Besluit collectieve festiviteiten 2007

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Rotterdam, elk voor zover het zijn bevoegdheden betreft,

Gelezen het voorstel van de directeur Veiligheid van 20 februari 2007; 07BSD01137;

overwegende dat:

• ·

  de burgemeester op grond van artikel 4.1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam bevoegd is om per kalenderjaar ten hoogste zeven dagen aan te wijzen ten behoeve van collectieve festiviteiten;

• ·

  in een zodanige aanwijzing burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat in de gemeente de voorschriften 1.1.1, 1.1.5, 1.1.7 en 1.1.8 van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer niet van toepassing zijn voor zover de naleving van deze voorschriften redelijkerwijs niet kan worden gevergd; alsdan kan worden afgeweken van de vastgestelde geluidsnormen voor horeca-inrichtingen als bedoeld in dit besluit;

voorts overwegende dat:

• ·

  de burgemeester op grond van artikel 2.3.9, zesde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam bevoegd is bij openbare bekendmaking algemene ontheffing te verlenen van de krachtens de in het eerste en tweede lid van voornoemd artikel geldende openings- en sluitingstijden voor een bepaald gebied of voor een of meer bepaalde inrichtingen, als naar zijn oordeel sprake is van een bijzondere omstandigheid;

• ·

  het in Rotterdam gebruik is dat horeca-inrichtingen op bepaalde feestdagen langer geopend mogen zijn, waarbij de inroostering geschiedt op basis van overleg met de branche en advies van de deelgemeentebesturen;

gelet op het bepaalde in artikel 2.3.9, zesde lid, en artikel 4.1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam;

Besluiten vast te stellen:

Besluit collectieve festiviteiten 2007