Organisatie | Ooststellingwerf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelverordening 2012 |
Citeertitel | Maatregelverordening 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Maatregelverordening Wet werk en bijstand 2009 en de Maatregelverordening IOAW en IOAZ 2010.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2012 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 26-06-2012 Nieuwe Ooststellingwerver, 04-07-2012 | Raad, 26-06-2012, C.22 |
De raad van de gemeente Ooststellingwerf;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 april 2012;
gelet op artikel 8, lid 1, onderdelen b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 lid 1, 2 en 3 van de Wet werk en bijstand, de artikelen 20 en 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de artikelen 20 en 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
overwegende dat, de gemeenteraad bij verordening regels stelt met betrekking tot het verlagen van de uitkering;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en ge-deeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet (GW).
In deze verordening wordt verstaan onder:
benadelingsbedrag: de uitkering die teveel of ten onrechte is verstrekt als gevolg van het schenden van de inlichtingenplicht en / of de uitkering waarop eerder, langer of tot een hoger bedrag een beroep wordt of is gedaan ten gevolge van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan;
Artikel 4 Het besluit tot opleggen van een maatregel
In het besluit tot het opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld: de reden, de duur, het percentage en het bedrag van de maatregel waarmee de uitkering wordt verlaagd en, als dit van toepassing is, de reden om af te wijken van een standaardmaatregel.
Artikel 5 Afzien van het opleggen van een maatregel
Het college ziet af van het toepassen van een verlaging indien:
de gedraging meer dan een jaar voor constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte of teveel uitkering is verleend. Een verlaging wegens schending van de inlichtingenplicht wordt niet opgelegd na verloop van vijf jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden.
Artikel 7 Samenloop van gedragingen, recidive, recidive op recidive en volharding
De duur van de maatregel wordt vastgesteld op twee maanden, als de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd of hiervan is afgezien, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of een hogere categorie of hetzelfde of een hoger percentage.
De duur van de maatregel wordt vastgesteld op drie maanden, als binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de recidive als bedoeld in het derde lid is toegepast, opnieuw sprake is van een verwijtbare gedraging van dezelfde of een hogere categorie of hetzelfde of een hoger percentage.
Hoofdstuk 2 Niet nakomen van de arbeidsverplichtingen
Artikel 8 Indeling in categorieën
Gedragingen waardoor algemeen geaccepteerde arbeid niet wordt behouden of één van de verplichtingen op grond van artikel 9 WWB, artikel 9a WWB, artikel 55 WWB respectievelijk artikel 37 IOAW, artikel 38 IOAW, artikel 37 IOAZ en artikel 38 IOAZ niet of onvoldoende worden nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:
Tweede categorie:a. het niet naar vermogen proberen algemeen geaccepteerde arbeid te krijgen;b. het niet of in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling of aan een onderzoek naar de geschiktheid van scholing / opleiding;c. het onvoldoende gebruik maken van een aangeboden voorziening, zoals bedoeld in artikel 9, lid 1, onder b en artikel 10, lid 1 van de WWB respectievelijk artikel 36, lid 1 en artikel 37, lid, 1 onder e, van de IOAW of IOAZ, voor zover dit niet heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van die voorziening;d. het niet meewerken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak zoals bedoeld in artikel 44a WWB;e. gedragingen die de arbeidsinschakeling belemmeren;f. het uit houding en gedrag ondubbelzinnig laten blijken de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 9, lid 1, onder b van de WWB respectievelijk artikel 37, lid 1, onder e van de IOAW of IOAZ niet te willen nakomen, wat heeft geleid tot het intrekken van de ontheffing van de arbeidsplicht voor een alleenstaande ouder zoals bedoeld in artikel 9a, lid 1 van de WWB respectievelijk 38, lid 1 van de IOAW of IOAZ;g. het niet of onvoldoende nakomen van de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 9, lid 1 of artikel 55 van de WWB, voor zover het gaat om een persoon jonger dan 27 jaar, gedurende vier weken na de melding zoals bedoeld in artikel 43, lid 4 en 5 van de WWB;h. het niet of onvoldoende verrichten van een door het college opgedragen tegenprestatie, zoals bedoeld in artikel 9, lid 1, onder c van de WWB, artikel 37, lid 1, onder f van de IOAW of IOAZ.
Derde categorie:a. het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid;b. het door eigen toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid;c. het niet of onvoldoende gebruik maken van een aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling zoals bedoeld in artikel 9, lid 1, onder b en artikel 10, lid 1 van de WWB respectievelijk artikel 36, lid 1 en artikel 37, lid, 1 onder e, van de IOAW of IOAZ, voor zover dit heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van die voorziening;
Artikel 9 De hoogte en duur van de maatregel
Van het opleggen van een verlaging, als bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt afgezien en volstaan met een schriftelijke waarschuwing, tenzij deze schriftelijke waarschuwing wordt opgelegd binnen een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum waarop eerder een schriftelijke waarschuwing is opgelegd.
Hoofdstuk 3 Niet of niet tijdig nakomen van de inlichtingenplicht
Artikel 10 Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen met gevolgen
Als het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, als bedoeld in artikel 17 van de WWB, ar-tikel 13 van de IOAW of IOAZ heeft geleid tot een benadelingsbedrag, wordt een maatregel opgelegd gedurende één maand, waarbij de hoogte wordt bepaald aan de hand van het benadelingbedrag. Hierbij wordt het volgende onderscheid gemaakt:
Artikel 11 Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen zonder gevolgen
Als het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, zoals bedoeld in artikel 17 van de WWB, artikel 13 van de IOAW of IOAZ niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, bedraagt de verlaging vijf procent van de bijstandsnorm gedurende één maand.
Van het opleggen van een verlaging, als bedoeld in het eerste lid, wordt afgezien en volstaan met een schriftelijke waarschuwing, tenzij deze schriftelijke waarschuwing wordt opgelegd binnen een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum waarop eerder een schriftelijke waarschuwing is opgelegd.
Hoofdstuk 4 Overige gedragingen die leiden tot een maatregel
Artikel 12 Tekortschietend besef met gevolgen
Als een belanghebbende een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan heeft getoond, als bedoeld in artikel 18, tweede lid, artikel 55 en artikel 57, lid a van de WWB, wordt een maatregel opgelegd gedurende één maand, waarbij de hoogte wordt bepaald aan de hand van het benadelingbedrag. Hierbij wordt het volgende onderscheid gemaakt: