Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling brandpreventiecommissie 2009 |
Citeertitel | Regeling brandpreventiecommissie 2009 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 2009-59 |
Gemeenteblad 1975-84 en 1975-116 worden ingetrokken
Grondslagen
Regelingen opgenomen in het Gemeenteblad 1975, nummer 84 en Gemeenteblad 1975, nummer 116, waarin op eenduidige wijze de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de brandpreventiecommissie zijn geformuleerd
Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen.
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
1.Geen.
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-05-2009 | Nieuwe regeling | 12-05-2009 Gemeenteblad 2009-59 | Voorstel Directie Veiligheid en Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 12 mei 2009; kenmerk: 280400 | ||
14-05-2009 | Nieuwe regeling | 12-05-2009 Gemeenteblad 2009-59 | Voorstel Directie Veiligheid en Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 12 mei 2009; kenmerk: 280400 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
Gelezen het voorstel van de Directie Veiligheid en Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, d.d. 12 mei 2009, kenmerk 280400;
gelet op de regelingen opgenomen in het Gemeenteblad 1975, nr. 84 en Gemeenteblad 1975, nr. 116, waarin op eenduidige wijze de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de brandpreventiecommissie zijn geformuleerd;
overwegende dat het in het kader van brandveiligheid van belang is om eenduidigheid in de gemeentelijke toepassing van brandveiligheidsvoorschriften in bouwregelgeving en milieuregelgeving na te streven;
In deze regeling wordt verstaan onder aanschrijvingen:
aanschrijvingen van de directeur van dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting (dS+V), de regionaal commandant van de brandweer Rotterdam-Rijnmond dan wel van de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond aan de eigenaar en/of de gebruiker van een bouwwerk, open erf en/of terrein aangaande het gebruik van dat bouwwerk, open erf en/of terrein en/of het treffen van bouwkundige- en installatietechnische voorzieningen ter zake van de brandveiligheid in verband met de staat van dat bouwwerk, open erf en/of terrein.
Het uitbrengen van rapport aan het college van burgemeester en wethouders of daar waar van toepassing het dagelijks bestuur van de deelgemeenten terzake van de in artikel 1, onder a en b, bedoelde verzoeken en afhandeling van meldingen behoort tot de taak van de directeur van dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting. De regionaal commandant van de brandweer Rotterdam-Rijnmond en de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond dienen hem hierbij zonodig van advies.
Het uitbrengen van rapport aan het college van burgemeester en wethouders of daar waar van toepassing het dagelijks bestuur van de deelgemeenten terzake van de in artikel 1, onder c, bedoelde verzoeken behoort tot de taak van de regionaal commandant van de brandweer Rotterdam-Rijnmond. De directeur van dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting en de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond dienen hem hierbij zonodig van advies.
Het uitbrengen van rapport aan het college van burgemeester en wethouders terzake van de in artikel 1, onder d, bedoelde verzoeken dan wel de in artikel 2, onder a t/m c, bedoelde meldingen behoort tot de taak van de directeur Gemeentewerken na advies van de directeur DCMR. De directeur van dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting en de regionaal commandant van de brandweer Rotterdam-Rijnmond dienen hem hierbij zonodig van advies.
Het uitbrengen van rapport aan het dagelijks bestuur van de deelgemeente terzake van de in artikel 1, onder d, bedoelde verzoeken dan wel de in artikel 2 bedoelde meldingen behoort tot de taak van de directeur DCMR. De directeur van dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting en de regionaal commandant van de brandweer Rotterdam-Rijnmond dienen hem hierbij zonodig van advies.
Het uitbrengen van rapport aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland terzake van de in artikel 1, onder d, bedoelde verzoeken dan wel de in artikel 2, onder a t/m c, bedoelde meldingen behoort tot de taak van de directeur DCMR. De directeur van dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting en de regionaal commandant van de brandweer Rotterdam-Rijnmond dienen hem hierbij zonodig van advies.
Artikel 3 Taak brandpreventiecommissie
De brandpreventiecommissie stelt een reglement van orde vast voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden (“Beoordelingsrichtlijn waarmerken bouwplannen op brandveiligheidsaspecten”) dat aan de directeur dS+V, regionaal commandant van de brandweer Rotterdam-Rijnmond en de directeur DCMR wordt toegezonden voor akkoord.
Artikel 4 Samenstelling brandpreventiecommissie
De brandpreventiecommissie bestaat uit:
andere door de directeur van dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting en/of door de regionaal commandant van de brandweer Rotterdam-Rijnmond en/of de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond daartoe aangewezen ambtenaren van respectievelijk de dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting, de regionale brandweer Rotterdam-Rijnmond en/of de DCMR Milieudienst Rijnmond.
