Algemene inspraakverordening | |
Toelichting op de Algemene inspraakverordening
De Algemene inspraakverordening volgt grotendeels de Modelinspraakverordening,
opgesteld door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De VNG zond deze
verordening toe aan haar leden bij brief van 22 augustus 2003, kenmerk Lbr.
03/114, BJZ/2003003186. Afwijkingen van het model zijn aangegeven in een bij
deze toelichting gevoegde Vergelijking VNG-model met Algemene
inspraakverordening.
Voor een algemene en artikelsgewijze toelichting op de verordening wordt
verwezen naar de toelichting op de Modelinspraakverordening.
Hierna worden de afwijkingen toegelicht.
Artikel 1
Toegevoegd is een begripsomschrijving van College en bestuursorgaan.
Het begrip inspraak is gerelateerd aan de verordening.
De begripsomschrijvingen van inspraakprocedure en beleidsvoornemen zijn
geschrapt, omdat deze voor zichzelf spreken.
Artikel 2
Aangezien inspraak krachtens de verordening altijd betrekking heeft op de
voorbereiding van gemeentelijk beleid, kan de desbetreffende zinsnede in het
eerste lid vervallen. De overige leden zijn ongewijzigd.
Artikel 3
Dit artikel is ongewijzigd.
Artikel 4
De formulering van het eerste lid sluit nauwer dan in het model aan bij de tekst
van het nieuwe artikel 150 van de Gemeentewet. Er is sprake van
‘overeenkomstige’ toepassing, omdat afdeling 3.4. uitsluitend betrekking heeft
op besluiten. Besluiten zijn schriftelijke beslissingen van een bestuursorgaan
die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhouden. Beleidsvoornemens zijn geen
besluiten.
In het tweede lid is aanvullend verduidelijkt dat incidenteel of permanent voor
een beleidsvoornemen of categorie van beleidsvoornemens een afwijkende procedure
kan worden vastgesteld. Op grond van dit lid kan de inspraak, afhankelijk van
het beleidsvoornemen, ook worden beperkt tot bepaalde groepen van inwoners of
belanghebbenden, uiteraard voorzover een bijzondere wet niet anders bepaalt. Het
model biedt daarover niet de gewenste duidelijkheid.
Artikel 5
Dit artikel spreekt van verslag dat van de inspraak wordt opgemaakt in plaats
van eindverslag ter afronding van de inspraak, zoals de Modelverordening doet.
Er is geen beletsel om zonodig ook tussentijds een verslag op te maken. De
verplichting van de burgemeester om het verslag van de inspraak in het
burgerjaarverslag te vermelden, is niet overgenomen. Dat laat de vrijheid van de
burgemeester onverlet om, met inachtneming van de eisen die de Gemeentewet stelt
en op de wijze die de burgemeester verkieslijk acht, in het burgerjaarverslag,
aandacht te besteden aan de gevolgde inspraakprocedures.
Artikel 6, 7 en 8
Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.
Vergelijking VNG-model met algemene inspraakverordening
VNG-model
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
- a.
inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de
voorbereiding van gemeentelijk beleid;
- b.
inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;
- c.
beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het
vaststellen of wijzigen van beleid.
Artikel 2. Onderwerp van inspraak
- 1.
Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of
inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk
beleid.
- 2.
Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.
- 3.
Geen inspraak wordt verleend:
- a.
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld
beleidsvoornemen;
- b.
indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is
uitgesloten;
- c.
indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het
bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
- d.
inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en
belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
- e.
indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat
inspraak niet kan worden afgewacht;
- f.
indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de
verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de
samenleving.
Algemene inspraakverordening
Artikel 1. Begripsbepaling
Deze verordening verstaat onder:
- a.
College: College van burgemeester en wethouders;
- b.
inspraak: het overeenkomstig deze verordening betrekken van ingezetenen
en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;
- c.
bestuursorgaan: de Raad, het College van burgemeester en wethouders en
de burgemeester.
Artikel 2. Onderwerp van inspraak
- 1.
Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen
bevoegdheden of inspraak wordt
verleend.
- 2.
Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe
verplicht.
- 3.
Geen inspraak wordt verleend:
- a.
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder
vastgesteld beleidsvoornemen;
- b.
indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is
uitgesloten;
- c.
indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij
het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid
heeft;
- d.
inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke
dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de
Gemeentewet;
- e.
indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate
spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;
- f.
indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van
de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen
in de samenleving.
Artikel 3. Inspraakgerechtigden
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
Artikel 4. Inspraakprocedure
- 1.
Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4. van de Algemene wet
bestuursrecht van toepassing.
- 2.
Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere
inspraakprocedure vaststellen.
Artikel 5. Eindverslag
- 1.
Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag
op.
- 2.
Het eindverslag bevat in elk geval:
- a.
een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
- b.
een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak
mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
- c.
een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed
wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van
het beleidsvoornemen wordt overgegaan.
- 3.
Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze
openbaar.
- 4.
De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.
Artikel 6. Intrekking oude verordening
De Verordening … wordt ingetrokken.
Artikel 7. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking.
Artikel 3. Inspraakgerechtigden
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
Artikel 4. Vorm van inspraak
- 1.
Inspraak wordt verleend door overeenkomstige toepassing van afdeling
3.4. van de Algemene wet bestuursrecht.
- 2.
Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere
procedure vaststellen. Daarbij kan geheel of ten dele worden afgeweken
van afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht en kan het
bestuurorgaan de kring van inspraakgerechtigden nader bepalen.
- 3.
Bij inspraak overeenkomstig het eerste lid op ruimtelijke plannen of
herziening daarvan als bedoeld in artikel 6a van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening wordt een zienswijze aangeduid als inspraakreactie.
Artikel 5. Verslag
- 1.
Van de inspraak maakt het bestuursorgaan een verslag op.
- 2.
Het verslag bevat in elk geval:
- a.
een overzicht van de vorm waarin inspraak is verleend;
- b.
een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of
schriftelijk naar voren zijn gebracht;
- c.
een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt
aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het
beleidsvoornemen wordt overgegaan;
- d.
het bestuursorgaan maakt het verslag op de gebruikelijke wijze
openbaar.
Artikel 6. Slotbepaling
- 1.
Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene
inspraakverordening.
- 2.
Zij treedt in werking op een door het College te bepalen tijdstip.
- 3.
De Inspraakverordening voor de gemeente Uden wordt ingetrokken.
Artikel 8. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening.
4. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening aangevangen
inspraakprocedures worden afgewikkeld overeenkomstig de Inspraakverordening voor
de gemeente Uden.