Organisatie | Borsele |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Werkvoozieningschap De Betho |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling De Betho |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
De datum van inwerkingtreding is bij benadering vermeld, omdat de datum van bekendmaking onbekend is. De gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland, Reimerswaal en Tholen nemen aan de regeling deel.
onbekend
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2011 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 10-03-2011 onbekend | geen |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
a. de regeling deze gemeenschappelijke regeling;
b. het openbaar lichaam het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2 van deze regeling;
c. SW-bedrijf een rechtspersoon die door het openbaar lichaam wordt aangewezen als bedoeld in artikel 2 lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening ten behoeve van het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden door de werknemers;
d. gemeenten de aan deze regeling deelnemende gemeenten;
e. colleges de colleges van burgemeester en wethouders van deze gemeenten;
f. gedeputeerde staten het college van gedeputeerde staten van Zeeland;
g. Wsw Wet sociale werkvoorziening,
wet van 11 september 1997, Staatsblad 1997, 465;
h. Gemeentewet Gemeentewet, wet van 14 februari 1992,
i. werknemer de krachtens de Wsw in dienst genomen persoon;
j. personeel functionarissen in dienst van het openbaar lichaam op
basis van een aanstelling als ambtenaar;
k. directeur de functionaris die belast is met de dagelijkse leiding van het openbaar lichaam;
l. netto toegevoegde waarde de door het openbaar lichaam of aan het openbaar lichaam verbonden SW-bedrijf gefactureerde omzet (in Euro’s), onder aftrek van de BTW en de door derden geleverde materialen en/of diensten.
Hoofdstuk 1 Belang en bevoegdheden
Ter verwezenlijking van het in het eerste lid vermelde doel dragen de colleges van de deelnemende gemeenten hun bevoegdheden tot uitvoering van de Wsw, met inachtneming van het bepaalde in artikel 1, lid 2 Wsw, volledig over aan het bestuur van het openbaar lichaam, zoals vermeld in artikel 2 van deze regeling.
Aan het openbaar lichaam is, ten behoeve van de in het eerste lid genoemde doelstelling, de bevoegdheid toegekend een of meer rechtspersonen op te richten en/of deel te nemen in een of meer bestaande rechtspersonen, dan wel te vormen rechtspersonen. Artikel 160, tweede en derde lid, van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
Een lid van het algemeen bestuur kan altijd ontslag nemen.
Het lid stelt de voorzitter van het algemeen bestuur, alsmede het college dat hem heeft aangewezen, van dit ontslag op de hoogte.
Leden van het algemeen bestuur, die ontslag hebben genomen, behouden hun lidmaatschap totdat onherroepelijk in hun opvolging is voorzien, zulks met inachtneming van het gestelde onder het vierde lid van dit artikel.
Tot de in lid 1 bedoelde bevoegdheden van het algemeen bestuur behoren in ieder geval:
a. het aanwijzen van een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, alsmede hun vervangers;
b. het benoemen, schorsen en ontslaan van personeel, werknemers en de directeur;
c. het vaststellen van een bezoldigingsverordening ten behoeve van het personeel;
d. het vertegenwoordigen in, respectievelijk het deelnemen aan de Stichting Federatie voor Sociale Werkgelegenheid en Arbeidsintegratie in Zeeland;
e. het vaststellen van de begroting, respectievelijk van begrotingswijzigingen en de meerjarenraming;
f. het vaststellen van de jaarstukken;
g. het vaststellen van de regelingen betreffende het financieel beleid, beheer en organisatie, en de controle overeenkomstig de artikelen 212 en 213 Gemeentewet;
h. het vaststellen van een reglement van orde voor het algemeen en het dagelijks bestuur:
i. het doen van voorstellen tot wijziging, toetreding, uitbreiding en opheffing van deze gemeenschappelijke regeling.
De vergadering van het algemeen bestuur zal niet worden gehouden indien, blijkens de presentielijst, niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen. In dit geval wordt binnen 1 maand opnieuw vergaderd en kunnen, ten aanzien van de op de agenda van de eerste vergadering aan de orde gestelde onderwerpen, besluiten worden genomen, als ten minste 2 leden aanwezig zijn.
2Ieder lid van het algemeen bestuur dat is aangewezen door het college van een gemeente met een inwonertal tussen 0 en 15.000 heeft 2 stemmen;
ieder lid van het algemeen bestuur dat is aangewezen door het college van een gemeente met een inwonertal tussen 15.000 en 30.000 heeft 3 stemmen;
ieder lid van het algemeen bestuur dat is aangewezen door het college van een gemeente met een inwonertal tussen 30.000 en 45.000 heeft 4 stemmen.
Als peildatum voor het inwoneraantal geldt 31 december van het jaar voorafgaande aan het lopende jaar.
Het algemeen bestuur kan in een besloten vergadering niet besluiten over:
a. het doen van een uitgaaf voordat de begroting of de begrotingswijziging waarbij deze opgaaf is geraamd, is goedgekeurd;
b. het aangaan van geldleningen, het uitlenen van gelden en het aangaan van rekening-courant overeenkomsten;
c. het geheel of gedeeltelijk vervreemden en het bezwaren van de eigendommen van het openbaar lichaam;
d. het onderhands verhuren, verpachten of in gebruik geven van eigendommen van het openbaar lichaam;
e. het onderhands aanbesteden van werken of leveranties, voor zover deze geen betrekking hebben op het uitvoeren van de wet en de krachtens deze wet gestelde regelen.
