Organisatie | Bonaire |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 14e december 1987, no. 8 tot vaststelling van het reglement voor het examen voor monteur 2-klasse bij de Brandweer |
Citeertitel | Reglement Examen monteur 2e klas Brandweer |
Vastgesteld door | Bestuurscollege |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Eilandsbesluit vaststellen positieve lijst regelgeving Bestuurscollege Bonaire (AB 2010, nr. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen van 08 OKT. 2010 no. 12 tot vaststelling van de eilandsbesluiten, houdende algemene maatregelen voor het openbaar lichaam Bonaire
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 19 | Onbekend | ||
16-12-1987 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 14-12-1987 A.B. 1987, no. 19 | n.v.t. |
Voor de toepassing van dit reglement worden de in het theoretische leerprogramma onderwezen onderwerpen en onderdelen van onderwerpen (3) als volgt ingedeeld:
Toepassingen van verbrandingsmotoren, algemeen principe van de verbrandingsmotor. De verschillende types kunnen herkennen en de belangrijke verschillen weten. 2-slagprincipe en 4-slagprincipe.
Toepassingen van de motoren weten. Slag, boring en cilinderinhoud, rendement.
Eenvoudige werking dieselmotor en benzinemotor.
De belangrijkste onderdelen kunnen herkennen en hun funkties weten, zoals cilinderkop, zuigers krukas, nokkenas, vliegwiel en kleppen. Het gebruik van verschillende materialen voor de onderdelen.
De funkties van de kleppen weten, verschillende plaatsingsmogelijkheden, plaatsing van de nokkenas en aandrijving ervan kennen. Het doel van klepspeling kennen, manieren van kleppen stellen en afstelling van de nokkenas weten.
Het doel van de smering kennen. Onderdelen van het smeersysteem herkennen en hun funkties kennen; oliepomp, filter, overdrukklep, koeling en drukmeter. Enkele verschillen tussen oliesoorten weten en hun toepassingen. Aanduidingen voor dikte en kwaliteit kennen.
Doel van de koeling weten, onderdelen herkennen en funkties weten. Radiator, pomp, ventilator, thermostaat, thermoschakelaar. Onderhoud koelsysteem.
Brandstofsysteem benzinemotoren:
Onderdelen en eenvoudige werking van de brandstofpomp, filter en karburator kennen.
Principe werking carburator kennen, belangrijkste onderdelen weten en hun funktie. Stationaire afstelling werking van bromfietscarburator met gasschuif.
Brandstofsysteem dieselmotoren:
Funktie en eenvoudige werking van de onderdelen; opvoerpomp, filters, inspuitpomp en inspuitstukken.
Enkele veel voorkomende inspuitsystemen kennen. Onderhoud van het brandstofsysteem en noodzaak van brandstoffiltering.
Principe elektriciteit kennen. Spanning, stroomsterktes weerstand en vermogen. Werking elektriciteit in warmte en magnetisme.
Doel van de ontsteking kennen. Opbouw en taak van de onderdelen kennen, principe werking weten. Afstelling van bougies, punten en ontstekingstijdstip weten.
Doel en principe werking van de loodzwavelzuurbatterij kennen. Opbouw batterij kennen en de capaciteitsaanduiding weten. Onderhoud batterij,
Doel en principe beide delen weten.
Opbouw van startmotor en generator kennen en hun funkties.
Funkties van de band kennen. De opbouw ervan kennen. Soorten banden, radiaal en diagonaal weten, tubeless en tube type. Bandenmaten en sterkte aanduiding kennen. Bandenslijtage en onderhoud.
Principe van de rem kennen. Trommelrem en schijfrem. Oplopende en lossende remschoen. Schijfrem, de toepassing ervan kennen.
Bediening remmen, mechanisch, hydraulisch en met lucht. Het kennen van deze begrippen, hoofdcilinder, enkel en tandem, rembekrachtiging. Afstelling van de remmen weten.
Doel van de besturing kennen. De begrippen direkte besturing weten. Onderdelen van de stuurinrichting herkennen en funkties weten.
De verschillende wielstanden kennen, toespoor camber, caster, K.P.I. uitspoor in de bocht. De afstelmogelijkheden kennen.
Doel van de koppeling kennen. Opbouw van de koppeling en funkties van de onderdelen weten. Drukgroep met diafragmaveer en met schroefveren. Bediening, met kabel en hydraulisch, afstelling van de koppeling.
Principe en doel van de versnellingsbak kennen. Opbouw van een eenvoudige versnellingsbak kennen.
Funktie van de aandrijfassen kennen en opbouw. Belangrijkste soorten askoppelingen kunnen herkennen, b.v. kruiskoppeling en kogelkoppeling.
Verschillende soorten wiellagers kennen voor aangedreven en niet aangedreven wielen. Smering van de lagers. Afstelling afstelbare lagers weten.
Belangrijkste soorten vering kennen, schroefveer, bladveer, torsiesstafveer en luchtveer. Ook de toepassingen. Het doel van de vering kennen. Enkele soorten wielophanging kennen, starre as en onafhankelijke wielophanging, ook toepassingen. Doel en principe werking van schokdempers kennen.
De kandidaten maken de in artikel 5, vierde lid bedoelde uitwerking onder toezicht van tenminste twee daartoe door de voorzitter van de commissie aangewezen personen, van wie tenminste een (1) lid van de commissie is.
De voorzitter van de commissie is verantwoordelijk voor de geregelde gang van zaken.
Voor elke uitwerking van een opgave of werkstuk, behorende tot het in het eerste lid bedoelde schriftelijk werk, kennen de beoordelende leden van de commissie ieder een cijfer toe van 1 tot en met 10.
Vervolgens doen zij zulks voor elk van de in artikel 3 eerste lid, genoemde onderwerpen voor zover de opgaven of werkstukken daarop betrekking hebben.
Ieder van de in het vorig lid bedoelde leden van de commissie vermeldt de door hem toegekende cijfers alsmede eventuele opmerkingen op een door hem ondertekende lijst en zendt deze met het door hem beoordeelde werk aan de voorzitter van de commissie. Op het werk mag geen beoordelingscijfer of aantekening worden geplaatst.
De voorzitter van de commissie stelt voor elk onderwerp genoemd in artikel 3, eerste lid, voor zover de opgaven of werkstukken daarop betrekking hebben, het definitieve cijfer dat de kandidaat heeft behaald, in decimalen vast door het gemiddelde te nemen van de daarvoor ingevolge artikel 7, tweede lid toegekende cijfers.
Een kandidaat heeft voldaan aan de eisen welke voor examen worden gesteld, indien zijn definitieve eindcijfer zoals gesteld in artikel 9, vierde lid tenminste 6 is.
De kandidaat die zonder geldige reden te laat bij het examen verschijnt, zich gedurende het examen aan bedrog of onregelmatigheid schuldig maakt of zich niet gedraagt overeenkomstig de aanwijzingen van een lid van de commissie kan door de voorzitter van de commissie van verdere deelneming aan het examen worden uitgesloten.
Indien het bedrog of de onregelmatigheid, bedoeld in het vorige lid, wordt ontdekt nadat het examen gedurende hetwelk het bedrog of de onregelmatigheid is gepleegd, is beëindigd, kan de commissie in verband daarmede besluiten dat de kandidaat niet heeft voldaan aan de eisen welke voor het examen zijn gesteld.