Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Noordwijk

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Noordwijk
Officiële naam regelingVerordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2012
CiteertitelVerordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2013nieuwe regeling

21-12-2011

Witte Weekblad, 28-12-2011

Onbekend.
23-12-2010nieuwe regeling

16-12-2010

De Zeekant, 22-12-2010

Onbekend.
01-01-2010nieuwe regeling

17-12-2009

 

Onbekend.

Tekst van de regeling

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 21 december 2011

De raad van de gemeente Noordwijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van …, nr.;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

besluit:

vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen, de verlening van parkeer-vergunningen en het verstrekken van kraskaarten 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;

b. Voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Wegenverkeersreglement, met dien verstande dat fietsen en bromfietsen niet als voertuig worden beschouwd;

c. Motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990, met inbegrip van brommobielen;

d. Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

e. Houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

f. Parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

g. Parkeerplaats: plaats op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten waarop parkeren niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

h. Parkeerplaats op eigen terrein: een parkeerplaats waarover de aanvrager kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur of gebruiksovereenkomst danwel welke de aanvrager kan huren in een garage of parkeervoorziening welke volgens wettelijke bepalingen is bestemd voor het parkeren door de aanvrager.

i. BP-plaats: een parkeerplaats waarop slechts tegen betaling van parkeerbelasting, danwel met een daartoe verleende vergunning of ontheffing mag worden geparkeerd;

j. Parkeervergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarover parkeerbelasting wordt geheven en krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een BP-plaats;

k. Vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

l. Kraskaart: een door het college van burgemeester en wethouders op aanvraag te verstrekken kaart waarover parkeerbelasting wordt geheven en krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een BP-plaats;

m. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk.

Artikel 2 Parkeren door vergunninghouders

1. Het college kan gebieden, terreinen, wegen of weggedeelten aanwijzen waarvan de daarop of daarbinnen aanwezige parkeerplaatsen mede zijn bestemd voor het parkeren door vergunninghouders.

2. Het college kan perioden vaststellen waarop het parkeren door vergunninghouders is toegestaan.

3. Op het nemen van de in het eerste en tweede lid bedoelde besluiten is de Algemene inspraakverordening Noordwijk van toepassing.

Artikel 3 Vergunningen

1. Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op BP-plaatsen. Daarbij worden de volgende vergunningen onderscheiden.

a. vergunning voor Noordwijkers

b. plusvergunning voor Noordwijkers

c. bewonersvergunning

d. bezoekersvergunning

e. bedrijfsvergunning

f. hotelvergunning

g. functionele vergunning

h. vrachtwagenvergunning

2. Tenzij het college op basis van bijzondere omstandigheden anders besluit geldt ten aanzien van de vergunningverlening het volgende:

a. een vergunning voor Noordwijkers kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een voertuig wanneer deze staat ingeschreven in de Gemeentelijke basisadministratie (GBA) Noordwijk. Per woonadres kan maximaal 1 vergunning voor Noordwijkers worden verleend;

b. een plusvergunning voor Noordwijkers kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een voertuig wanneer deze staat ingeschreven in de Gemeentelijke basisadministratie (GBA) Noordwijk;

c. een bewonersvergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een voertuig wanneer deze woont in een gebied zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 en er geen parkeerplaats op eigen terrein beschikbaar is;

d. een bezoekersvergunning kan worden verleend aan een bewoner die woont in een gebied zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 en mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van bezoekers van de betreffende woning die niet in die woning woonachtig zijn. Per woonadres kan maximaal 1 bezoekersvergunning worden verleend;

e. een bedrijfsvergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een voertuig, wanneer deze een beroep of bedrijf uitoefent dat is gevestigd in een gebied zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 en het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een voertuig te kunnen parkeren;

f. een hotelvergunning kan worden verleend aan degene die bedrijfsmatig en tegen betaling nachtverblijf biedt aan personen en mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van het parkeren van het voertuig van de nachtverblijf houdende personen;

