Overheidsorganisatie | Gemeente Noordwijk |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 228a
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 31-12-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 19-12-2013 Het Witte Weekblad, 25 december 2013 | Onbekend. |
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 20-12-2012 Het Witte Weekblad, 27 december 2012 | Onbekend. | |
29-12-2011 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 21-12-2011 Witte Weekblad, 28-12-2011 | Onbekend. | |
23-12-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 16-12-2010 De Zeekant, 22-12-2010 | Onbekend. | |
01-01-2010 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 17-12-2009 De Zeekant, 23-12-2009 | Onbekend. | |
01-01-2009 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 18-12-2008
| Onbekend. | |
01-01-2009 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 18-12-2008
| Onbekend. | |
01-01-2009 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 18-12-2008 De Zeekant, 24-12-2008 | Onbekend. | |
01-01-2008 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 18-12-2007 De Zeekant, 19-12-2008 | Onbekend. | |
01-01-2008 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 18-12-2007
| Onbekend. | |
01-01-2008 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 18-12-2007
| Onbekend. |
Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 19 december 2013
De raad van de gemeente Noordwijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2013;
gelet op het bepaalde in artikel 228a van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de navolgende verordening:
Deze verordening verstaat onder:
perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;
gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;
verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft;
water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
De belasting wordt geheven:
van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel; en
van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel.
Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genot hebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Met betrekking tot het gebruikersdeel wordt als gebruiker aangemerkt:
degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;
ingeval een gedeelte van een perceel - niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4- voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Het eigenarendeel wordt geheven naar een vast bedrag per perceel. Het gebruikersdeel wordt geheven naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd, voor zover dit aantal meer bedraagt dan 300 kubieke meters. Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle kalendermaand gerekend. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een:
watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of
bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dan een pompinstallatie met van capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen.
De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling. De op de voet van het derde lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die niet is afgevoerd. Indien de hoeveelheid afgevoerd water als bedoeld in het tweede lid niet of onvoldoende met toepassing van het bepaalde in het derde lid of het vierde lid kan wordt vastgesteld, stelt de in artikel 231, tweede lid, sub b Gemeentewet bedoelde ambtenaar de hoeveelheid afgevoerd water door inschatting vast.
Het tarief voor het eigenarendeel bedraagt € 140,52 per perceel:
Het tarief voor het gebruikersdeel bedraagt € 0,25 voor elke volle kubieke meter afgevoerd water, voor zover vanuit het perceel meer dan 300 kubieke meter water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, tot een maximum aanslagbedrag van € 1.250,00.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, voor het gebruikersdeel, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk 2 maanden na dagtekening van het aanslagbiljet. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de aanslagen zijn geheven van natuurlijke personen en de verschuldigde bedragen door middel van een automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 7 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Bij de invordering van de rioolheffing wordt geen kwijtschelding verleend voor het gebruikersdeel.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot heffing en invordering van rioolheffing.
De "Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2013" van 20 december 2012
wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de
bekendmaking. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening rioolheffing 2014."
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2013
H.C.A. Kolen Drs. J.P.J. Lokker,
griffier voorzitter