Organisatie | Bergen (NH) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening wachtlijstbeheer sociale werkvoorziening |
Citeertitel | Verordening wachtlijstbeheer sociale werkvoorziening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet sociale werkvoorziening, art. 12
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-02-2010 | 01-10-2009 | 01-03-2017 | nieuwe regeling | 24-11-2009 Gemeentekrant, 03-02-2010 | Onbekend |
Artikel 2 Prioritaire groepen via de reguliere Rijksbijdrage
1.Indien sprake is van een wachtlijst hanteert het bestuur voor het plaatsen van WSW-ge-indiceerden die op de wachtlijst staan en in aanmerking komen voor een dienstbetrekkingin het kader van de WSW de volgende volgorde:
na toepassing van sub a wordt maximaal 50% van de resterende plaatsingsruimtegebruikt om voorrang te geven aan de WSW-geïndiceerde die via de inkoop van extraplaatsen als bedoeld in artikel 3 al een dienstbetrekking hebben, maar waarvoor de omzetting naar reguliere bekostiging uit de rijkssubsidie nog moet plaatsvinden.
Artikel 3 Instroom groepen via extra inkoop
1.De gemeente kan besluiten om buiten de rijkssubsidie extra middelen in te zetten om eendienstbetrekking zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van de wet te realiseren.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
raad van de gemeente Bergen op 24 november 2009
de griffier, de voorzitter,
De per 1 januari 2008 gewijzigde Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) geeft gemeenten ruimere mogelijkheden om regie te voeren op de sociale werkvoorziening. Belangrijk element in deze regierol is het wachtlijstbeheer.
In de wet is opgenomen dat in het kader van adequaat wachtlijstbeheer de gemeente moet zorg dragen voor “schone” wachtlijsten en periodiek de feitelijke beschikbaarheid van SW-geïndiceerden op de wachtlijst moet vaststellen.
Gemeenten kunnen er met ingang van het jaar 2008 voor kiezen bepaalde doelgroepen voorrang te verlenen bij instroom in de WSW. De keuze voor een doelgroepen prioritering maakt het gemeenten mogelijk de WSW te laten aansluiten bij het lokale beleid ten aanzien van sociale zaken, werkgelegenheid en welzijn. Deze doelgroepen prioritering dient te worden vastgelegd in een verordening.
Binnen de Gemeenschappelijke Regeling is uitgesproken dat de deelnemende gemeenten gezamenlijk een verordening wachtlijstbeheer gaan invoeren. Het beheer van de wachtlijst wordt vervolgens, conform de in deze verordening opgenomen regelgeving, overgedragen aan het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke regeling.
Hoewel de gemeente Bergen, bij monde van de portefeuillehouder Sociale Zaken en conform de door uw raad tijdens de raadsvergadering van 21 april 2009 aangenomen motie, heeft aangedrongen om bij het opstellen van de verordening wachtlijstbeheer geen voorrangsbeleid op te nemen voor uitkeringsgerechtigden, is er binnen de Gemeenschappelijke Regeling anders besloten.
Jaarlijks wordt in de werkbegroting van WNK de verwachte plaatsingsruimte berekend. Op basis van deze berekening wordt 50% van de berekende plaatsingsruimte ingezet volgens de in dit artikel beschreven doelgroepen prioritering. De andere helft (50%) van de plaatsingsruimte wordt bestemd voor de mensen die langer dan 12 maanden op de wachtlijst staan. Deze mensen worden op basis van de first in first out (fifo) systematiek geplaatst.
Uit het oogpunt van uitvoerbaarheid in de 3 doelgroepen wordt gekeken naar de best beschikbare kandidaat. In de loop van 2009/2010 wordt de methode geëvalueerd. Als dan blijkt dat een bepaalde doelgroep niet of nauwelijks aan bod is geweest zal het jaar daarna meer aandacht moeten worden besteed aan deze doelgroep.
Daarenboven komt, indien in het lopende jaar blijkt dat de mutatie natuurlijk verloop groter is dan verwacht, de daaruit vrijgekomen ruimte beschikbaar is voor de categorie wachtlijst korter dan 12 maanden. Is de mutatie natuurlijk verloop kleiner, dan gaat dit ten laste van de categorie wachtlijst langer dan 12 maanden.
Deze systematiek wordt op deze wijze toegepast, omdat, indien de jaarlijkse ontwikkeling op de wachtlijst kleiner is dan de beschikbare ruimte, de resterende capaciteit ook wordt ingezet voor mensen die langer dan 12 maanden op de wachtlijst staan, maar ook om voldoende middelen beschikbaar te hebben voor de doelgroepen prioritering.
Voor het overgangsjaar 2009 worden tussen het bestuur en de gemeenten nadere afspraken gemaakt over de voor dit jaar resterende periode van verwachte plaatsingsruimte, na inwerkingtreding van deze verordening.
De volgende doelgroepenprioritering wordt gehanteerd (zoveel als mogelijk naar evenredigheid):
Ondanks het feit dat het UWV voor deze cliënten re-integratieverantwoordelijkheid heeft, wordt er voor gekozen om geïndiceerden met een Wajong-uitkering voorrang te geven bij instroom in de WSW. Een groeiende groep “Wajongers” valt tussen wal en schip na afronding van hun opleiding.
Het streefdoel van de WSW is de nadruk te leggen op ‘de beweging van binnen naar buiten’. In dat verband wordt ervoor gekozen zoveel mogelijk voorrang te verlenen aan geïndiceerden met een begeleid werken indicatie. De beslissing voorrang te geven aan geïndiceerden met de indicatie begeleid werken kan de gemeenten tevens een hogere rijksbijdrage opleveren. Per gerealiseerde voltijds begeleid werkenplaats is hiervoor vanaf 2008 een bonus van maximaal € 3.000 op jaarbasis beschikbaar.
Gemeenten hebben belang bij het plaatsen van personen behorend tot deze doelgroep, gelet op de uitkeringsrelatie.
Met ingang van 2007 wordt het gemeenten ook toegestaan om WWB gelden uit het werkdeel in te zetten ten einde de instroom vanaf de wachtlijst van SW-geïndiceerden te bevorderen. Het gaat dan wel om personen die op de wachtlijst staan, een WSW-indicatie hebben, en daarnaast ook onder de gemeentelijke doelgroep vallen (WWB, IOAW, IOAZ en niet-uitkeringsgerechtigden). Het gaat ook om plaatsingen die gerealiseerd worden boven de taakstelling van enig jaar. Achterliggende gedachte is dat de werknemersvaardigheden van de geïndiceerden er door langere inactiviteit op achteruit kunnen gaan. Gemeenten kunnen derhalve met middelen uit het werkdeel een voortraject financieren om dit te voorkomen.
Over de verantwoording van de uitvoering van het wachtlijstbeheer worden nadere afspraken gemaakt tussen bestuur en gemeenten.