Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Nadere regels Marktverordening 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels Marktverordening 2009
CiteertitelMarktreglement gemeente Heerlen 2009
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Marktverordening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-07-2007Nieuwe regeling

09-02-2010

Weekblad Parkstad

2010/4692

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels Marktverordening 2009

 

 

“Marktreglement gemeente Heerlen 2010”

bevoegdheid b&w

 

beleidsregel

beleidsregel

 

 

 

 

 

 

 

 

vergadering

burgemeester en wethouders heerlen

vergaderdatum:

9 februari 2010

registratienummer:

2010/4692

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen;

gelet op artikel 160 lid 1, sub h, Gemeentewet, artikel 4 van de Marktverordening gemeente Heerlen 2009 en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels, als bedoeld in artikel 4 van de Marktverordening gemeente Heerlen 2009, vast te stellen met betrekking tot uitvoering van genoemde verordening en een ordelijk verloop van de markt;

besluit vast te stellen de volgende nadere regels:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

 

Begripsomschrijvingen

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Heerlen 2009 gegeven begripsomschrijvingen zijn tevens van toepassing op deze nadere regels.

Artikel 2

 

Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1.

    De markt wordt, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel, gehouden op:

    • -

      dinsdag: Heerlen-Centrum: Wilhelminaplein/Bongerd/Promenade I 08.30 uur – 15.00 uur

    • -

      donderdag: Heerlen-Centrum: Bongerd: 08.00 uur – 14.00 uur

    • -

      vrijdag: Hoensbroek: Markt : 08.00 uur – 12.30 uur

    • -

      vrijdag: Heerlerheide: Wannerstraat/Wannerplein : 13.00 uur – 17.30 uur

      (in winter tot 17.00)

    • -

      zaterdag: Heerlen-Centrum: Bongerd/Promenade I 09.00 uur - 17.00 uur

  • 2.

    Op Nieuwjaarsdag, Carnavalsdinsdag, Hemelvaartsdag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag is er geen markt.

Het college kan de markt welke op een van die dagen valt naar een andere dag in dezelfde week verplaatsen.

  • 3.

    Het college kan in geval van weersinvloeden, calamiteiten, dreiging van gevaar of andere bijzondere of dringende omstandigheden:

    • a.

      de markt afgelasten dan wel onmiddellijk beëindigen;

    • b.

      de vergunninghouder verplichten de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen;

    • c.

      beslissen de markt anders op te stellen c.q. in te richten. Van de in dit lid bedoelde situaties is in ieder geval sprake indien slechte weersomstandigheden, zoals storm, van toepassing zijn dan wel zijn voorspeld.

  • 4.

    a. Het college kan op grond van dringende redenen c.q. in het algemeen belang (unieke omstandigheden of gebeurtenissen met een bovenmatige promotionele waarde) tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen, een andere marktdag vaststellen, andere begin- en eindtijden vaststellen of de markt afgelasten:

    • b.

      De zaterdagmarkt in Heerlen-Centrum kan buiten de verplaatsing in verband met de voor- en najaars-kermis naar de Apollolaan, 2x per jaar in zijn geheel verplaatst worden naar het Burgemeester van Grunsvenplein De zaterdagmarkt te Heerlen-Centrum kan 3x per jaar eerder eindigen, zodat het marktterrein uiterlijk om 18.00 uur beschikbaar is voor evenementen.

  • 5.

    Het college gaat tot het nemen van een maatregel zoals bedoeld in lid 4, sub a niet over dan nadat zij over het voornemen daartoe overleg heeft gepleegd met de marktcommissie.

Artikel 3

 

Inrichting van markt

  • 1.

    Het aantal standplaatsen is per markt vastgesteld zoals aangegeven op de bij dit reglement behorende tekeningen van het marktterrein.

  • 2.

    De opstelling en indeling van de markt is aangegeven op de bij dit reglement behorende tekeningen van het marktterrein.

  • 3.

    De afmeting van de standplaats is bepaald op vier strekkende meter of een veelvoud daarvan.

  • 4.

    Het college kan bij de toewijzing van de plaatsen afwijken van de standaardmaten.