g. een functionele vergunning kan worden verleend aan degene, die voor de uitoefening van de functie of taak structureel één of meer voertuigen in de gemeente moet bezigen waarvoor, gelet op de specifieke taakuitoefening van de houder, een vergunning naar de mening van het college noodzakelijk is voor een juiste en verantwoorde taakuitvoering;

h. een vrachtwagenvergunning kan worden verleend aan een in Noordwijk gevestigd bedrijf dat eigenaar is van de vrachtwagen of aan een in Noordwijk woonachtige chauffeur van de vrachtwagen, in beide gevallen voor zover de betreffende vrachtwagen niet op eigen terrein geparkeerd kan worden en derhalve aangewezen is op de daartoe door het college aangewezen vrachtwagenparkeerplaats.

3. Tenzij het college op basis van bijzondere omstandigheden in een specifiek geval anders besluit worden de vergunningen zoals bedoeld onder a, b, c, e, g en h op kenteken uitgegeven.

4. Indien een vergunning is afgegeven op kenteken is de vergunning slechts geldig indien deze wordt gebruikt voor het motorvoertuig waarvan het kenteken op de vergunning is aangegeven.

5. Tenzij het college op basis van bijzondere omstandigheden anders besluit wordt een aanvraag inzake een op kenteken te verlenen parkeervergunning slechts in behandeling genomen indien bij de aanvraag een geldig kentekenbewijs wordt getoond. Indien het een buitenlands kenteken betreft moet de aanvraag bovendien zijn voorzien van een verklaring van de douane, danwel een BPM-verklaring waaruit blijkt dat de aanvrager gerechtigd is met het betreffende voertuig in Nederland te rijden.

6. Met de vergunningen zoals bedoeld onder a en b kan in combinatie met een parkeerschijf waarop de aanvangstijd van het parkeren is aangegeven worden geparkeerd gedurende een maximale periode van 2 uur.

7. Met de vergunning zoals bedoeld onder d kan in combinatie met een parkeerschijf waarop de aanvangstijd van het parkeren is aangegeven, binnen het tijdvak van 10:00 tot 21:00 uur maximaal 3 uur worden geparkeerd. Buiten het bedoelde tijdvak geldt geen parkeerduurbeperking.

8. De vergunningen zoals bedoeld onder a, b, c en d mogen uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van het parkeren van personenauto’s en brommobielen. Het gebruik ten behoeve van bussen en vrachtwagens is niet toegestaan.

9. De vergunningen zoals bedoeld onder h worden verleend voorzover het aantal beschikbare parkeerplaatsen dat toelaat. Het behandelen van aanvragen geschiedt op volgorde van ontvangst, met dien verstande dat per bedrijf niet meer dan 2 vergunningen worden verleend en per chauffeur niet meer dan 1 vergunning wordt verleend.

10. Indien en voor zover de beschikbare ruimte op de door het college aangewezen vrachtwagenparkeerplaats dat toestaat kan het college in afwijking van het gestelde onder h een vrachtwagenvergunning verlenen aan bedrijven en chauffeurs van buiten Noordwijk, met dien verstande dat een dergelijke vergunning geen langere geldigheidsduur mag hebben dan drie maanden.

11. Er worden geen vergunningen verleend ten behoeve van het parkeren van motorvoertuigen langer dan 20 meter.

12. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

13. De gebruiker van een vergunning is verplicht de vergunning op een van buitenaf goed leesbare plaats achter de voorruit van het geparkeerde motorvoertuig te plaatsen.

14. Een parkeervergunning is slechts geldig indien en voor zover de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen stipt worden nageleefd.

15. Het gebruik van een ongeldige parkeervergunning staat gelijk aan het parkeren zonder vergunning.

Artikel 4 Nadere regels

Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen ten aanzien van de wijze waarop een vergunning moet worden aangevraagd, ten aanzien van de beoordeling en afhandeling van de aanvragen alsmede ten aanzien van de wijze waarop de vergunningen moeten worden gebruikt.

Artikel 5 Geldigheidsduur

1. Een vergunning wordt voor ten hoogste vierentwintig kalendermaanden verleend.

2. Onverminderd het gestelde in artikel 3 lid 5 wordt een parkeervergunning op een buitenlands kenteken ten hoogste verleend voor de duur van 12 maanden.

