Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit houdende de regels over de aanduiding van subsidieplafonds, gereserveerde begrotingsbudgetten ten behoeve van subsidies, de verdeling van subsidies, de wijze van bevoorschotting en indexering van productsubsidies |
Citeertitel | Besluit verdeelregels productsubsidies |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Op dit besluit is overgangsrecht van toepassing zoals vastgesteld bij collegebesluit van 4 maart 2014.
Algemene Subsidie Verordening Nieuwegein, art. 3
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-03-2014 | 02-09-2014 | art 12a, 41,42,43,44,50,98,par.6.2,129,130,130a,131,138,138,12.1,175,tabel bijlage | 04-03-2014 Gemeenteblad 19-03-2014 | 2014- | |
25-10-2012 | 20-03-2014 | art 1, hfdst 7, art 116a, 116b,116c,116d,par.7.2,tabel bijlage | 24-10-2012 De Molenkruier 24-10-2012 | onbekend | |
25-10-2012 | art. 1, hoofdstuk 7, art. 116a, 116b, 116c, 116d, paragraaf 7.2, tabel bijlage | 16-10-2012 De Molenkruier 24-10-2012 | onbekend | ||
07-10-2012 | nieuwe regeling | 07-10-2012 De Molenkruier 18-07-2012 | onbekend | ||
19-07-2012 | 25-10-2012 | nieuwe regeling | 10-07-2012 De Molenkruier 18-07-2012 | onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein;
gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidie Verordening Nieuwegein;
Besluit houdende regels over de aanduiding van subsidieplafonds, gereserveerde begrotingsbudgetten ten behoeve van subsidies, de verdeling van subsidies, de wijze van bevoorschotting en indexering van productsubsidies (Besluit verdeelregels productsubsidies)
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
maatschappelijk verantwoord ondernemen: een vorm van ondernemen gericht op economische prestaties (profit), met respect voor de sociale aspecten (people), binnen de ecologische randvoorwaarden (planet), waarbij de organisatie bewuste keuzes maakt om vanuit de triple P-benadering een balans te bereiken tussen People, Planet en Profit. De organisatie neemt verantwoordelijkheid voor de consequenties van haar handelen op sociaal, ecologisch en economisch gebied in de hele proces-/productieketen, legt daarover verantwoording af en gaat een dialoog hierover aan met belanghebbenden;
Dit besluit is van toepassing op producten die de beleidsterreinen betreffen, bedoeld in artikel 2, lid 2, van de verordening.
Een jaarlijkse productsubsidie wordt tot maximaal 100% van het totale subsidiebedrag bevoorschot. Een incidentele productsubsidie wordt tot 90% van het totale subsidiebedrag bevoorschot, tenzij de incidentele productsubsidie betrekking heeft op het beleidsveld Podiumkunsten, pop wordt tot 60% van het totale subsidiebedrag bevoorschot.
Artikel 7 Accountantsverklaring
Een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 21 van de verordening is ook vereist indien de aanvrager:
Indien zowel een prijscomponent als een looncomponent wordt gehanteerd bij het indexeren van het subsidiebedrag, wordt een verdeelsleutel van 50/50 gehanteerd, met dien verstande dat 50% van het subsidiebedrag wordt vermeerderd met het cijfer voor de prijsindex en 50% van het subsidiebedrag wordt vermeerderd met het cijfer voor de looncompensatie.
Hoofdstuk 2 Welzijn en maatschappelijke ondersteuning
Paragraaf 2.1 Welzijn en Sociaal cultureel werk, basisdeel
De doelstelling van het beleidsveld ‘Welzijn en Sociaal cultureel werk, basisdeel’, is het bevorderen van:
Artikel 18 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 17, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
Bij het verlenen van subsidie gelden de volgende verdeelregels:
prioriteitsstelling van de producten, bedoeld in artikel 18 vindt plaats al naar gelang de behoeftes van de wijkbewoners voor de producten, bedoeld in artikel 18 en de subsidieontvanger, bedoeld in artikel 18, onderdeel i, met dien verstande dat de verdeling van de subsidie akkoord wordt bevonden nadat het college een belangenafweging heeft gemaakt of er voldoende rechtvaardiging is voor deze behoeftes.