Artikel 4

 

Branche-indeling

1.Voor het verkrijgen van een voor de consument zo aantrekkelijk mogelijke markt kunnen voor elk van de in de bijlage I (branchebesluit), genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen dan het aantal standplaatsen dat is aangegeven in dat besluit. Op aanvraag kan extra standplaats worden toegewezen met een branche welke nog niet in het branchebesluit is opgenomen.

HOOFDSTUK II

VERGUNNINGEN

Artikel 5

 

Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde op de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 6

 

Doorhalen van inschrijving op de anciënniteitlijst

De inschrijving op de anciënniteitlijst wordt doorgehaald indien de vergunning van een houder van een vaste standplaats wordt ingetrokken.

Artikel 7

 

Registratie op de wachtlijst

  • 1.

    Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 3 van de Marktverordening gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

  • 2.

    Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

    • c.

      de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;

    • d.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

  • 3.

    Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

  • 4.

    De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 8

 

Doorhalen van registratie op de wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • e.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 3 Marktverordening wordt voldaan.

Artikel 9 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    In geval van overlijden, blijvende arbeidsongeschiktheid dan (gedeeltelijke) bedrijfsbeëindiging kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de echteno(o)t(e), de geregistreerde partner of een ander persoon met wie vergunninghouder duurzaam samenwoonde.

  • 2.

    Indien de vaste standplaatsvergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan met inachtneming van herziening van de branche(s) conform de op dat moment gewenste vernieuwde situatie, het recht op de vaste standplaats op de betreffende markt overgaan op een kind van vergunninghouder.

  • 3.

    Het recht op de vaste standplaats op de betreffende markt kan, met inachtneming van eventuele herziening van de branche(s) conform de op dat moment gewenste vernieuwde situatie, overgaan op een mede-eigenaar of medewerker, indien deze in ieder geval drie jaren onafgebroken in deze relatie tot de vergunninghouder staat.

  • 4.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen 12 weken na het overlijden, na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd dan wel na de vaststelling van de blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder.

HOOFDSTUK III

TOEWIJZEN VAN STANDPLAATSEN

Artikel 10

 

Toewijzing standplaatsen

  • 1.

    Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, seizoenplaats, dagplaats of standwerkerplaats.

  • 2.

    Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt zolang zij niet als vaste plaats of seizoensplaats is toegewezen.

Artikel 11

 

Toewijzing van een vaste standplaats

  • 1.

    Een opengevallen vaste standplaats op de markt kan opnieuw als vaste standplaats worden uitgegeven met inachtneming van de voor die markt en locatie geldende indelingen in afdelingen/branches.

  • 2.

    Voor een opengevallen standplaats komen achtereenvolgens in aanmerking:

    • a.

      de vergunninghouder van een vaste standplaats die schriftelijk heeft aangegeven een andere vaste standplaats te willen nemen. De toewijzing geschiedt op volgorde van anciënniteit als vaste standplaatshouder en met inachtneming van de branche-indeling van de markt;

    • b.

      de vergunninghouder van een aangrenzende vaste standplaats, die schriftelijk heeft aangegeven een volgende aangrenzende plaats ter beschikking te willen krijgen. De toewijzing geschiedt op volgorde van anciënniteit als vaste standplaatshouder.

    • c.

      degenen die zich op de in artikel 7 bedoelde wachtlijst hebben laten inschrijven, zulks in volgorde van hun inschrijving op deze lijst, waarbij degenen die reeds een dagplaats innemen voorrang genieten.

  • 3.

    Indien een toewijzing wordt geweigerd vervalt iedere aanspraak op de standplaats alsmede op de anciënniteit welke bij de toewijzing van toepassing is.

Artikel 12

 

Toewijzing dagplaats

  • 1.

    Zolang een standplaats niet als vaste plaats is toegewezen kan deze als dagplaats worden toegewezen.

  • 2.

    Een als vaste plaats toegewezen standplaats, waarvan de vergunning is ingetrokken kan als dagplaats worden toegewezen.

  • 3.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt telkens voor 1 dag.

  • 4.

    Om voor een dagplaats in aanmerking te komen, dient de aanvrager op de in artikel 7 bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Toewijzing van dagplaatsen geschiedt op de marktdag op de begintijd van de markt bij door het college af te geven vergunning in volgorde van de datum van inschrijving op deze lijst, waarbij de gegadigde met een nog niet of niet gelijksoortig op de markt ten verkoop aangeboden artikel voorrang geniet.

