Organisatie | Cranendonck |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Cranendonck 2012 |
Citeertitel | Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Cranendonck 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
Besluit Maatschappelijke Ondersteuning
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 20-04-2017 | aanpassing regeling d.d. 26 juli 2012 | 26-07-2012 Weekblad de Grenskoerier | Onbekend |
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Wet maatschappelijke ondersteuning.
College van burgemeester en wethouders.
De plicht van het College aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.
De mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.
Het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt wat door belanghebbende (n) en door de verslaglegger wordt ondertekend.
Het op schrift gesteld verzoek, voorzien van een legitieme ondertekening, van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening.
Een persoon die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf, of als gemachtigde voor een ander, een aanmelding of een aanvraag doet.
Een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.
Een voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder hiervoor een aanvraagprocedure te moeten doorlopen.
Lid 10. Algemeen gebruikelijke voorziening
Een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, in de winkel te koop is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten. Voor een nadere uitwerking van wat wordt verstaan onder algemeen gebruikelijk wordt verwezen naar het Besluit.
Lid 11. Collectieve voorziening
Een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt.
Lid 12. Voorliggende voorziening
Een voorziening die al in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft. Alvorens een aanspraak op een Wmo voorziening mogelijk is, zal belanghebbende allereerst een beroep moeten doen op de aanwezige voorliggende voorzieningen.
Een tijdelijke en volledige ovename van de zorg van een mantelzorger met het doel om die mantelzorger vrijaf te geven en het gevaar van overbelasting te voorkomen.
De zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd. Het protocol Gebruikelijke Zorg wordt hierbij van toepassing verklaard.
Een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.
Lid 16. Persoonsgebonden budget
Een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.
Lid 17. Financiële tegemoetkoming
Een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.
Mantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt.
Gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Cranendonck wat jaarlijks als uitvloeisel van de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Cranendonck door het college wordt vastgesteld. Hierin zijn ook opgenomen tarieven, normen – inkomensgrenzen etc.
Hoofdstuk 2. de aanmelding, Het gesprek en de aanvraag
Artikel 2. Scheiding aanmelding en aanvraag
Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:
Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen vervalt het gestelde in het eerste lid onder a en b.
Artikel 3. Aanmelding voor een gesprek
Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij het Wmo loket door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.
Direct bij aanmelding of binnen 5 werkdagen na aanmelding wordt een afspraak voor een gesprek gemaakt, of een bericht verzonden waarbij een termijn gesteld wordt. Deze afspraak wordt aan de aanmelder schriftelijk bevestigd.
Bij de mondeling of telefonische aanmelding dient steeds te worden afgewogen of een gesprek noodzakelijk is gelet op de vraagstelling en het zelfoplossend vermogen van de belanghebbende daarbij de bepalingen in deze verordening in acht nemend in het bijzonder volgens de uitgangspunten van het gesprek als bepaald in artikel 4.
Het gesprek wordt bij voorkeur gevoerd bij belanghebbende thuis om op die wijze zo integraal mogelijk de omstandigheden van belanghebbende in relatie tot de beperkingen, die worden ondervonden, inzichtelijk te maken
Het gesprek wordt gevoerd aan de hand van een vastgesteld gespreksformulier waarin de relevante aandachtspunten zijn opgenomen, wat als basis dient voor het verslag.
Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.
Als de belanghebbende een mantelzorger is wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke belemmeringen de belanghebbende ondervindt bij de uitvoering van de mantelzorg.
Het gesprek kan worden afgesloten met een verslag. Het gespreksformulier als bedoeld in lid 2 wordt in het bijzijn van belanghebbende ingevuld. Het volledige gespreksverslag, waarbij het gespreksformulier als basis dient, wordt binnen 2 tot 3 werkdagen aan belanghebbende verstrekt met het verzoek het verslag voor akkoord te tekenen.
Het verslag van het gesprek bevat in ieder geval:
De mogelijkheden die belanghebbende heeft om oplossingen te bewerkstelligen door middel van algemene voorzieningen, algemeen gebruikelijke voorzieningen, gebruikelijke zorg, mantelzorg, burenhulp, collectieve voorzieningen of andere voorliggende voorzieningen alsmede de inzet van eigen financiële capaciteit als bedoeld in artikel 4 lid 2 van de wet;
Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende, verwijzend naar het gespreksverslag, een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet.
De aanvraag van een individuele voorziening kan schriftelijk of elektronisch plaatsvinden.
Indien een aanvraag mondeling (via de telefoon of op een andere manier) plaatsvindt wordt dit per omgaande schriftelijk bevestigd. Bij deze bevestiging wordt een aanvraagformulier meegezonden.
Hoofdstuk 3. de te bereiken resultaten
Artikel 7. Het maken van een afweging
Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.
Alle voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld.
Naast de in deze verordening vastgestelde bepalingen, die kunnen leiden tot het niet verlenen van ondersteuning als bedoeld in de Wet, zijn er op een aantal resultaatgebieden, zoals bedoeld in hoofdstuk 3 paragraaf 2 van de verordening, aanvullende uitsluiting- of weigeringgronden van toepassing. Hiervoor wordt verwezen naar het Besluit.
