Organisatie | Noordwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2016 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De ‘Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2015’ van 18 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 19, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Gemeentewet, art. 224
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2015 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 17-12-2015 Gemeenteblad, 23-12-2015 | Onbekend | |
30-12-2014 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 18-12-2014 Gemeenteblad, 29-12-2014 | Onbekend | |
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 19-12-2013 Het Witte Weekblad, 26 december 2013 | Onbekend. | |
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 20-12-2012 Het Witte Weekblad, 27 december 2012 | Onbekend. | |
29-12-2011 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 21-12-2011 Witte Weekblad, 28-12-2011 | Geen | |
23-12-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 16-12-2010 Zeekant, 22-12-2010 | Geen | |
01-01-2010 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 17-12-2009 Zeekant, 23-12-2009 | Geen | |
01-01-2009 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 18-12-2008 Weekendkrant, 24-12-2008 | Onbekend | |
01-01-2009 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 18-12-2008
| november 2008 | |
13-01-2007 | 01-01-2008 | nieuwe regeling | 19-12-2006 Weekendkrant, 5-1-2007 | 21 november 2006, nr.18 | |
13-01-2007 | 01-01-2008 | nieuwe regeling | 19-12-2006
| 21 november 2006, nr.18 |
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2016
Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 17 december 2015
De raad van de gemeente Noordwijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015;
gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2016
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, stacaravan, toercaravan, vouwwagen, huifkar,dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
bedrijfsmatig geëxploiteerde woning: een woning die door een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
Voor bedrijfsmatig geëxploiteerde woningen, particulier verhuurde woningen en voor
kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen, kan het aantal overnachtingen bedoeld in artikel 5 op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld. Bij de forfaitaire vaststelling wordt het aantal overnachtingen gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten, overeenkomstig het bepaalde in het tweede en derde lid.
Bij de forfaitaire berekening wordt het aantal overnachtende personen, met betrekking tot:
particulier verhuurde woningen en bedrijfsmatig geëxploiteerde woningen per
2 personen indien het aantal slaapplaatsen 3 of minder bedraagt;
3 personen indien het aantal slaapplaatsen 4 of 5 bedraagt;
5 personen indien het aantal slaapplaatsen 6 bedraagt;
7 personen indien het aantal slaapplaatsen 7 of 8 bedraagt;
9 personen indien het aantal slaapplaatsen 9 of 10 bedraagt;
11 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan 10 bedraagt.
ingeval verblijf wordt gehouden in kampeermiddelen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van meer dan drie, doch ten hoogste zes maanden, per standplaats gesteld op 60.
Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.
Het tarief bedraagt per persoon per overnachting:
a. een mobiel kampeermiddel op een volgtijdige standplaats: € 1,50;
Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.
De belastingplichtige aan wie niet binnen veertien dagen na afloop van het belastingtijdvak een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die termijn een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet bij de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaar, als bedoeld in artikel 231, tweede lid onderdeel b, van de Gemeentewet.
Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid
wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan 10 zal of heeft belopen.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande leden gestelde termijnen.
Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaar, als bedoeld in artikel 231, tweede lid onderdeel b, van de Gemeentewet.
Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft ten minste gegevens betreffende:
het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.
Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De ‘Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2015’ van 18 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 19, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.