  • 5.

    Indien voor de markt een branche-indeling geldt, wordt hiermee rekening gehouden bij de toewijzing van de dagplaatsen

Artikel 13

 

Standwerkersplaatsen

  • 1.

    op de weekmarkten zijn de volgende standwerkersplaatsen aangewezen:

    • a.

      dinsdag Heerlen-Centrum : 9

    • b.

      vrijdag Heerlerheide: 1

    • c.

      vrijdag Hoensbroek: 2

    • d.

      zaterdag Heerlen-Centrum: 1

Artikel 14

 

Toewijzing standwerkerplaats

  • 1.

    De standwerkersplaatsen op de dinsdagmarkt te Heerlen-Centrum worden toegewezen door middel van loting voor aanvang van de markt waarvoor men zich telefonisch kan aanmelden. De loting is openbaar en dient ter bepaling van de volgorde waarin gegadigden een plaats kiezen.

  • 2.

    Bij toewijzing van lotingplaatsen is het aantal standplaatsen per artikelengroep op de eventuele branchelijst onverminderd van toepassing.

Voor de dinsdagmarkt te Heerlen-Centrum kunnen per artikel maximaal twee lotingplaatsen worden uitgegeven, waarbij echter bij de loting voorrang wordt gegeven aan een artikel waarvoor nog geen lotingsplaats is uitgegeven. Voor de andere markten geldt een maximum van 1 lotingsplaats per artikel.

  • 3.

    Het is verboden te standwerken met:

    • a.

      persoons- en interieurkleding (uitgezonderd “steunbroekjes” en “steeunhemden”)

    • b.

      voedingsartikelen

    • c.

      huishoudtextiel (uitgezonderd zakdoeken en gezondheidskussens)

    • d.

      haarspelden, haarbandjes en broches

    • e.

      paraplu’s, sjaaltjes, handschoenen, mutsen, zonnebrillen en ceintuurs

    • f.

      horloges, lijfsieraden en bijouterieën

    • g.

      lectuur, posters en wenskaarten

    • h.

      schoeisel en lederwaren

    • i.

      uitzoekhandel (handel waarbij de consument kan kiezen uit meerdere soorten van 1 artikel)

    • j.

      2e hands artikelen

  • 4.

    Door deelname aan de loting wordt stilzwijgend verklaard dat de toe te wijzen standplaats uitsluitend en daadwerkelijk zal worden gebruikt om te standwerken.

De marktbeheerders zullen regelmatig beoordelen of de ingelote standwerkers ook daadwerkelijk standwerken. De beoordeling (waarbij onder andere de criteria “aard en omvang van uiteenzetting”, “welsprekenheid’ en “overtuiging en orginaliteit” gehanteerd zullen worden wordt vastgelegd op een beoordelings-formulier.

  • 5.

    Indien aan een gegadigde bij de loting een standwerkersplaats is toegewezen mag niet geweigerd worden en dient deze plaats dus ook daadwerkelijk te worden ingenomen.

    De standwerkersplaats kan pas worden ingenomen nadat het verschuldigde marktgeld betaald is.

  • 6.

    De standwerker:

    • a.

      mag behoudens toestemming van burgemeester en wethouders, slechts het ene door hem bij de loting opgegeven artikel verkopen. Bij “blindverkoop” kan de marktbeheerder eisen dat het artikel aan hem wordt getoond.

    • b.

      mag zich op de standwerkersplaats doen bijstaan, mits deze bijstand zich niet uitstrekt tot daadwerkelijke verkoop.

Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vóór de loting aan de marktbeheerder onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • 7.

    Een standwerker is gehouden zijn standplaats te gebruiken overeenkomstig het bepaalde in dit artikel. Laat hij dit na dan kan hem, na tevergeefs mondeling of schriftelijk te zijn gewaarschuwd, door het college het recht worden ontzegd om deze standplaats op de betreffende marktdag verder in te blijven nemen c.q. het recht worden ontzegd om voor 4 achtereenvolgende marktdagen deel te nemen aan de loting.

  • 8.