Paragraaf 2. De te bereiken resultaten
Artikel 8. Een schoon en leefbaar huis
Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrek (ken), keuken en sanitaire ruimten.
Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden in de vorm van hulp bij het huishouden inclusief indien noodzakelijk ondersteuning bij de organisatie van het huishouden. Het leveren van maatwerk is in deze leidend.
Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die in staat zijn werkzaamheden over te nemen wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.
Voor zover de in artikel 7 lid 2 en de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 9. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook het noodzakelijk opwarmen en aanreiken van maaltijden kan hieronder vallen.
Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen, alsmede het opwarmen en aanreiken van maaltijden.
Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft dan wel andere personen in zijn sociale netwerk, die beschikbaar en in staat zijn de boodschappen als bedoeld in lid 1 over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.
Voor zover de in artikel 7 lid 2 en in het vorige lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 10. Beschikken over schone en draagbare kleding
Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn gewassen, al dan niet gestreken, opgevouwen of opgehangen kleding.
Met het oog op het beschikken over schone en draagbare kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was, waaronder eveneens linnengoed en dergelijke.
Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.
Voor zover de in artikel 7 lid 2 en in het vorige lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 11. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen.
Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.
Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden of advisering door instellingen in het kader van jeugdzorg, die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Voor zover de in artikel 7 lid 2 en in het vorige lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 12. Wonen in een geschikt huis
Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden is het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrek(ken), keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon.
Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.
Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Deze beoordeling vindt alleen plaats indien de aanpassing van de woning een bedrag van € 10.000,-- te boven gaat.
Bij de beoordeling wordt nadrukkelijk rekening gehouden met het tijdig inspelen op mogelijke verminderde geschiktheid van de woning als gevolg van achteruitgang van fysieke mogelijkheden vanwege de leeftijd van belanghebbende. De eigen verantwoordelijkheid voor het leven is in deze van belang.
Stimuleren en vergroten mogelijkheden om levensloopbestendig te bouwen alsmede het optimaal benutten van de mogelijkheden voor het realiseren van zorg- of mantelzorgwoningen is een belangrijke overweging.
Voor zover de in artikel 7 lid 2 en lid 3 en lid 4 van dit artikel genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 13. Zich verplaatsen in en om de woning
Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.
Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik.
Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Voor zover de in artikel 7 lid 2 en in het vorige lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 14. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving. Tot de directe woonomgeving wordt ook verstaan de regio voor die zich niet verder uitstrekt van 5 zones gelijk aan het openbaar vervoer
Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen binnen de in lid 1 beoogde woon- en leefomgeving.
Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare scootermobielpool, of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur, of andere in de gemeente aanwezige collectieve vervoersmogelijkheden, die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Voor zover de in artikel 7 lid 2 en in het vorige lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Artikel 15. De mogelijkheid om regionaal contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten
Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om regionaal contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.
Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben als bedoeld in lid 1 kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.
Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Voor zover de in artikel 7 lid 2 en in het vorige lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.
Hoofdstuk 4. Verstrekkingswijze voorzieningen
Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen
Artikel 16. Mogelijke verstrekkingwijzen
De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden verstrekt.
Paragraaf 2. Verstrekking in natura
Artikel 17. Inhoud beschikking
Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de beschikking vastgelegd:
Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.
Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget
Artikel 18. Overwegende bezwaren
Het college legt in het Besluit vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.
Artikel 19. Inhoud beschikking
Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:
Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.
Paragraaf 4. Verstrekking als financiële tegemoetkoming
Artikel 20. Inhoud beschikking
Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:
Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.
Hoofdstuk 5 Eigen bijdragen, eigen aandeel en Financiele Drempel
Artikel 21. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:
De eigen bijdrage dan wel eigen aandeel als bedoeld in lid 1 is enkel van toepassing bij een persoon als bedoeld in artikel 1 lid 3 van deze verordening van 18 jaar of ouder die in aanmerking wordt gebracht voor een individuele voorziening in de genoemde resultaatgebieden. Bij hulp bij het huishouden, een vervoersvoorziening of een woonvoorziening in natura of persoonsgebonden budget, is een eigen bijdrage verschuldigd en in het geval sprake is van een financiële tegemoetkoming is men een eigen aandeel verschuldigd, tenzij anders is bepaald;
De omvang van de eigen bijdrage en eigen aandeel wordt berekend aan de hand van het bepaalde in artikel 4.1 van het (landelijk) Besluit maatschappelijke ondersteuning (algemene maatregel van bestuur). Dit bedrag wordt vastgesteld en geïnd door het Centraal Administratiekantoor (CAK);
Indien de voorziening in de vorm van een lease overeenkomst (natura) of een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, wordt gedurende maximaal vijfenzestig perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht;
Indien de voorziening hulp bij het huishouden betreft wordt ongeacht de verstrekkingvorm ( in natura of een persoonsgebonden budget), wordt gedurende gehele looptijd van de voorziening een eigen bijdrage in rekening gebracht.