Paragraaf 2.2 Welzijn en Sociaal cultureel werk, flexibel deel
De doelstelling van het beleidsveld ‘Welzijn en Sociaal cultureel werk, flexibel deel’, is het bevorderen van:
Artikel 22 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 21, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
Bij de verdeling van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:
prioriteitsstelling van de producten, bedoeld in artikel 22 vindt plaats al naar gelang de behoeftes van de wijkbewoners voor de producten, bedoeld in artikel 22 en de subsidieontvanger, met dien verstande dat de verdeling van de subsidie akkoord wordt bevonden nadat het college een belangenafweging heeft gemaakt of er voldoende rechtvaardiging bestaat voor deze behoeftes.
Paragraaf 2.3 Ondersteuning Mantelzorg
De doelstelling van het beleidsveld ‘Ondersteuning Mantelzorg’ is het leveren van een bijdrage in de ondersteuning van mensen die mantelzorg verlenen.
Artikel 26 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 25, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
Bij het verlenen van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:
prioriteitstelling van de producten, bedoeld in artikel 26, vindt plaats al naar gelang de behoeftes van de wijkbewoners voor de producten, bedoeld in artikel 26, en de subsidieontvanger, met dien verstande dat de verdeling van de subsidie akkoord wordt bevonden, nadat het college een belangenafweging heeft gemaakt of er voldoende rechtvaardiging bestaat voor deze behoeftes.
Paragraaf 2.4 Ondersteuning van vrijwilligers in de zorg
Artikel 30 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 29, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
Om voor subsidie in aanmerking te komen moet voldaan zijn aan het criterium dat vrijwilligers zijn gespecialiseerd op het gebied van zorg en aansluiting hebben met de doelstellingen van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
Paragraaf 2.5 Collectieve voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
De doelstelling van het product ‘Collectieve voorzieningen maatschappelijke ondersteuning’ draagt bij aan het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking.
Artikel 34 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 33, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op het aanbieden van:
Om voor subsidie in aanmerking te komen voor het product, bedoeld in artikel 34, onderdelen a, c en d worden vrijwilligers ingezet die voldoen aan de kwalificaties die aan de desbetreffende activiteiten worden gesteld.
Bij het verlenen van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:
prioriteitstelling van de producten, bedoeld in artikel 34, vindt plaats al naar gelang de behoeftes van de wijkbewoners voor de producten, bedoeld in artikel 34, en de subsidieontvanger, met dien verstande dat de verdeling van de subsidie akkoord wordt bevonden, nadat het college een belangenafweging heeft gemaakt of er voldoende rechtvaardiging bestaat voor deze behoeftes.
Paragraaf 2.6 Ondersteuning van mensen met een lichamelijke of zintuiglijke beperking dan wel psychische klachten
De doelstelling van het product ‘Ondersteuning van mensen met een handicap dan wel psychische klachten’ draagt bij aan het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking.
Artikel 38 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 37, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
Bij het verlenen van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:
prioriteitstelling van de producten, bedoeld in artikel 38, vindt plaats al naar gelang de behoeftes van de wijkbewoners voor de producten, bedoeld in artikel 38, en de subsidieontvanger, met dien verstande dat de verdeling van de subsidie akkoord wordt bevonden, nadat het college een belangenafweging heeft gemaakt of er voldoende rechtvaardiging bestaat voor deze behoeftes.
De doelstellingen van het beleidsveld `Bibliotheekwerk´ is om de inwoners van Nieuwegein te stimuleren tot het lezen en leren, alsmede te informeren door het realiseren van digitale en fysieke mogelijkheden hiertoe.
Artikel 42 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 41, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de producten, bedoeld in artikel 42 gelden de volgende criteria:
Bij het verlenen van subsidie gelden de volgende verdeelregels:
Prioriteitsstelling van de producten, bedoeld in artikel 42 vindt plaats al naar gelang de behoeftes van de inwoners van Nieuwegein voor deze producten, en de subsidieontvanger, met dien verstande dat de verdeling van de subsidie akkoord wordt bevonden nadat het college een belangenafweging heeft gemaakt of er voldoende rechtvaardiging is voor deze behoeftes.