    Indien de standwerker na de onder sub 7 genoemde uitsluiting opnieuw een overtreding gebaat zal hij voor een periode van 3 maanden opnieuw van deelname aan de loting worden uitgesloten.

  • 9.

    de markteindtijd voor standwerkers voor de dinsdagmarkt te Heerlen-Centrum is bepaald op 1 uur voor de vastgestelde eindtijd.

HOOFDSTUK IV

BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK EN INNEMEN VAN DE STANDPLAATS

Artikel 15

 

Eigen materiaal

  • 1.

    Op verzoek kan in de vergunning van een vaste standplaatshouder toestemming worden verleend om met eigen materiaal zijn standplaats in te nemen.

  • 2.

    Het in het vorige lid vermelde verzoek omvat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      een opgave van lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal;

    • b.

      een gedetailleerde tekening van het eigen materiaal;

    • c.

      foto’s van het eigen materiaal;

  • 3.

    Toestemming wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      het eigen materiaal technisch niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt zoals aangegeven op de in artikel 3 genoemde tekeningen;

    • b.

      het eigen materiaal niet voldoet aan de in artikel 16 genoemde eisen.

  • 4.

    Indien sprake is van bederfelijke waar kan aan een standplaatshouder toestemming worden verleend om eigen materiaal in de vorm van zon- of regenwerende middelen te gebruiken, mits van deugdelijk materiaal en een goed aanzien, zulks ter beoordeling van de marktbeheerder .

Artikel 16

 

Eisen eigen materiaal

Het eigen materiaal dient aan de volgende eisen te voldoen:

  • a.

    het eigen materiaal mag in opgestelde toestand niet dieper zijn dan de kramenrij;

  • b.

    uitklapbare toonbanken en/of vitrines mogen niet buiten de staanders van de kramenrij uitsteken;

  • c.

    aan de zijkanten van het eigen materiaal mogen geen zeilen, kleppen of andere zaken zijn aangebracht die de doorgang aan de verkoopzijde verhinderen of het zicht op de naastgelegen verkoopgelegenheid beperken;

Artikel 17

 

Persoonlijk Innemen standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op zijn standplaats doen bijstaan, de vergunninghouder en degene die hem bijstaat mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.

  • 3.

    Van de verplichting van het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de vergunninghouder tijdelijk ontheffing verlenen:

    • a.

      wegens vakantie, maximaal voor de duur van zes marktdagen per jaar;

    • b.

      wegens arbeidsongeschiktheid, maximaal voor de duur van in totaal twee jaar;

    • c.

      indien de standplaats wordt ingenomen door een bloed- of aanverwant in de 2e graad of personeelsleden met een dienstverband voor onbepaalde tijd;

    • d.

      indien de standplaats wordt ingenomen door degene die gedurende tenminste 3 jaar voorafgaand aan de datum van de aanvraag als mede-eigenaar van het betreffende marktbedrijf geregistreerd staat;

    • e.

      om bijzondere redenen;

Artikel 18

 

Feitelijk innemen vaste standplaats

  • 1.

    Een houder van een vaste plaats is gehouden om deze standplaats telkens als er marktdag is ook feitelijk in te nemen.

    Door de marktbeheerders zal dan ook een presentielijst worden bijgehouden.

  • 2.

    Van de verplichting van het eerste lid verleent het college op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de vergunninghouder, wegens vakantie voor maximaal zes marktdagen per jaar. Dit verzoek dient minimaal 2 weken voor de betreffende marktdag(en) te worden ingediend.

  • 3.

    Van de verplichting van het eerste lid verleent het college ontheffing op een daartoe strekkend verzoek van de vergunninghouder, wegens arbeidsongeschiktheid en wel voor de duur van in totaal maximaal twee jaren.

  • 4.

    Van de verplichting van het eerste lid kan het college op een daartoe strekkend verzoek van de vergunninghouder tijdelijk ontheffing verlenen om bijzondere redenen.

  • 5.

    Een standplaats die door de houder ervan niet wordt ingenomen, kan worden toegewezen als dagplaats.

