Aanwijzingsbesluit ex artikel 2.1.8 van de APV Rotterdam 2009 (straatartiesten)

De burgemeester van de gemeente Rotterdam,

Gelezen de voorstellen van de Directie Veiligheid van 17 juni 2009 met kenmerk 304433, van de voorzitter van het dagelijks bestuur van de Centrumraad van 17 maart 2009 met het kenmerk 09CR271922 en van de voorzitter van het dagelijks bestuur van de deelgemeente Prins Alexander van 15 juni 2009;

gelet op het bepaalde in artikel 2.1.8 van de APV Rotterdam 2008;

overwegende:

• -

  dat het aanwijzingsbesluit dat gold voor een gebied in het centrum en de deelgemeente Prins Alexander in de periode 1 februari 2008 tot en met 31 januari 2009 daadwerkelijk heeft geleid tot minder klachten over overlast, een betere doorstroming van het publiek en minder aangiften van zakkenrollerij;

• -

  dat na het afloop van het aanwijzingsbesluit is gebleken dat het optreden voor publiek door straatartiesten en straatmuzikanten op straat in bepaalde delen van de stad opnieuw overlast veroorzaakt;

• -

  dat de overlast onder andere bestaat uit het hinderlijk aanwezig zijn en het veroorzaken van geluidsoverlast door het lastig vallen van ondernemers, marktkooplieden en publiek onder meer door op opdringerige wijze een gift van het publiek te krijgen;

• -

  dat in de nabijheid van de artiesten zakkenrollers opereren;

• -

  dat de inspanningen van de politie en stadstoezicht om deze mensen weg te sturen onvoldoende effect sorteren;

• -

  dat het wenselijk wordt geacht dat de politie in staat wordt gesteld om tegen straatartiesten en straatmuzikanten op straat op te treden voordat daadwerkelijk overlast veroorzaakt wordt;

• -

  dat in overleg met de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond, de Centrumraad, de deelgemeente Prins Alexander, Ondernemingsfederatie Rotterdam City - op basis van ervaringen en klachten - twee gebieden zijn aangewezen waar de overlast zich voordoet en waar een verbod noodzakelijk wordt geacht;

• -

  dat deze maatregel zal bijdragen aan het verhogen van de veiligheid in het algemeen en in de aangewezen gebieden in het bijzonder;

• -

  dat de duur van de aanwijzing en de omvang van de gebieden proportioneel zijn in relatie tot het beoogde doel;

• -

  dat de burgemeester voor staartartiesten en straatmuzikanten ontheffing kan verlenen van het verbod; en

• -

  dat dit aanwijzingsbesluit niet van toepassing is op draaiorgelmuzikanten;

Besluit vast te stellen:

Aanwijzingsbesluit ex artikel 2.1.8 van de APV Rotterdam 2009 (straatartiesten)