De doelstelling van beleidsveld ´Emancipatie` is het bevorderen van emancipatie van (allochtone) vrouwen in Nieuwegein.
Artikel 46 Subsidiabele producten
De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 45, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op het organiseren van de Internationale Vrouwendag in Nieuwegein.
Hoofdstuk 3 Sport, cultuur en recreatie
Paragraaf 3.1 Sportbeoefening in georganiseerd verband
De doelstelling van het beleidsveld Sport en bewegen is dat het bevorderen van sportbeoefening in georganiseerd verband door de bevolking van Nieuwegein.
Artikel 50 Subsidiabele producten
De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 49, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op georganiseerde sportbeoefening.
Deze producten zijn verdeeld in de volgende productonderdelen:
Paragraaf 3.2 Ondersteuning sportorganisaties
De doelstelling van het beleidsveld ‘Ondersteuning sportorganisaties’ is om het mogelijk te maken dat het Sportgala binnen het jaarlijks terugkerend evenement ‘Nieuwegein Award’ een plaats krijgt.
Artikel 54 Subsidiabele producten
De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 53, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op het participeren in het jaarlijks evenement ‘Nieuwegein Award’ door middel van het Sportgala.
Paragraaf 3.4 Ondersteuning sportbeoefening van mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking
De doelstelling van het beleidsveld ´Ondersteuning sportbeoefening van mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking` is het bevorderen van het beoefenen van gehandicaptensport.
Artikel 62 Subsidiabele producten
De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 61, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
Paragraaf 3.5 Amateurkunst, Activiteitenbudget
De doelstelling van het beleidsveld `Amateurkunst, Activiteitenbudget` is de uitbreiding van het culturele aanbod en vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.
Paragraaf 3.6 Podiumkunsten, theater
De doelstelling van het beleidsveld ‘Podiumkunsten, theater’ is uitbreiding van het culturele aanbod en vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.
De doelstelling van het beleidsveld 'Kunsteducatie'is uitbreiding van het culturele aanbod en vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.
Artikel 74 Subsidiabele producten
De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 73, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op een basispakket, bestaande uit het geven van:
Paragraaf 3.8 Podiumkunsten, pop
Uitbreiding van het culturele aanbod en vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.
Artikel 78 Subsidiabele producten
De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 77, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de producten, bedoeld in artikel, 78 wordt voldaan aan de volgende criteria:
De doelstelling van het beleidsveld ‘Cultuureducatie’ is uitbreiding van het culturele aanbod en de vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.
Artikel 82 Subsidiabele producten
De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 81, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
Paragraaf 3.10 Beeldende kunst
De doelstelling van het beleidsveld Beeldende kunst is het wekken van interesse bij een breed publiek voor hedendaagse beeldende kunst.
Artikel 86 Subsidiabele producten
De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 85, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
Paragraaf 3.11 Beeldende kunst, kunstmarkt
De doelstelling van het beleidsveld ‘Beeldende kunst, kunstmarkt is het wekken van interesse bij een breed publiek voor hedendaagse beeldende kunst.
Artikel 90 Subsidiabele producten
De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 89, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op het organiseren van de jaarlijkse kunstmarkt in Nieuwegein.
Paragraaf 3.12 Cultureel erfgoed, historisch museum
De doelstelling van het beleidsveld ‘Cultureel erfgoed, historisch museum’ is het behouden van musea en het in een museum tonen van de cultuurhistorie van Nieuwegein.
Artikel 94 Subsidiabele producten
De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 93, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op het exploiteren en beheren van het historisch museum Warsenhoeck in Nieuwegein.
Paragraaf 3.13 Cultureel erfgoed, museumwerf
De doelstelling van het beleidsveld ‘Cultureel erfgoed, museumwerf is het behouden van musea en het in een museum tonen van de cultuurhistorie van Nieuwegein; in het bijzonder de historie van de Nederlandse binnenvaartschepen in relatie tot de historie van het schippersdorp Vreeswijk.
