| Overheidsorganisatie | Gemeente Best |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke participatie WWB gemeente Best 2012 |
| Citeertitel | Participatieregeling WWB |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp |
de Regeling Stimulering Maatschappelijke Deelname Gemeente Best wordt ingetrokken.
Gemeentewet, artikel 147, lid 1 en artikelen 8 lid 1 en 2 en 35 lid 5 van de Wet werk en bijstand
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-2011 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 07-05-2012 Groeiend Best | INT12-0673 |
De raad van de gemeente Best;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 maart 2012;
gelet op artikel 147 lid 1 van de Gemeentewet en de artikelen 8 lid 1 en 2 en 35 lid 5 van de Wet werk en bijstand (WWB);
besluit
in te trekken de Regeling Stimulering Maatschappelijke Deelname Gemeente Best;
vast te stellen de:
Verordening maatschappelijke participatie WWB gemeente Best 2012
Artikel 1 Begripsbepaling
Begrippen en definities in deze verordening hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet, tenzij daarvan uitdrukkelijk is afgeweken.
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de WWB;
het college: het college van burgemeester en wethouders van Best;
maatschappelijke participatie: deelname aan maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteiten die beogen een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken;
peilmaand: wanneer de aanvraag wordt ingediend tussen 1 januari en 1 juli, de maand januari van het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend en in andere gevallen de maand juli van dat jaar.
Artikel 2 Doelgroep en doelstelling
Tot de doelgroep van deze verordening behoren de inwoners van de gemeente Best met een laag inkomen.
Deze verordening heeft ten doel om maatschappelijke participatie door de doelgroep te bevorderen.
Artikel 3 Voorwaarden
Een inwoner van Best heeft in het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend recht op een bijdrage als bedoeld in artikel 4 bestaat voor wanneer hij, of de leefeenheid waarvan hij deel uitmaakt
in de peilmaand beschikt over een inkomen dat niet hoger is dan 110% van de toepasselijke bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag,
in de peilmaand beschikt over een vermogen dat lager is dan het in artikel 34 lid 3 van de wet vermelde, op de leefsituatie betrekking hebbende bedrag, en
kosten heeft in verband met maatschappelijke participatie.
De bijdrage kan worden aangevraagd voor kosten in verband met sociale, culturele en sportactiviteiten, alsook voor indirecte kosten in verband met onderwijs of beroepsopleiding van inwonende kinderen.
Aan de verlening van de bijdrage wordt de verplichting verbonden deze te besteden aan de kosten waarvoor de aanvraag wordt ingediend.
Artikel 4 Hoogte van de bijdrage
De hoogte van de bijdrage voor inwonende schoolgaande kinderen in de leeftijd van vier jaar tot 19 jaar bedraagt € 300,00 per jaar per kind.
Voor alle andere personen is de hoogte van de bijdrage € 150,00 per persoon per jaar.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de leeftijd gehanteerd die het betreffende kind bereikt in het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
Het college kan de hoogte van de bedragen zoals genoemd in de leden 1 en 2 jaarlijks wijzigen.
Wanneer een belanghebbende slechts een gedeelte van het jaar van aanvraag woonachtig is in de gemeente Best, wordt de bijdrage vastgesteld naar rato van het aantal volledige maanden dat hij in Best woonachtig is.
Artikel 5 Uitbetaling
1De bijdrage wordt in beginsel in drie gelijke termijnen per jaar uitbetaald, in de maanden maart, augustus en december.
Artikel 6 Controle
De bestedingsverplichting zoals genoemd in artikel 3 lid 3 en de hoogte van het vermogen worden, met inachtneming van de overige voorwaarden van deze verordening, achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd.
Wanneer en voor zover de bijdrage betrekking heeft op personen in de leeftijd van 65 jaar en ouder of op ten laste komende kinderen als bedoeld in artikel 35 lid 5 van de wet, wordt aangenomen dat de kosten noodzakelijk zijn en daadwerkelijk gemaakt zijn.
In andere dan de in lid 2 aangegeven gevallen dient de belanghebbende desgevraagd aan te tonen dat de betreffende kosten gemaakt zijn. Daartoe dient de belanghebbende bewijsstukken te bewaren tot en met de vierde maand na afloop van het kalenderjaar waarop de bijdrage betrekking heeft.
De omvang van de steekproef bedoeld in lid 1 is 5% van het aantal aanvragen over een kalenderjaar.
Artikel 7 Terugvordering
Het college kan de bijdrage terugvorderen, voor zover die:
ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;
anderszins onverschuldigd is betaald, voor zover de belanghebbende dit redelijkerwijs had kunnen begrijpen;
niet is besteed aan de kosten waarvoor de bijdrage is aangevraagd.
Artikel 8 Slotbepalingen
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Deze verordening kan worden aangehaald als de Participatieregeling WWB.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012, onder gelijktijdige intrekking van de Regeling Stimulering Maatschappelijke Deelname Gemeente Best.
Aldus besloten door de raad van Best
in zijn vergadering van 7 mei 2012
de griffier de voorzitter
M.J.H.J. Baijens drs. Y.C.Th.J. Kortmann