Organisatie | Zeewolde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie |
Citeertitel | Controleverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het op 30 maart 1995 vastgestelde Reglement financiële organisatie en het eveneens op 30 maart 1995 vastgestelde Reglement geldelijk beheer en de boekhouding.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2004 | nieuwe regeling | 18-12-2003 Onbekend. | V044 |
De raad van de gemeente Zeewolde,
gelezen het voorstel van de werkgroep Duale Financiën d.d. 16 oktober 2003;
gelet op artikel 213 van de Gemeentewet en het Besluit accountantscontrole gemeenten;
vast te stellen de volgende Controleverordening
Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie.
In deze verordening wordt verstaan onder:
accountantscontrole de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening, uitgevoerd door de accountant, van:
de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;
waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden genomen.
Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole
In afwijking van het gestelde in lid 2, letters f en g, kan de raad in het programma van eisen opnemen, dat de raad jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant vaststelt de posten van de jaarrekening, de posten van de deelverantwoordingen, de gemeentelijke functies en de gemeentelijke organisatieonderdelen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht moet besteden en welke rapporteringstoleranties hij daarbij dient te hanteren.
Artikel 5. Toegang tot informatie
De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het college draagt er zorg voor, dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.
Het college draagt er zorg voor, dat de ambtenaren van de gemeente zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.
Artikel 6. Overige controles en opdrachten
Het college verleent de door de raad aangewezen accountant geen opdrachten tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid, tenzij voldoende is gewaarborgd dat de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het college vraagt de raad vooraf toestemming over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.
Het college draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries. Het college verleent de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen aan de door de raad aangewezen accountant, tenzij het in het belang van de gemeente is de opdracht te verlenen aan een andere accountant.
Het college draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze verantwoording dient te worden uitgevoerd door een accountant, verleent het college de opdracht daartoe aan de door de raad aangewezen accountant, tenzij het in het belang van de gemeente is de opdracht te verlenen aan een andere accountant.
De accountant zendt de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan het college en in afschrift aan de raad. Alvorens hiertoe over te gaan legt de accountant de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan het college, en in afschrift aan de raad, voor met de mogelijkheid voor het college om op deze stukken te reageren.
In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel-)controles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, de administratie en of de beheersdaden zijn gecontroleerd, aan diens direct leidinggevende, de concerncontroller en het hoofd van de ambtelijke organisatie.
Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt ten minste jaarlijks (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en (een vertegenwoordiger van) de raad, (een vertegenwoordiger van) de rekenkamer(functie), (een vertegenwoordiger van) het college, het hoofd van de ambtelijke organisatie en de concern-controller.