Artikel 98 Subsidiabele producten
De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 97, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op
Paragraaf 3.14 Cultureel erfgoed, oudheidskamer
De doelstelling van het beleidsveld ‘Cultureel erfgoed, oudheidskamer is het behouden van musea en het in een museum tonen van de cultuurhistorie van Nieuwegein.
Artikel 102 Subsidiabele producten
De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 101, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op het exploiteren en beheren van de oudheidskamer Vreeswijk in Nieuwegein.
De doelstelling van het beleidsveld ‘Scouting’ is om bij te dragen aan het creëren van aanbod aan vrijetijdsactiviteiten voor kinderen en jongeren in Nieuwegein.
Artikel 106 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 105, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
Hoofdstuk 5 Verkeer en vervoer
Artikel 108f Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 108 e, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
Hoofdstuk 6 Openbare orde en veiligheid
De doelstelling van het beleid ‘Slachtofferhulp’ is het verlenen van hulp aan inwoners van de gemeente Nieuwegein die het slachtoffer zijn van een misdrijf of verkeersongeval.
Artikel 110 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 109, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op: het in behandeling nemen van hulpvragen van inwoners van de gemeente Nieuwegein, die slachtoffer zijn van een misdrijf of verkeersongeval.
Hoofdstuk 7 Economie en werkgelegenheid
Paragraaf 7.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Artikel 116b Subsidiabele producten
De producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 116a, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
Paragraaf 8.1 Peuterspeelzaal werk
Artikel 118 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 117, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op een product voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar, gedurende gemiddeld 2 dagdelen van maximaal drie en een half uur, gedurende 40 weken per jaar, gericht op de doelstellingen genoemd in artikel 117 op ambitieniveau 1.
Paragraaf 8.2 Onderwijsachterstandenbeleid
Doelgroepkind OAB: een kind dat een gewicht heeft op grond van de landelijke gewichtenregeling of waarbij sprake is van een dreigende Nederlandse taalachterstand, beoordeeld door het consultatiebureau volgens het protocol ‘ Indicatiestelling doelgroepkinderen OAB’. Het gaat hierbij niet om de kinderen met een aangeboren cognitieve of fysieke achterstand en/ of kinderen waarvoor specifieke voorzieningen zijn.
VVE: een door het rijk erkend voor- of vroegschools educatie programma waarmee taalachterstanden bij kinderen in de voor- (leeftijd nul tot 4 jaar) en vroegschoolse periode (4 tot 6 jaar) effectief bestreden worden. In de voorschoolse periode op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf (niet zijnde gastouder) en in de vroegschoolse periode op een basisschool in Nieuwegein.
VVE-groep peuterspeelzaal: een groep van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar op een peuterspeelzaal in Nieuwegein waarin maximaal 12 doelgroepkinderen OAB gedurende 4 dagdelen per week door de gemeente gesubsidieerde voorschoolse educatie aangeboden krijgen door 2 VVE gecertificeerde beroepskrachten.
VVE-groep kinderdagverblijf: een groep van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar op een kinderdagverblijf in Nieuwegein waarin 5 dagen per week door de gemeente gesubsidieerde voorschoolse educatie aangeboden wordt aan minimaal 1 en maximaal 12 doelgroepkinderen per dag door 2 VVE gecertificeerde beroepskrachten. Een doelgroepkind moet minimaal 2 dagen per week deelnemen en krijgt bij plaatsing op de VVE groep voorrang op niet doelgroepkinderen.
De doelstellingen van het beleidsveld ‘Onderwijsachterstandenbeleid’ is:
Het voorkomen en vroegtijdig aanpakken van een achterstand in de Nederlandse taal bij doelgroepkinderen OAB zodat zij zonder achterstand kunnen beginnen aan hun schoolloopbaan, een startkwalificatie kunnen behalen en zelfstandig kunnen participeren in de maatschappij, door:
Artikel 122 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 121, die voor subsidie in aanmerking komen zijn
Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet aan de volgende criteria worden voldaan:
subsidieaanvragen voor het aanbieden van voorschoolse educatie in een VVE-groep op een kinderdagverblijf in Nieuwegein bevatten naast de in artikel 10 van de ASV genoemde gegevens, ook: het aantal doelgroepkinderen OAB dat gaat deelnemen, een opleidingsplan, een pedagogisch plan, een vermelding van het volgsysteem waarmee gewerkt wordt en een beschrijving van de wijze waarop aan ouderbetrokkenheid wordt gewerkt.
