Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Renswoude

Verordening Kinderopvang

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRenswoude
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Kinderopvang
CiteertitelVerordening Kinderopvang
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2012Onbekend

28-02-2012

Heraut, 19 maart 2012

109852

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Kinderopvang

Nr. 109852

De raad van de gemeente Renswoude;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renswoude van 23 november 2011,

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 1.25 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen,

overwegende dat de gemeenteraad regels vaststelt omtrent de tegemoetkoming van de gemeente aan kinderopvang. Deze regels hebben betrekking op de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming,

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende

Verordening kinderopvang

1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en daarop berustende regelingen wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Renswoude;

  • b.

    de wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • c.

    kinderopvang: opvang van kinderen van 0 tot 12 bij kindcentrum of bij gastouder via gastouderbureau;

  • d.

    doelgroep: een ouder als bedoeld in artikel 1.22 van de wet;

  • e.

    toetsingsinkomen: het inkomen zoals bedoeld in artikel 1.7 van de wet en het bepaalde in artikel 6 van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkoming in kosten opvang en artikel 1 van de Regeling indexering kinderopvang en de daarbij behorende bijlage;

  • f.

    berekeningsjaar: het actuele kalenderjaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • g.

    BSN: het nummer als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (Wabb);

2. AANVRAAG VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 2 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat:

    • a)

      naam, adres en BSN van de ouder;

    • b)

      indien van toepassing: naam en BSN van de partner en als dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

    • c)

      naam, geboortedatum en BSN van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

    • d)

      een offerte of contract van de kinderopvang, waarin in ieder geval per kind wordt aangegeven: het verwachte aantal uren opvang per week, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

    • e)

      gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de doelgroep;

    • f)

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 2.

    Het college bepaalt dat voor de aanvraag gebruik gemaakt wordt van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 3.

    Indien de aanvrager een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.

3. VOORLOPIGE VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 3 Beslistermijn

  • 1.

    Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2.

    Het college kan de in het vorige lid bedoelde termijn met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 4 Weigeringsgrond

Het college weigert de tegemoetkoming indien de aanvrager niet behoort tot de doelgroep.

Artikel 5 Ingangsdatum

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend maximaal één maand voor de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college is ontvangen.

  • 2.

    Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 6 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een berekeningsjaar.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

Artikel 7 Omvang van de opvang

Het college verstrekt de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang per week dat naar het

oordeel van het college voor de ouder redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van

arbeid/opleiding.

Artikel 8 Inhoud van de beschikking

  • 1.

    Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van opvang bevat in ieder geval:

    • a.

      de vaststelling dat de ouder tot de doelgroep behoort;

    • b.

      de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

    • c.

      Bij kinderopvang door een kindcentrum: naam en adres van het kindcentrum; bij kinderopvang door een gastouder: naam en adres van het gastouderbureau, naam en adres van de gastouder en op welk adres de opvang plaatsvindt;

    • d.

      de periode en de omvang van de opvang per week of per maand waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

    • e.

      de wijze waarop het maandelijkse bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

    • f.

      de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

    • g.

      de verplichtingen van de ouder.

Artikel 9 De bevoorschotting van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.

  • 2.

    Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

4. DEFINITIEVE VASTSTELLING VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 10 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1.

    De ouder verstrekt binnen acht weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de werkelijke kosten van kinderopvang over deze periode.

  • 2.

    Het college stelt de definitieve tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

Artikel 11 Verrekening met de voorschotten

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten;

  • 2.

    Teveel betaalde voorschotten worden verrekend met lopende tegemoetkomingen / voorschotten dan wel teruggevorderd op grond van het bepaalde in de wet.

  • 3.

    Het college kan afzien van terugvordering conform een beleidsregel.

5. VERPLICHTINGEN VAN DE OUDER

Artikel 12 Inlichtingenplicht

  • 1.

    De ouder of partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging mededeling van alle inlichtingen en gegevens die redelijkerwijs van invloed kunnen zijn op de hoogte van de tegemoetkoming.

  • 2.

    De ouder of partner verstrekt desgevraagd het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

Artikel 13 Onjuiste gegevens en onvoldoende medewerking

  • 1.

    Indien de ouder of partner de gegevens, zoals genoemd in artikelen 2 en 12 van deze Verordening, niet, niet tijdig of niet volledig heeft verstrekt en hen dit te verwijten valt, dan kan het college het recht op de tegemoetkoming voor de duur van ten minste acht weken opschorten.

  • 2.

    Het college doet mededeling van deze opschorting en nodigt de ouder of partner uit om het verzuim te herstellen binnen een gestelde termijn.

  • 3.

    Indien de ouder of partner het verzuim niet binnen de gestelde termijn herstelt, kan het college het recht op de tegemoetkoming intrekken vanaf het moment dat het recht is opgeschort.

  • 4.

    Het college kan het besluit tot verlening van de tegemoetkoming of het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen in de situaties als bedoeld in afdeling 4.2.5 en 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 5.

    Het college kan de ten onrechte of teveel betaalde tegemoetkoming terugvorderen conform het bepaalde in artikel 1.38 van de wet en het bepaalde in titel 4.4 van de Awb.

Artikel 14 Bewaarplicht

De ouder bewaart alle bewijsstukken die aan de verstrekking van de tegemoetkoming ten grondslag liggen tenminste gedurende vijf jaar na de vaststelling en stelt deze op verzoek ter beschikking aan het college voor controledoeleinden.

6. SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 16 Uitvoering en nadere regels

  • 1.

    De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

  • 2.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 3.

    Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels vaststellen.

Artikel 17 Intrekking oude regeling

De Verordening Wet Kinderopvang Renswoude, vastgesteld op 1 februari 2005, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 18 genoemde datum van inwerkingtreding.

Artikel 18 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking acht dagen na de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari

2012.

Artikel 19 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als Verordening Kinderopvang.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Renswoude, gehouden op 24 januari 2012.

de griffier, de voorzitter,