Artikel 19

 

Aantonenziekte door vergunninghouder

Het college kan van een vergunninghouder die een beroep wenst te doen op het bepaalde in artikel

17, lid 3, sub b en artikel 18, lid 3:

  • a.

    verlangen dat deze de ziekte als reden van verhindering aantoont door een geneeskundig verklaring over te leggen van de behandelde arts of specialist

  • b.

    de medewerking van de vergunninghouder aan een onafhankelijk medisch onderzoek verlangen. De kosten van dit onderzoek zijn voor rekening van de gemeente

Artikel 20

 

Eisen en verboden ten aanzien van het innemen van een standplaats en de aan- en afvoer van goederen

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 3 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn vaste standplaats tot het sluitingstijdstip van de markt te blijven innemen.

  • 3.

    Indien de vergunninghouder diens vaste standplaats niet uiterlijk bij aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktbeheerder de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder beschikbaar houdt.

  • 4.

    Het is vergunninghouder verboden op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren.

  • 5.

    Het is de vergunninghouder verboden op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben en/of uit te stallen dan waarvoor vergunning is verleend. Van dit verbod kan tijdelijk ontheffing worden verleend voor de verkoop van branche-overschrijdende (bij-)producten waarbij toetsing zal plaatsvinden aan het in het branchebesluit genoemde maximum aantal standplaatshouders en waarbij de (bij-)producten niet meer dan 25% (met een maximum van 2 meter) van het totale aanbod van de vergunninghouder mogen vormen. De ontheffing zal worden ingetrokken indien een standplaatshouder deze producten als hoofdbranche gaat verkopen en daardoor het in de hoofdbranche genoemde maximum aantal standplaatshouders in de branche wordt bereikt.

  • 6.

    Het is de vergunninghouder verboden meer ruimte in te nemen dan is toegewezen.

  • 7.

    Het is de vergunninghouder verboden de opstal voor en/of tijdens de markt af te breken of te verplaatsen.

  • 8.

    Het is voor de vergunninghouder verboden voor het tijdstip waarop de markt eindigt diens waren in te pakken en/of af te voeren.

  • 9.

    Het college kan in bijzondere omstandigheden van het bij vorige leden gestelde ontheffing verlenen onder door haar te stellen voorwaarden.

HOOFDSTUK V

OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 21

 

Obstakels

1.Het is voor een ieder verboden de doorgang en de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren.

Artikel 22

 

Vergunningplicht kramen/verkoopmateriaal

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college op het marktterrein kramen en/of tafels te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens;

  • 2.

    Voor zover het betreft de vergunning voor het plaatsen en verhuren van standaardkramen aan vergunninghouders kunnen aan deze vergunning voorschriften worden gesteld tot het verrichten van diensten en werkzaamheden met het plaatsen en/of verwijderen van materieel voor de afzetting van straten rondom het marktterrein.

Artikel 23

 

Venten op het marktterrein

  • 1.

    Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2.

    Van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel kan door het college ontheffing worden verleend, voor zoveel betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de standplaatshouders en hun medewerkers.

Artikel 24

 

Gedrukte stukken/verspreiding van boodschappen

  • 1.

    Het is behoudens ontheffing van het college verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te verspreiden, dan wel anderszins boodschappen aan het publiek te verkondigen.

  • 2.

    Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op:

    • a.

      betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in artikel 2.1.2.2., lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening

    • b.

      het door standplaatshouders aanprijzen van koopwaar op de markt c.q. het voeren van reclame-aktiviteiten ten behoeve van de desbetreffende markt

Artikel 25

 

Schoonhouden en opleveren standplaats

De vergunninghouder dient:

a ervoor zorg te dragen dat diens standplaats telkens een goed verzorgd aanzien biedt;

  • b.

    voor, tijdens en na de markt zelf diens afval, (verpakkings-)materialen en dergelijke in te zamelen;

  • c.

    voordat het marktterrein wordt verlaten, diens standplaats en onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en diens afval zelf af te voeren;

  • d.

    indien de ondergrond en omgeving van de standplaats vervuild kan raken, maatregelen te treffen ter voorkoming daarvan. Daar waar door de marktbeheerder als noodzakelijk wordt geacht dient de ondergrond te worden afgedekt, alvorens werkzaamheden daarboven te verrichten. De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring van de marktbeheerder en/of op aanwijzing van de marktbeheerder te geschieden;

  • e.

    wanneer vergunning is verleend om eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, aan de voorzijde van diens standplaats voldoende afvalbakken te plaatsen.