Paragraaf 8.3 Huiswerkbegeleiding
De doelstelling van het beleidsveld ‘Huiswerkbegeleiding’ is:
Het bevorderen van de vakinhoudelijke onderwijsprestaties van allochtone leerlingen uit Nieuwegein in groep 6/7 tot en met leerlingen van het tweede leerjaar van het Voortgezet Onderwijs om schooluitval te voorkomen.
het bieden van een aantrekkelijke (kindgericht), leerzame (bv. bestrijding van onderwijsachterstanden) en nuttige (gericht op bevordering gezondheid, culturele vorming en sociale vaardigheden) vrije tijdsbesteding aan kinderen van de betrokken scholen, betrokken opvangorganisaties en/of in de wijken.
het aantrekkelijker maken van de combinatie werk en (gezins)zorg. Het college stimuleert het bieden van voor- en naschoolse opvang op locaties in (of nabij) de school, maar financiert de opvang niet. De mogelijkheid om opvangkinderen gebruik te laten maken van een aantrekkelijk brede schoolaanbod kan belemmeringen opheffen of zelfs stimulerend werken voor het tweeverdienersschap;
Artikel 130 Subsidiabele producten
De volgende activiteiten/producten met de doelstelling, bedoeld in artikel 129, komen in aanmerking voor subsidie:
Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt de aanvrager geacht mede gebruik te maken van het reeds aanwezige, gesubsidieerde aanbod van combinatiefunctionarissen sport, combinatiefunctionarissen cultuur en welzijnsactiviteiten van MOvactor.
De brede schoolsubsidie is nadrukkelijk aansluitend en niet concurrerend.
Paragraaf 8.5 Brede School, combinatiefuncties
Artikel 133 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 132, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op
Paragraaf 8.6 Jeugdgezondheidszorg en lokale zorg voor de jeugd
De doelstelling van het beleidsveld Jeugdgezondheidszorg en lokale zorg voor de jeugd’ is het realiseren van een goede preventieve zorgstructuur voor jeugdigen van -9 maanden tot 23 jaar, zodat zij opgroeien in een goede fysieke en sociaal-emotionele gezondheid.
Artikel 136 Subsidiabele producten
Producten die gericht zijn op de volgende activiteiten komen in aanmerking voor subsidie:
1˚Universele preventie, waaronder in ieder geval bedoeld wordt:
2˚Opvoedhulp , waaronder in ieder geval bedoeld wordt:
3˚Afstemming en coördinatie van zorg, waaronder in ieder geval bedoeld wordt:
Paragraaf 8.7 Schoolbegeleiding
Om in aanmerking te komen voor subsidie van de producten, bedoeld in artikel 140 zien de schoolbesturen erop toe op inkoop van kwalitatief goede producten.
Bij het verlenen van de subsidie gelden de volgende verdeelregels:
Het beschikbare budget schoolbegeleiding wordt verdeeld op grond het percentage leerlingen van een schoolbestuur ten opzichte van het totaal aantal leerlingen in het primair onderwijs in Nieuwegein gebaseerd op de 1 oktobertellingen van het kalenderjaar van de subsidie -2. De subsidie voor 2012 is dus gebaseerd op de 1 oktobertelling van 2010.
Subsidies worden verstrekt en verantwoord per kalenderjaar, terwijl het onderwijs werkt met schooljaren. Bij producten die betrekking hebben op een heel schooljaar (bijvoorbeeld elk kwartaal een trainingsonderdeel), wordt de systematiek van 7/12e en 5/12e van het totaalbedrag van het product toegepast bij de toekenning en vaststelling van de subsidie.
Paragraaf 8.9 Volwasseneneducatie, aanvullend cursusaanbod
De doelstelling van het beleidsveld Volwasseneneducatie, aanvullend cursusaanbod’ is het verzorgen van aanbod op het terrein van volwasseneneducatie, zoveel mogelijk in afstemming dan wel samenwerking met andere aanbieders van (educatieve) activiteiten in Nieuwegein.
