Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Noordwijk

Verordening op de heffing en invordering van leges 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Noordwijk
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van leges 2013
CiteertitelVerordening op de heffing en invordering van leges 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 156 en 229

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2014nieuwe regeling

20-12-2012

Het Witte Weekblad, 27-12-2012

Onbekend.
29-12-201101-01-2013nieuwe regeling

21-12-2011

Witte Weekblad, 28-12-2011

Onbekend.
23-12-201001-01-2012nieuwe regeling

16-12-2010

De Zeekant, 22-12-2010

Onbekend.
01-01-201001-01-2011nieuwe regeling

17-12-2009

De Zeekant, 23-12-2009

Onbekend.
01-01-200901-01-2010nieuwe regeling

18-12-2008

 

Onbekend.
01-01-200901-01-2010nieuwe regeling

18-12-2008

 

Onbekend.
01-01-200901-01-2010nieuwe regeling

18-12-2008

 

Onbekend.
01-01-200801-01-2009nieuwe regeling

18-12-2007

 

Onbekend.
01-01-200801-01-2009nieuwe regeling

18-12-2007

 

Onbekend.
01-01-200801-01-2009nieuwe regeling

18-12-2007

 

Onbekend.

Tekst van de regeling

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 20 december 2012

De raad van de gemeente Noordwijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november 2012;

gelet op de artikelen 156, eerste lid en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid,

aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);

besluit:

vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van leges 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

    Artikel 2 Belastbaar feit

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse

    identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

    Artikel 3 Belastingplicht

    Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

    Artikel 4 Vrijstellingen

    Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    de stukken, inlichtingen of nasporingen door openbare besturen, ambtenaren of instellingen in openbaar belang aangevraagd;

  • b.

    bewijzen van onvermogen;

  • c.

    stukken of diensten, afgegeven of verricht in het persoonlijk belang van onvermogenden, die van dit onvermogen doen blijken door een verklaring, afgegeven door de burgemeester van hun woonplaats;

  • d.

    stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen ten laste van publiekrechtelijke lichamen of fondsen;

  • e.

    het in behandeling nemen van door Noordwijkse ingezetenen of in Noordwijk gevestigde verenigingen en stichtingen, ingeschreven in de registers van de Kamer van Koophandel, ingediende aanvragen om een vergunning zoals bedoeld in de artikelen 5.2.2 (venten), 5.2.3 (standplaats), 2.1.2.1 (optocht) en 2.2.2 (evenement) van de Algemene Plaatselijke Verordening Noordwijk dan wel een vergunning (op basis van welk artikel van de verordening dan ook) voor het houden van een straatbarbecue, verenigingsactiviteit, buurtfeest of soortgelijke kleinschalige activiteit ter verhoging van de buurt- of wijksamenhang, waarvan de opbrengst volledig ten goede komt aan een liefdadig, godsdienstig of ander levensbeschouwelijk doel en/of wordt aangewend ten behoeve van een in Noordwijk gevestigde vereniging of stichting, ingeschreven in de registers van de Kamer van Koophandel, met een ideële doelstelling;

  • f.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • g.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • h.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

    Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

    1. De leges worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

    2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en Herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en de verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en Herstelwet.

    3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

    Artikel 6 Wijze van heffing

    De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

    Artikel 7 Termijnen van betaling

    1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

    2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

    Artikel 8 Kwijtschelding

    Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

    Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

    1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

    2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde, van de Invorderingsweg 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

    Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

    Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

  • 1.

    onderdeel 1.1.8 (akten burgerlijke stand);

  • 2.

    hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

  • 3.

    hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

  • 4.

    onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

  • 5.

    hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

  • 6.

    onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

  • 7.

    hoofdstuk 16 (kansspelen);

    een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

    Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

    Artikel 12 Overgangsrecht

    1. De ‘Verordening op de heffing en invordering van leges 2012’ van 21 december 2011, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 25 april 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

    2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

    Artikel 13 Inwerkingtreding

    1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

    2. De datum van ingang van de heffing is januari 2013.

    Artikel 14 Citeertitel

    Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening 2013.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2012

    H.C.A. Kolen drs. J.P.J. Lokker

    griffier voorzitter