Hoofdstuk 1 Informatie en verantwoording aan de gemeenten
Een lid van het algemeen bestuur is verantwoording verschuldigd aan het college, dat hem heeft aangewezen, dan wel aan de raad van die gemeente, voor het door hem in het bestuur gevoerde beleid en wel binnen 3 maanden nadat dit gevraagd wordt door het betrokken college dan wel door de raad, of één of meer leden daarvan, op de wijze zoals dit verlangd wordt.
De leden van de door het algemeen bestuur ingestelde commissies kunnen, voor zover zij geen burgemeester of wethouder van een van de deelnemende gemeenten zijn, een vergoeding ontvangen voor hun werkzaamheden en/of een tegemoetkoming in de kosten. Het algemeen bestuur stelt de betreffende bedragen op jaarbasis vast.
Het algemeen bestuur benoemt een directeur, belast met de dagelijkse leiding van het openbaar lichaam. Het algemeen bestuur kan de directeur schorsen en ontslaan, indien en voor zover dit in het belang van de regeling is.
Onverminderd het bepaalde in deze regeling en het directiestatuut zoals bedoeld in artikel 21, zijn voor zover het algemeen bestuur niet anders bepaalt, de bepalingen van de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR) en de uitwerkingsregeling Goes (UWG) van overeenkomstige toepassing op het personeel, zoals bedoeld in het vorige lid.
Het algemeen bestuur zendt jaarlijks voor 01 april een ontwerpbegroting voor het komend dienstjaar, voorzien van een memorie van toelichting en vergezeld van een overzicht van financiële beleidsuitgangspunten voor de komende dienstjaren toe aan de colleges van de gemeenten. In deze ontwerpbegroting is de netto toegevoegde waarde opgenomen die het openbaar lichaam verwacht uit te (laten) voeren voor de gemeenten. De colleges kunnen binnen twee maanden na ontvangst daarvan het algemeen bestuur schriftelijk van hun gevoelen doen blijken.
Het algemeen bestuur stelt vervolgens voor 01 juli de begroting vast. In deze begroting is de netto toegevoegde waarde opgenomen, waartoe de gemeenten zich verplichten deze af te nemen van het openbaar lichaam of van een aan het openbaar lichaam verbonden SW-bedrijf. De verdeling van deze omzet per gemeente wordt vastgesteld op basis van de in artikel 28, lid b omschreven verdeelsleutel. Tevens wordt de begroting voorzien van een memorie van toelichting en vergezeld van een overzicht van financiële beleidsuitgangspunten voor de komende jaren. Dit alles zo enigszins mogelijk met inachtneming van de ontvangen commentaren als bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk 1 Rekening en verantwoording
Indien door een gemeente niet, of niet geheel is voldaan aan de verplichting, omschreven in artikel 26, tweede lid, dan verplicht de betreffende gemeente zich het verschil tussen het voor deze gemeente in de begroting opgenomen bijdrage aan de netto toegevoegde waarde en de werkelijk voor deze gemeente gerealiseerde netto toegevoegde waarde bij te betalen.
Indien een gemeente meer netto toegevoegde waarde realiseert dan het overeengekomen bedrag, dan wordt het meerdere verrekend met de desbetreffende gemeente, rekening houdend met de bijdrage die deze gemeente betaalt in het exploitatietekort van het openbaar lichaam.
Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening alsmede de bijdragen van de gemeentebesturen in het eventuele exploitatietekort vóór 01 juli vast, nadat een registeraccountant deze heeft onderzocht. Het algemeen bestuur zendt de jaarrekening binnen veertien dagen na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli aan gedeputeerde staten ter kennisneming. Tevens wordt een exemplaar van de vastgestelde rekening aan de colleges van de gemeenten verstrekt.
Hoofdstuk 1 Verdeling van baten en lasten
De gemeenten verbinden zich jaarlijks eventuele nadelige exploitatiesaldi en de bestuurs- en beheerskosten van het openbaar lichaam te betalen.
De door de gemeenten volgens artikel 27 te betalen bedragen voor een eventueel nadelig exploitatietekort worden als volgt berekend:
a. het aandeel van de niet deelnemende gemeenten wordt berekend naar rato van hun aandeel in het totaal aantal werknemers in het openbaar lichaam;
b. het resterende tekort wordt als volgt verdeeld:
50% van dit tekort wordt omgeslagen naar rato van het aantal inwoners der gemeenten per 01 januari van het betrokken dienstjaar zoals dit aantal door het Centraal Bureau voor de Statistiek is gepubliceerd;
50% van dit tekort wordt omslagen naar rato van het aantal werknemers in dienst van het openbaar lichaam en woonachtig in de gemeenten, waarbij de peildatum voor de vaststelling van de bijdrage van iedere gemeente 31 december van het lopende dienstjaar is.
Het algemeen bestuur is belast met het toezicht houden op de bewaring en het beheren van de archiefbescheiden van het openbaar lichaam. Voor zover mogelijk wordt daarbij toepassing gegeven aan de bepalingen in de archiefverordening van de gemeente Goes. Het algemeen bestuur kan deze bevoegdheid mandateren aan de directeur.
Hoofdstuk 1 Toetreding en uittreding
Het college van elke gemeente kan in de loop van het eerste jaar waarin deze regeling wordt aangegaan en zo vervolgens om de vijf jaren een besluit nemen, waarbij de deelneming aan deze regeling wordt opgezegd, ingaande twee jaren na het verstrijken van het jaar waarin het besluit tot opzegging is genomen.
De bepalingen van de gemeenschappelijke regeling De Betho inzake de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening, vastgesteld door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland, Reimerswaal en Tholen en in werking getreden per 01 januari 2007 vervallen voor die gemeenten met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze regeling.