Artikel 148 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 147 zijn gericht op het verzorgen van cursussen op terrein van volwasseneneducatie.
Om in aanmerking te komen voor subsidie voor de producten, bedoeld in artikel 148 wordt een bij de aanvraag ingediende begroting en activiteitenplan.
Hoofdstuk 9 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening
Paragraaf 9.1 Algemeen maatschappelijk werk
De doelstelling van het beleidsveld ´Algemeen maatschappelijk werk` draagt bij aan de volgende doelstellingen:
Artikel 152 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 151, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
Paragraaf 9.2 Belangenbehartiging ouderen
De doelstelling van het beleidsveld ‘Belangenbehartiging ouderen is een ouderenbond in staat stellen om voorlichting voor ouderen te organiseren.
Artikel 156 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen van het beleidsveld belangenbehartiging ouderen is het organiseren van voorlichting door ouderenbonden, eventueel in de vorm van een stichting.
Paragraaf 9.3 Maatschappelijke opvang
De doelstelling van het product ‘Maatschappelijke opvang’ draagt bij aan het bieden van maatschappelijke opvang en hulp aan bewoners met specifieke problemen.
Artikel 160 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 159, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op het bieden op het bieden van tijdelijk onderdak en ondersteunende begeleiding ten behoeve van terugkeer naar reguliere huisvesting.
Paragraaf 9.5 Vluchtelingenwerk
De doelstelling van het beleidsveld ‘Vluchtelingenwerk’ is dat aan een volwaardige participatie wordt bijgedragen van al dan niet voormalige vluchtelingen dan wel asielzoekers die zich vestigen in de gemeente Nieuwegein of met uitzetting bedreigd worden.
De doelstelling van het beleidsveld `Volksgezondheid´ draagt bij aan het bevorderen van de volksgezondheid met name gericht op de verslavingszorg alsmede het bestrijden van ongevallen.
Artikel 172 Subsidiabele producten
De producten met de doelstellingen, bedoeld in artikel 171, die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op
Hoofdstuk 12 Integratie en inburgering
Paragraaf 12.1 Internationale samenwerking
Artikel 176 Subsidiabele producten
De producten die voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op:
De doelstelling van het beleidsveld ‘Wereldwinkel’ is het bevorderen van bewustwording van de problematiek in ontwikkelingslanden.
Bijlage Tabel 2014 behorende bij het Besluit verdeelregels productsubsidies
Op grond van artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Nieuwegein kan het college nadere regels stellen ten aanzien van de uitvoering van de verordening. In het onderhavige besluit worden nadere regels gesteld ten aanzien van de jaarlijkse productsubsidies. Het betreft hier met name verdeelregels die gelden bij het verlenen van jaarlijkse productsubsidies. De verdeelregels gelden indien er sprake is van een subsidieplafond en in geval sprake is van een gereserveerd budget voor een desbetreffende te subsidiëren product.
Bij de opbouw van het besluit zijn de beleidsvelden als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de verordening als leidraad gehanteerd.
De indeling van het besluit is als volgt:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Hoofdstuk 2 Welzijn en maatschappelijke ondersteuning
Hoofdstuk 3 Sport, cultuur en recreatie
Hoofdstuk 5 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 6 Openbare orde en veiligheid
Hoofdstuk 7 Economie en werkgelegenheid
Hoofdstuk 9 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening
Hoofdstuk 11 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Hoofdstuk 12 Integratie en inburgering
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de indeling die in de huidige Beleidsregels voor subsidieverstrekking gemeente Nieuwegein 2011 wordt gehanteerd is losgelaten. Een gevolg hiervan is dat ook de aanduiding van de budgetten in de begroting voor zo ver van toepassing, zijn aangepast. In de toelichting bij de begroting is een en ander hieromtrent verwerkt.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De budgetten waar in dit besluit aan wordt gerefereerd zijn budgetten op basis van de begroting van 2011. De indexering van de budgetten is voorlopig door het college bepaald op 0%. Na de behandeling van de begroting in de gemeenteraad van november a.s. wordt definitief bekend welke indexering op de budgetten van toepassing is. De subsidieaanvragers worden hierover per brief geïnformeerd.
