaal. De aanbieder zal de gemeente zo goed mogelijk informeren over het tijdstip waarop deze kan beginnen met het herstraten.
Artikel 20: Ongebonden fundering
Opgenomen ongebonden fundering dient opnieuw te worden aangebracht en aangevuld metgelijkwaardig e bouwstoffen tot de oorspronkelijke laagdikte, tenzij anders wordt overeengekomen.
Artikel 21: Maatregelen voor werkzaamheden in asfaltverharding
De vrijgekomen materialen dienen te worden onderscheiden naar:
Teerhoudende materialen dienen te worden vervoerd naar een nader te bepalen gecontroleerde stortplaats of recyclingbedrijf binnen een straal van 17 km. Niet teerhoudende materialen af te voeren naar een nader te bepalen verwerkingsbedrijf voor secundaire materialen. De acceptatiekosten komen voor rekening van de aanbieder.
De ontstane sleuf in de asfaltverharding moet over de volle breedte worden opgevuld en verdicht met gestabiliseerd zand, tenminste 100kg hoogovencement per m3 zand, met een minimale dikte van 300mm. Bij sleuven breder dan 1.00m het gestabiliseerd zand vervangen door korrelmix 0/40 dikte 250mm. De sleuf vervolgens dichtstraten in tenminste 50mm brekerzand met betonstenen in halfsteensverband haaks op de rijrichting op een wijze die geen gevaar oplevert. De betonstenen kunnen om niet worden afgehaald op het gemeentelager na overleg met de betreffende opzichter.
Onderwerp herstraatwerkzaamheden.
De herstraatwerkzaamheden worden uitgevoerd door de gemeente, uitgezonderd de herstelwerkzaamheden kleiner dan 5m2. Deze zullen door (of namens) en voor rekening van de aanbieder worden uitgevoerd.
Het herstel door de aanbieder is niet van toepassing op:
· Heerlen-centrum: gebied begrensd door de Klompstraat-Willemstraat-Stationstraat-Geerstraat-
Kruisstraat-Coriovallumstraat-Dr. Poelsstraat-Putgraaf en Groene Boord;
· Hoensbroek: Hoofdstraat – Markt – Gebrookerplein – Nieuwstraat (gedeeltelijk) –
Kouvenderstraat – Mgr.Lebouillestraat (gedeeltelijk) en Poststraat (gedeeltelijk)
· Heerlerheide: Ganzeweide (gedeelte tussen Lokerstraat en pand nr.66), Wannerplein,
· Wannerstraat en Groeët Genhei.
Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Heerlen van 15 mei 2012.