3. De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

a. de periode waarvoor de vergunning geldt;

b. het gebied waarvoor de vergunning geldt;

c. de naam van de vergunninghouder of het kenteken of overige kenmerken van het voertuig waarvoor de vergunning is verleend.

Artikel 6 Vervallen, intrekken of wijzigen van een vergunning

1. Een vergunning zoals bedoeld in artikel 3 vervalt van rechtswege indien de vergunninghouder door verhuizing, bedrijfsbeëindiging of anderszins niet meer voldoet aan de in het bedoelde lid opgenomen criteria voor vergunningverlening.

2. Een op kenteken verleende vergunning vervalt van rechtswege indien het motorvoertuig waartoe het kenteken behoort van eigenaar verwisselt.

3. Het college van burgemeester en wethouders kan een vergunning intrekken of wijzigen:

a. op aanvraag van de vergunninghouder;

b. wanneer er zich een wijziging voordoet in de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

c. wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen of wordt gewijzigd;

d. wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden of in deze verordening opgenomen voorschriften en bepalingen;

e. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

f. om redenen van algemeen belang.

Artikel 7 Kraskaarten

1. Op aanvraag kunnen door of vanwege het college kraskaarten worden verstrekt. Daarbij worden de volgende kraskaarten onderscheiden:

a. bezoekerskraskaart;

b. dagkraskaart.

2. Tenzij het college op basis van bijzondere omstandigheden anders besluit geldt ten aanzien van de verstrekking en het gebruik van kraskaarten het volgende:

a. een bezoekerskraskaart kan worden verstrekt aan de houder van een bewonersvergunning en mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van bezoekers van de woning van de vergunninghouder voor zover die bezoekers niet in die woning woonachtig zijn. Er worden maximaal tien bezoekerskraskaarten per jaar per bewonersvergunning verstrekt;

b. een dagkraskaart kan worden verstrekt aan een bewoner die woont in een gebied zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 of een in dat gebied gevestigd bedrijf voor zover die bewoner of dat bedrijf in het bezit is van een door het college verleende parkeervergunning. Een dagkraskaart mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van bezoekers van de woning of van het bedrijf van de vergunninghouder. Er geldt geen beperking voor het aantal te verlenen dagkraskaarten.

3. Een kraskaart is geschikt voor eenmalig gebruik en is slechts geldig op de datum die op de kaart is kenbaar gemaakt door het open krassen van de gewenste dag, datum, maand en jaar.

4. Een kraskaart waarop, door welke oorzaak dan ook, niet duidelijk is aangegeven voor welke dag de kaart wordt gebruikt is ongeldig.

5. De gebruiker van een kraskaart is verplicht de opengekraste kaart op een van buitenaf goed leesbare plaats achter de voorruit van het geparkeerde motorvoertuig te plaatsen.

6. De gebruiksmogelijkheid van een kraskaart kan in tijd worden beperkt indien en voor zover dat op de kaart is aangegeven.

7. Een kraskaart is slechts geldig indien en voor zover de in deze verordening en de daarop gebaseerde aanwijzingsbesluiten opgenomen bepalingen stipt worden nageleefd.

Artikel 8 Belemmering en misbruik parkeerapparatuur

1. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.

2. Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.

Artikel 9 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 8 van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

Artikel 10 Handhaving

Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, belast de door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren, ieder voor zover betreft de in het aanwijzingsbesluit vermelde artikelen van deze verordening en onverminderd hetgeen omtrent de toekenning van de bevoegdheid tot opsporing van strafbare feiten is bepaald in artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren van 16 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum.

2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

3. Vergunningen die zijn verleend krachtens de Parkeerverordening Noordwijk 2011 worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

4. Deze verordening wordt aangehaald als “Parkeerverordening Noordwijk 2012”.

Aldus vastgesteld in de openbare

raadsvergadering van 21 december 2011

H.C.A. Kolen, J.P.J. Lokker,

griffier voorzitter