Artikel 10 Egalisatiereserve en eigen vermogen
Bij lid 1: De gemeente hanteert dit uitgangspunt ten behoeve van de continuïteit van de instellingen en daarmee het mogelijk maken van duurzame samenwerking met instellingen die subsidie ontvangen.
Bij lid 2: Het verschil tussen de gehanteerde norm van 10% en de werkelijke hoogte van de egalisatiereserve kan aanleiding zijn voor het college om hierover het gesprek aan te gaan met de instelling en tot nadere afspraken te komen Criteria die het college daarbij hanteert zijn de mate van afhankelijkheid van de gemeentelijke subsidie en de financiële risico’s van de instelling.
Bij lid 3: Het vormen en in stand houden van deze reserve is de verantwoordelijkheid van de instelling zelf.
Bij instellingen worden eigendommen niet altijd gelijkmatig afgeschreven en wordt niet altijd gespaard voor grote uitgaven, met als gevolg dat het vervangen van bijvoorbeeld inventaris vaak afhankelijk is van financiële meevallers, schenkingen of eenmalige, aanvullende subsidies van de gemeente. Om de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de instellingen te benadrukken, wordt gekozen voor dit systeem.
Groot planmatig onderhoud onroerend goed
Om de voorziening voor groot onderhoud op het vereiste niveau te brengen wordt de daartoe noodzakelijke dotatie structureel in de begroting opgenomen. Voor het toevoegen en onttrekken van middelen aan de voorziening is toestemming van het college nodig gelet op het bepaalde in artikel 4:71 van de Awb. In dit artikel wordt bepaald welke toestemmingsvereisten kunnen gelden bij rechtshandelingen door subsidieontvangers.
Met deze procedure wil het college voorkomen dat een instelling onvoldoende vermogen opbouwt om toekomstige uitgaven te financieren die onontkoombaar zijn en waarvan de uitgaven niet binnen de exploitatiebegroting van 1 jaar kunnen worden opgevangen.
Hoofdstuk 2 Welzijn en maatschappelijke ondersteuning
Paragraaf 2.1 Welzijn en Sociaal cultureel werk, basisdeel
Artikel 18 Subsidiabele producten
In de praktijk de cursussen worden aangeboden door de vrijwilligersacademie Lekstroom.
Paragraaf 2.3 Ondersteuning mantelzorg
Artikel 26 Subsidiabele producten
Aandacht voor jonge mantelzorgers en initiatieven die de samenwerking tussen informele en formele zorg verbetert.
Artikel 28 Gereserveerd budget en verdeelregels
De volgende instellingen kunnen als voorbeelden genoemd worden:
´Handje helpen´ (thuishulpcentrale)
Alzheimer Café (St. Alzheimer Cafe Nederland)
Nederlands Rode Kruis, afdeling Nieuwegein
Paragraaf 2.4 Ondersteuning van vrijwilligers in de zorg
Geen ondersteuning voor verzekeringen voor vrijwilligers.
De onderstaande instanties die vorig jaar subsidie ontvingen waren:
Netwerk vrijwilligers in de zorg (Vitras)
Ondersteuning vrijwilligers, deel basispakket SWN (hier PM)
Ondersteuning van vrijwilligerswerk in de sport valt buiten dit budget.
Deze raming is op basis van de huidige inzet/subsidies en een deel van het budget dat wordt ingezet bij de SWN (SCW basisdeel).
Gemeente ondersteunt vrijwilligers ook m.b.v. vrijwilligersverzekeringen; deze vorm van ondersteuning wordt niet ingevuld met het instrument subsidie en ontbreekt daarom in deze opsomming.
Artikel 42 Subsidiabele producten
Ten tweede: betreft een zogenaamde hotspot (digitale voorziening) die door telecommunicatiebedrijven wordt geïnstalleerd.
