Overheidsorganisatie | Gemeente Noordwijk |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2014 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet Milieubeheer
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 19-12-2013 Het Witte Weekblad, 25-12-2013 | Onbekend. | |
01-01-2013 | 31-12-2013 | nieuwe regeling | 20-12-2012 Geen. | Onbekend. | |
29-12-2011 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 21-12-2011 Witte Weekblad,28-12-2011 | Onbekend. | |
23-12-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 16-12-2010 De Zeekant,22-12-2010 | Onbekend. | |
01-01-2010 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 17-12-2009 De Zeekant,23-12-2009 | Onbekend. | |
01-01-2009 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 18-12-2008
| Onbekend. | |
01-01-2009 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 18-12-2008 De Zeekant,24-12-2008 | Onbekend. | |
01-01-2008 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 18-12-2007 De Zeekant,19-12-2007 | Onbekend. | |
01-01-2008 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 18-12-2007
| Onbekend. |
Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 19 december 2013
De raad van de gemeente Noordwijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2013;
gelet op het bepaalde in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;
besluit:
vast te stellen de navolgende verordening:
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon: € 208,80;
indien dat perceel gebruikt wordt door meer dan één persoon: € 329,88;
Indien op verzoek aan een particuliere huishouding een extra container van 140 of 240 liter ter beschikking wordt gesteld, worden de tarieven genoemd onder artikel 1 a en b per extra container verhoogd met: € 210,48.
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden bedraagt de belasting voor het op aanvraag omwisselen van een 140 liter container naar een 240 liter container, per keer € 25,-- per container.
De onder lid 1 tot en met 3 genoemde bedragen zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, wordt bij wege van aanslag geheven.
De belasting bedoeld in artikel 4, derde lid wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.
De belasting bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.
De belasting bedoeld in artikel 4, derde lid, is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk 2 maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de aanslagen zijn geheven van natuurlijke personen en de verschuldigde bedragen door middel van een automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 7 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De belasting voor het op aanvraag omwisselen van een container, als bedoeld in artikel 4, derde lid, moet worden betaald, indien de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid:
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 8 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Bij de invordering van de afvalstoffenheffing bedoeld in artikel 4, tweede en derde lid, wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 11 Overgangsrecht
De “Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2013” van 20 december
2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van
ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten
die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Deze verordening wordt aangehaald als de "Verordening afvalstoffenheffing 2014”.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2013
H.C.A. Kolen, Drs. J.P.J. Lokker,
griffier voorzitter