Organisatie | Sint Eustatius |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | Eilandsverordening, van 9 april 1980 tot vaststellen van een nieuw Reglement van Orde Eilandsraad Eilandgebied de Bovenwindse Eilanden. |
Citeertitel | Eilandsverordening, van 9 april 1980 tot vaststellen van een nieuw Reglement van Orde Eilandsraad Eilandgebied de Bovenwindse Eilanden. |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Sint Eustatius (AB 2010, no. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Sint Eustatius en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Sint Eustatius van toepassing.
De oorspronkelijke grondslag(en) kan men vinden door de regeling te zoeken op 09-10-2010.
Dit Reglement van Orde vervangt het Reglement van Orde Eilandsraad Bovenwindse Eilanden (P.B. 1951, no. 96).
Aangezien een inwerkingtredingsbepaling in deze verordening ontbreekt, is zij krachtens artikel 84, juncto 105 van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen, in werking getreden met ingang van de tiende dag na die van de afkondiging.
Verzamelverordening regelingenbestand Sint Eustatius
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 19 | Onbekend | ||
02-05-1980 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 09-04-1980 A.B. 1980, no. 1 | onbekend |
De openbare kennisgeving van dag en uur van de vergadering, voorgeschreven bij artikel 29 der Eilandenregeling Nederlandse Antillen, geschiedt door bekendmaking in een of meer nieuwsbladen of door aanplakking te daartoe bestemder plaatse en door omroeping via een of meer radio- of televisiestations.
De stukken betrekking hebbende op de te behandelen zaken, worden door de zorg van de secretaris aan de leden toegezonden dan wel voor hen ter inzage gelegd. Zoveel mogelijk geschiedt dit gelijktijdig met het verzenden der oproepingsbriefjes voor de vergadering, waarin zij aan de orde zullen worden gesteld.
De voorzitter is belast met de leiding van de werkzaamheden en met de handhaving van de orde bij de beraadslagingen. Hij verleent het woord, stelt de door de vergaderingen te beslissen vraagpunten en deelt de uitslag van alle stemmingen mede.
Zodra de lijst na de voor het openen van de vergadering bepaalde tijd door meer dan de helft van het getal zitting hebbende leden is getekend, stelt de voorzitter zijn handtekening onder de laatste handtekening en opent hij de vergadering. Later ter vergadering komende leden tekenen hun naam onder die van de voorzitter.
Wanneer een half uur na de voor de aanvang van de vergadering bepaalde tijd het vereiste getal leden niet aanwezig is, doet de voorzitter behoudens in het geval, bedoeld in artikel 41 der Eilandenregeling Nederlandse Antillen, de namen der aanwezige leden oplezen en verdaagt hij de vergadering.
een opsomming van de plaats gehad hebbende stemmingen, met vermelding van de namen der leden, die bij mondelinge stemmingen zich voor of tegen een voorstel verklaarden, dan wel, indien geen hoofdelijke stemming heeft plaatsgevonden, aantekening te hebben verlangd, dat zij zich met een genomen besluit niet hebben verenigd;
De voorzitter stelt, na goedkeuring der notulen door de raad, aan de orde de wijze van afdoening der ingekomen stukken. Hierbij wordt niet het woord gevoerd, behalve over de vraag op welke wijze de zaak tot afdoening zal worden gebracht, tenzij deze afdoening door algemene verordening of door of krachtens eilandsverordening wordt voorgeschreven.
Daarna wordt overgegaan tot het nemen van een beslissing omtrent al of niet toelating van een lid; het doen van de aan de orde gestelde benoemingen en vervolgens de behandeling van de in de oproepingsbrief vermelde onderwerpen, in de volgorde gelijk die daarin voorkomen; zomede tot behandeling van de onderwerpen welke de vergadering besluit buitendien in behandeling te nemen.
Voorstellen waarover de raad het advies van, het bestuurscollege wenst in te winnen, moeten op schrift zijn gebracht, en bij de voorzitter worden ingediend. Zij moeten zijn gesteld in de Engelse of de Nederlandse taal.
Ieder lid heeft het recht op een aanhangig voorstel voor of tijdens de behandeling voorstellen tot wijziging in te dienen, doch alleen schriftelijk, tenzij de voorzitter dit onnodig acht.
Voorstellen tot wijziging moeten zijn gesteld in de taal waarin het voorstel is gesteld.
Over een voorstel, amendement of motie mag allereerst de voorsteller of een van de voorstellers het woord voeren ter toelichting.
De voorzitter kan een spreker, die, na tot de orde te zijn geroepen, voortgaat van het onderwerp in beraadslaging af te wijken, beledigende of onvoegzame uitdrukkingen te bezigen of op welke wijze ook de orde te verstoren, het woord ontnemen. In de vergadering waarin dat plaats heeft, mag alsdan de spreker aan de beraadslaging over het in behandeling zijnde onderwerp of vraagpunt niet meer deelnemen.
De voorzitter kan de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen of haar sluiten.
Indien een lid wenst dat ten aanzien van een bepaald onderwerp van bestuursbeleid, dat vreemd is aan de orde van de dag, door het bestuurscollege of door leden van dat college, ingevolge artikel 62 van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen aan de raad inlichtingen zullen worden gegeven, heeft hij tot het doen der daarop betrekking hebbende vragen het verlof van de raad nodig. Het verzoek om verlof en de vragen worden schriftelijk bij de voorzitter ingediend.
De geloofsbrieven van de nieuwbenoemde leden worden, met de bij artikel 9 van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen vereiste stukken, gesteld in handen van een door de voorzitter aangewezen commissie van drie leden, welke na gedaan onderzoek ter vergadering verslag uitbrengt en daarbij een bepaald voorstel doet.
De voorzitter van het stembureau onderzoekt of het aantal stembriefjes overeenstemt met dat der aanwezige leden, voor zover zij zich niet van stemming dienen te onthouden. Vervolgens worden de stembriefjes door hem geopend en voorgelezen, door een der leden nagezien, terwijl de stemmen door elk der beide leden worden opgetekend.
Er hebben zoveel afzonderlijke stemmingen plaats als er personen te kiezen, voor te dragen of aan te bevelen zijn, tenzij de raad in een bepaald geval anders beslist.
Ter beslissing door het lot schrijft de secretaris de namen van allen, die in aanmerking komen, op gelijke, afzonderlijke briefjes, die hij op gelijke wijze dichtvouwt. Hierop trekt de voorzitter van de raad zoveel briefjes als personen door het lot moeten worden aangewezen en leest de daarop voorkomende namen overluid voor. Het andere briefje of de andere briefjes worden door het stembureau gecontroleerd.
leder, die tot lid ener commissie, met welke opdracht ook, wordt benoemd, is verplicht de benoeming te aanvaarden, tenzij hij redenen van verschoning inbrengt, die de raad geldig verklaart.
Elk lid van de raad kan aan een commissie een door hem getekende nota inzenden, bevattende zijn opmerkingen betreffende de zaak, waarvan het onderzoek aan de commissie is opgedragen.
De raad kan een termijn bepalen, binnen welke een commissie haar taak zal moeten afdoen.
De commissies geven de voorzitter van de raad alle door hem verlangde inlichtingen omtrent de stand van haar werkzaamheden.
Zodra het onderzoek in huishoudelijke vergadering is afgelopen stelt de commissie van rapporteurs het algemeen verslag samen, hetwelk aan de raad onderscheidenlijk de desbetreffende afdeling wordt uitgebracht en aan het bestuurscollege wordt medegedeeld, dat hierop met een memorie van antwoord kan antwoorden.