Dit kan door middel van doorlopende klanttevredenheidsonderzoeken;
het personeel in het filiaal is in staat om vragen te beantwoorden en bezoekers te begeleiden op het gebied van de nieuwe media. In de praktijk is het steeds meer in zwang is om geen specifieke opleidingskwalificaties voor bibliotheek te hanteren, maar de nadruk wordt steeds meer gelegd op de vaardigheden van personeel;
de aanvrager werkt samen met relevante lokale, regionale en landelijke organisaties (voorbeeld: overheidsorganisaties).
Paragraaf 3.2 Ondersteuning sportorganisaties
De Stichting Sportraad Nieuwegein is op 30 juni 2003 officieel opgericht. De formele doelstelling is de informatievoorziening en advisering aan en de ondersteuning van sportverenigingen en sporters in Nieuwegein te verbeteren en uit te breiden. Dit vindt onder andere plaats via een sportloket, het Sportservicepunt (het SSP). Het merendeel van de Nieuwegeinse Sportverenigingen is aangesloten bij de Sportraad. De Sportraad heeft zich mede ten doel gesteld om alle Nieuwegeinse sportverenigingen zich bij de Sportraad te laten aansluiten.
Bij het sportloket kunnen verenigingen terecht met allerlei vragen. Deze vragen kunnen een breed terrein bestrijken, zoals bijvoorbeeld het vrijwilligersbeleid, ledenwerving en -behoud, wet- en regelgeving, hulp bij het maken van beleidsplannen en exploitatiebegrotingen met betrekking tot accommodatiebeheer, algemene vragen met betrekking tot accommodaties, subsidies en juridische adviezen. Dit is nog maar een kleine greep uit veel praktijkvoorbeelden. Er wordt van elke deelnemende vereniging een scan gemaakt om een beeld te vormen op welk terrein het SSP ondersteuning kan verlenen aan de verenigingen. Het sportloket werkt met een groot aantal backoffices waar veel informatie en deskundigheid vandaan gehaald wordt ter ondersteuning van het Sportloket.
Paragraaf 8.2 Onderwijsachterstandenbeleid
Het door de raad voor OAB bepaalde budget in de begroting over 2012 is hoger dan de optelsom van de beschikbare bedragen in artikel 123 lid 2. Het verschil tussen is op dit moment nog niet bestemd voor bepaalde producten binnen het OAB. Wanneer deze bestemming plaatsvindt, worden nadere regels opgesteld zodat nog in 2011 of gedurende 2012 aanvragen voor incidentele productsubsidies voor deze producten kunnen worden ingediend.
Paragraaf 8.7 Schoolbegeleiding
De schoolbesturen zijn vrij de schoolbegeleidingsactiviteiten in te kopen bij elke organisatie die schoolbegeleiding aanbiedt. Dit kan een voorheen gesubsidieerde schoolbegeleidingsdienst zijn of een andere aanbieder. Het afnemen van diensten bij een ander schoolbestuur of binnen het eigen schoolbestuur is daarbij ook een mogelijkheid.
Voorbeeld: Een activiteit heeft plaatsgevonden gedurende het hele schooljaar 2011/2012. 5/12e van de totaalkosten komen dan ten laste van de subsidie schoolbegeleiding voor het kalenderjaar 2011 (periode augustus tot en met december 2011) en 7/12e van de totaalkosten van de activiteit komen ten laste van de subsidie schoolbegeleiding voor het kalenderjaar 2012 (periode januari tot en met juli 2012).
Paragraaf 8.9 Volwasseneneducatie, aanvullend cursusaanbod
Voor volwasseneneducatie ontvangt de gemeente geld van het rijk; voor deze middelen geldt tot 2013 gedwongen winkelnering bij het ROC. Naast deze inkoop van cursussen uit deze rijksbijdrage, heeft de gemeente een beperkt eigen budget dat zij kan inzetten ten behoeve van lokale initiatieven.
Paragraaf 9.5 Vluchtelingenwerk
De exploitatiekosten worden gebaseerd op de berekeningssytematiek in de Productovereenkomst tussen Vitras en gemeente Nieuwegein.
De verstrekking van subsidie boven 1 fte is gebaseerd op de beschikbare resterende middelen vanuit de Tijdelijke Regeling eenmalige tegemoetkoming gemeenten ter afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (Generaal Pardon-regeling).