Artikel 22. Voorzieningen zonder eigen bijdragen en eigen aandeel
Er wordt geen eigen bijdrage opgelegd voor de (sport) rolstoelen wat op grond van artikel 4.1. lid 4 van het (landelijk) Besluit maatschappelijke ondersteuning niet is geoorloofd;
Er wordt geen eigen bijdrage opgelegd voor de collectieve vervoersvoorziening omdat bij gebruikmaking van collectief vervoer de klant al bijdraagt in de kosten. Immers de klant moet een deel van de kosten (kosten per openbaar vervoerzone) van een rit zelf betalen. Hetzelfde geldt voor het gebruik van de eigen auto, het (rolstoel)taxivervoer en de bijdrage in brandstof/elektriciteitskosten voor een vervoersvoorziening. Ten aanzien van deze voorzieningen dient de persoon met beperkingen al zelf bij te dragen in de kosten;
De kosten van tijdelijke huisvesting wordt verleend aan de eigenaar van een woning, veelal de woningcorporatie. Het is niet goed voorstelbaar dat die eigenaar een eigen aandeel zou moeten betalen;
Voor verhuis- en inrichtingskosten is een normbedrag bepaald, waardoor de persoon met beperkingen zelf al bijdraagt in de kosten;
Respijtzorg is er ter ontlasting van mantelzorg en is van beperkte duur, derhalve wordt er geen eigen bijdrage geheven.
Artikel 23. Financiële drempel
Artikel 24. Inkomensgrenzen vervoersvoorzieningen, hulp bij het huishouden en overgangsbepaling
Hoofdstuk 6. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering
De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt voor:
Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:
Geen voorziening wordt toegekend:
Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen.
Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:
Het college vraagt een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies indien:
Het handelt om een aanvraag van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 3 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden.
Indien belanghebbende zonder afmelding niet aanwezig is bij het gesprek of de afspraak voor nader onderzoek zoals bedoeld in lid 1 en lid 2 van dit artikel, zal het college de door het adviesorgaan in rekening te brengen kosten ten laste brengen van belanghebbende, tenzij belanghebbende (achteraf) kan aantonen dat er een gegronde rede was voor zijn afwezigheid.
Artikel 28. Wijziging situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.
Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Cranendonck geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau van de Statistiek.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt in overeenstemming met de cyclus van het beleidsplan Wmo geëvalueerd waarna verslag over doeltreffendheid en effectiviteit aan de raad wordt voorgelegd.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.
Alle voorgaande verordeningen m.b.t. de Wmo vervallen met in werking stellen van deze verordening.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Cranendonck 2012”.
Wet maatschappelijke ondersteuning
HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 4
Artikel 1 Begripsomschrijvingen 4
HOOFDSTUK 2 DE AANMELDING, HET GESPREK EN DE AANVRAAG 6
Artikel 2 Scheiding aanmelding en aanvraag 6
Artikel 3 Aanmelding voor een gesprek 6
HOOFDSTUK 3 DE TE BEREIKEN RESULTATEN 8
Artikel 7 Het maken van een afweging 8
Paragraaf 2. DE TE BEREIKEN RESULTATEN 8
Artikel 8 Een schoon en leefbaar huis 8
Artikel 9 Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften 8
Artikel 10 Beschikken over schone en draagbare kleding 9
Artikel 11 Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren 9
Artikel 12 Wonen in een geschikt huis 10
Artikel 13 Zich verplaatsen in en om de woning 10
Artikel 14 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 11
Artikel 15 De mogelijkheid om regionaal contacten te hebben met medemensen
en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten 11
HOOFDSTUK 4 VERSTREKKINGSWIJZE VOORZIENINGEN 12
Paragraaf 1. VERSTREKKINGEN VAN VOORZIENINGEN 12
Artikel 16 Mogelijke verstrekkingwijzen 12
Paragraaf 2. VERSTREKKING IN NATURA 12
Artikel 17 Inhoud beschikking 12
Paragraaf 3. VERSTREKKING ALS PERSOONSGEBONDEN BUDGET 12
Artikel 18 Overwegende bezwaren 12
Artikel 19 Inhoud beschikking 12
Paragraaf 4 VERSTREKKING ALS FINANCIELE TEGEMOETKOMING 13
Artikel 20 Inhoud beschikking 13
HOOFDSTUK 5 EIGEN BIJDRAGEN, EIGEN AANDEEL, FINANCIELE DREMPEL
Artikel 21 Eigen bijdragen en eigen aandeel 14
Artikel 22 Voorzieningen zonder eigen bijdragen en eigen aandeel 14
HOOFDSTUK 6 PROCEDURELE BEPALINGEN ROND ONDERZOEK, ADVIES EN
BESLUITVORMING, INTREKKING EN TERUGVORDERING 17
Artikel 28 Wijziging situatie 18
Artikel 31 Hardheidsclausule 19