Organisatie | Noordwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De “Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2015” van 18 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Gemeentewet, art. 220
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2015 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 17-12-2015 Gemeenteblad, 24 december 2015 | Onbekend. | |
30-12-2014 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 18-12-2014 Gemeenteblad, 29 december 2014 | Onbekend. | |
25-12-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 19-12-2013 Het Witte Weekblad, 24 december 2013 | Onbekend. | |
28-12-2012 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 20-12-2012 Het Witte Weekblad, 27 december 2012 | Onbekend. | |
29-12-2011 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 21-12-2011 Witte Weekblad, 28-12-2011 | Onbekend. | |
23-12-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 16-12-2010 De Zeekant, 22-12-2010 | Onbekend. | |
25-12-2009 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 17-12-2009 De Zeekant, 23-12-2009 | Onbekend. | |
01-01-2009 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 18-12-2008 De Zeekant, 24-12-2008 | Onbekend. | |
01-01-2009 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 18-12-2008
| Onbekend. | |
01-01-2009 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 18-12-2008
| Onbekend. | |
01-01-2008 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 18-12-2007 De Zeekant, 19-12-2008 | Onbekend. | |
01-01-2008 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 18-12-2007
| Onbekend. | |
01-01-2008 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 18-12-2007
| Onbekend. |
Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016
Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 17 december 2015
De raad van de gemeente Noordwijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015;
gelet op het bepaalde in de artikelen 220 tot en met 220 h van de Gemeentewet;
vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016
Bij de gebruikersbelasting wordt:
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Voor de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van
Hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Als voor een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen -niet zijnde gebouwen- welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor:
a. de gebruikersbelasting 0,1100%
1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,1220%
2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1455%
De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de aanslagen zijn geheven van natuurlijke personen en de verschuldigde bedragen door middel van een automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 7 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt 2 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de aanslagen zijn geheven van niet-natuurlijke personen en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 1.500,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 7 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt 2 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgermeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen.
De “Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2015” van
18 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.