Organisatie | Roerdalen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen gemeente Roerdalen 2012 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Roerdalen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-01-2013 | 31-01-2013 | Intrekking | 20-12-2012 De Trompetter, 31-01-2013 | 2012/12/20/12 | |
01-07-2012 | 31-01-2013 | Nieuwe regeling | 28-06-2012 Geen | 2012/06/28 09 |
De raad van de gemeente Roerdalen heeft;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 mei 2012,
gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet;
gelet op artikel 8, eerste lid 1, onderdeel g, en artikel 35, vijfde lid van de Wet werk en bijstand;
overwegende dat het gemeentebestuur op grond van de Wet werk en bijstand bij verordening regels dient te stellen over de verlening van categoriale bijstand voor de kosten in verband met de maatschappelijke participatie van ten laste komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen
de Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen gemeente Roerdalen 2012 vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 juni 2012.
De gemeenteraad van Roerdalen,
De griffier, De voorzitter,
R.J.J. Notermans drs. C.A.M. Hanselaar – van Loevezijn
Toelichting bij de verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Roerdalen 2012
Op 1 januari 2012 zijn de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet investeren in jongeren samengevoegd. Daartoe is de Wwb op een aantal onderdelen aangepast . Een van de aanpassingen betreft een verordeningsplicht voor gemeenten met betrekking tot het verlenen van categoriale bijzondere bijstand voor de kosten in verband met maatschappelijke participatie van ten laste komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen (conform artikel 35, vijfde lid, van de Wwb).
De tweede kamer heeft de regering in een motie gevraagd om gemeenten financieel af te rekenen die onvoldoende bijdragen aan de doelstelling om het aantal kinderen uit arme gezinnen dat maatschappelijk niet meedoet om financiële redenen terug te dringen.
Bij de uitvoering van deze motie heeft de regering echter gekozen voor een uitwerking die recht doet aan het uiteindelijk doel van de motie: meer nadruk leggen op het stimuleren van gemeenten om het aantal kinderen uit arme gezinnen dat niet meedoet om financiële redenen terug te dringen. Daartoe voorziet de wet in een verordeningsplicht voor gemeenteraden ten aanzien van artikel 35, vijfde lid van de Wet werk en bijstand.
De gemeenteraden zijn gehouden om in ieder geval in de verordening invulling te geven aan het begrip maatschappelijke participatie. Deze vorm van categoriale bijstand wordt - met de eveneens in de wet opgenomen inkomensnormering – alleen verstrekt aan personen of huishoudens met maximaal een inkomen tot 110 % van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.
Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst.
In het gemeentelijk minimabeleid van Roerdalen zijn reeds een aantal voorzieningen opgenomen die sociale uitsluiting van kinderen uit arme gezinnen moet voorkomen dan wel tegengaan, zodat zij een beter toekomstperspectief krijgen.
Met de verplichting om regels te stellen in een verordening wordt beoogd het vastleggen van regels gericht aan het college met het oogmerk dat het college verder vorm geeft aan de door de gemeenteraad voorgeschreven opdracht om voorzieningen te treffen die kinderparticipatie bevorderen.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen in de Wet werk en bijstand
In dit artikel is verduidelijkt wat de gemeenteraad als zijn taak aanmerkt. In het tweede lid is aangegeven wat gegeven die taken het doel is van deze verordening. Dat is het stellen van regels voor het bestuursorgaan dat belast is met de uitvoering van deze verordening, het college. Het is vervolgens aan het college om die opdracht ten uitvoer te leggen bij voorbeeld met beleidsplannen, - regels of ander instrumenten zoals samenwerkingsovereenkomsten.
Artikel 3 Verantwoordelijkheid college
Maatschappelijke participatie is niet een exclusieve taak van de overheid. Ook allerlei maatschappelijke instellingen dragen daaraan bij. Het college krijgt de opdracht om te zoeken naar wegen om de dienstverlening van dergelijke instellingen te ondersteunen zodat de participatie wordt bevorderd.
Artikel 4 Minimabeleid en verslag
Het college regelt in het armoedebeleid onder welke voorwaarden recht bestaat op de voorzieningen als bedoeld in artikel 3 van deze verordening. Deze voorwaarden gaan onder andere over de wijze waarop de voorziening wordt toegekend en de hoogte en duur van de voorziening .Aan een voorziening kunnen nadere verplichtingen worden verbonden, zoals bijvoorbeeld om de voorziening te gebruiken voor het doel waarvoor het is bestemd.
Dit artikel regelt de specifieke voorzieningen die het college in het minimabeleid opneemt om maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen uit gezinnen met een laag inkomen te stimuleren. De vermelde vergoedingen worden betaalbaar gesteld aan de wettelijk vertegenwoordiger.