De in het eerste lid, onder d, bedoelde ambtenaren nemen aan het overleg in de brandpreventiecommissie deel, indien en voor zover verzoeken, meldingen of speciale werkzaamheid betreffende, aan de orde zijn alsmede indien hun aanwezigheid wordt verlangd door één der in het eerste lid, onder a, b en c, genoemde ambtenaren.
Indien en voor zover verzoeken daartoe aanleiding geven, kan de brandpreventiecommissie advies inwinnen bij ambtenaren van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam N.V., Gemeentewerken of andere diensten. Op verzoek van de brandpreventiecommissie kunnen deze ambtenaren als adviseur aan het overleg van de brandpreventiecommissie deelnemen.
Artikel 6 Beoordelingscriteria
Verzoeken, meldingen en aanschrijvingen worden, mede in verband met het te verwachten gebruik en de te verwachten vuurbelasting, met inachtneming van eventueel door andere dan gemeentelijke instantie uitgebrachte adviezen, getoetst aan:
Artikel 7 Beoordeling en waarmerking stukken
Bij de beoordeling van een verzoek/melding worden, indien de leden van brandpreventiecommissie tot overeenstemming komen betreffende een verzoek/melding en de eventueel aan de beschikking op het verzoek/melding te verbinden voorwaarden, nadere eisen en/of mededelingen, de daarbij behorende bescheiden voorzien van een gestempeld opschrift en tekenen zij het verzoek/melding of de daarbij behorende bescheiden voor “akkoord”.
Bij de beoordeling van een verzoek/melding door de brandpreventiecommissie worden de eventueel aan de beschikking op het verzoek/melding te verbinden voorwaarden, nadere eisen en/of mededelingen door de ambtenaar, genoemd in artikel 4, eerste lid, onder a, schriftelijk, in een bindend advies vastgelegd.
Indien de leden van de brandpreventiecommissie niet tot overeenstemming komen betreffende een verzoek/melding en/of de eventueel aan de beschikking op het verzoek/melding te verbinden voorwaarden, nadere eisen en/of mededelingen, worden de verschillende opvattingen in het in het tweede lid genoemde advies vermeld en tekent de ambtenaar, die zich met een en ander niet kan verenigen, het verzoek/melding of de daarbij behorende bescheiden niet.
Artikel 8 Afhandeling van verzoeken
De leden van de brandpreventiecommissie zijn bevoegd verzoeken, meldingen voor kamergewijze verhuur dan wel de daarbij behorende bescheiden namens de directeur van dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting, de commandant van de regionale brandweer Rotterdam-Rijnmond dan wel de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond voor “akkoord” te tekenen.
In gevallen als bedoeld in artikel 7, derde lid, worden het verzoek dan wel melding en de op dat verzoek dan wel melding betrekking hebbende bescheiden, alsmede het advies als bedoeld in artikel 7, tweede lid, door het diensthoofd van de organisatie die verantwoordelijk is voor de reactie op het verzoek dan wel melding hetzij voorzien van zijn handtekeningen voor “akkoord”, hetzij zonder deze handtekening, in welk geval hij het achterwege blijven van de handtekeningen met redenen omkleedt, in enkelvoud aan de overige hoofden van dienst. Door de hoofden van dienst wordt getracht zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen 10 werkdagen, overeenstemming te bereiken ten aanzien van het verzoek dan wel melding.
Artikel 9 Vermelding oordeel brandpreventiecommissie en hoofden van dienst / Afhandeling van verzoeken bij ontbreken van overeenstemming
Indien de hoofden van dienst ten aanzien van een verzoek dan wel melding niet tot overeenstemming kunnen komen als bedoeld in artikel 8, derde lid, stelt het diensthoofd van de organisatie die verantwoordelijk is voor de reactie op het verzoek dan wel melding advies op aan het college van burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur van de deelgemeente. In dit advies komen behalve het oordeel van de eigen dienst ook het oordeel van de leden van de brandpreventiecommissie en de andere diensten. Door het college van burgemeester en wethouders dan wel het dagelijks bestuur van de deelgemeente wordt een besluit omtrent het verzoek dan wel melding genomen.
Artikel 10 Intrekking oude regelingen
De regelingen opgenomen in Gemeenteblad 1975, nr. 84 en Gemeenteblad 1975, nr. 116 worden ingetrokken.