  • f.

    ijs en ijswater dat wordt gebruikt voor het koelen van vis/visproducten mag niet worden geloosd op het openbaar riool c.q. niet worden achtergelaten.

Artikel 26

 

Gebruik van electrische- en/of geluidsapparatuur

Gebruikmaken van electrische- en/of geluidsapparatuur is slechts toegestaan na verleende -schriftelijke- toestemming, onder bepaalde voorwaarden en op aanwijzing van de marktbeheerder . Zonder verkregen toestemming is het niet toegestaan apparaten te gebruiken via de electrische faciliteiten. Voor verwarmingsapparaten welke aan veiligheidseisen voldoen kan toestemming worden verleend, mits veilig opgesteld, zulks ter beoordeling aan de brandweer.

Artikel 27

 

Uitstallingen en kraamverbreders

1.Uitstallingen en kraamverbreders zijn alleen toegestaan na verleende toestemming daarvoor van de marktbeheerder .

Onder kraamverbreder wordt elk hulstuk verstaan dat ertoe dient om de overkapping van een kraam te vergroten door deze te verlengen boven de voor het publiek bestemde loopruimte.

  • 2.

    Toestemming voor uitstallingen kan slechts worden verleend indien er sprake is en blijft van een vrije doorgang zonder obstakels.

  • 3.

    Uitstallingen waarvoor geen toestemming is verleend, dienen onmiddellijk op eerste aanzegging van de marktbeheerder te worden verwijderd.

Artikel 28

 

Het stallen van rij- en voertuigen

1.Het is de vergunninghouder niet toegestaan op het marktterrein diens rij- en/of voertuig te parkeren op een andere plaats dan die, welke door het college bij ontheffing is aangewezen.

Artikel 29

 

Algemene milieu- en veiligheidsnormen

Aan de vergunningen, ontheffingen en toestemmingen als bedoeld in dit reglement worden voorschriften verbonden zoals vermeld in de “MILIEU- EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN AMBULANTE HANDEL” van de gemeente Heerlen, bijlage II van dit reglement.

Artikel 30

 

Algemene bevoegdheden marktbeheerder

De marktbeheerder oefent in zijn hoedanigheid als toezichthouder belast met het toezicht op de weekmarkten namens het college de volgende bevoegdheden uit:

  • a.

    de bevoegdheid tot de aanwijzing ter plaatse op de markt van de met toepassing van artikel 10 van dit reglement toegewezen standplaatsen.

  • b.

    met het toezicht op de naleving van de voorschriften welke bij of krachtens de Marktverordening worden gesteld, met inbegrip van het controleren van de standplaatshouders.

  • c.

    de bevoegdheid tot het treffen van ordemaatregelen die noodzakelijk zijn in het belang van een goede organisatie of voortgang van de markt.

  • d.

    bij de uitoefening van de bevoegdheden kan de marktbeheerder tijdelijk afwijken van de vastgestelde marktopstelling en indeling.

HOOFDSTUK VI

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 31

 

Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als “Marktreglement gemeente Heerlen 2009”.

Artikel 32

 

Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag waarop de Marktverordening gemeente Heerlen 2009 in werking treedt.

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 9 februari 2010

de secretaris, de burgemeester,

Bijlagen:

  • I.

    Brancheringslijst

  • II.

    Milieu- en veiligheidsvoorschriften ambulante handel

    Algemene toelichting

    In verband met de behoefte aan duidelijker en eenvoudiger regels is er voor gekozen om de modelmarktverordening 2003 af te slanken, in die zin dat de kaderstellende bevoegdheden van de raad en de uitvoerende bevoegdheden van onder andere het college uit elkaar zijn getrokken.

    De raad geeft het college op grond van artikel 3 van de Marktverordening 2009 (Individuele vergunning) de bevoegdheid nadere regels te stellen. Met dit reglement wordt hieraan invulling gegeven. Getracht wordt om hiermee een duidelijk handvat aan te reiken voor de marktbeheerders . Het verdient aanbeveling om beleidsregels vast te stellen ten aanzien van het toestaan van standwerkers, de wachtlijsten, het toegestane verkoopmateriaal, de verzorging van de standplaats, het gebruik van elektriciteit, et cetera.