Organisatie | Leusden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Raadswerk 2012 |
Citeertitel | Verordening Raadswerk 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Wijziging Verordening Raadswerk 2012 door instelling werkgeverscommissie voor de griffie.
Gemeentewet, art. 16
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2014 | 17-03-2018 | Artt. 62, 76 t/m 84 | 24-04-2014 Leusder Krant, 30-04-2014 | 225528 | |
05-07-2012 | 01-05-2014 | art. 56 lid 1 | 27-06-2012 Leusder krant, 04-07-2012 | 183567 | |
05-01-2012 | 05-07-2012 | nieuwe regeling | 28-12-2011 Leusder Krant, 28-12-2011 | 176698 |
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Het college zendt alle voorstellen waarover hij besluitvorming dan wel zienswijzen van de gemeenteraad wenst, alsmede dossiers die hij ter inzage aan de raad aanbiedt, via de griffier aan het presidium. Raadsleden zenden initiatiefvoorstellen, via de griffier aan het presidium. Voor indiening geldt een door het presidium in overleg met het college vastgestelde deadline per vergadercyclus.
Het presidium bestaat uit de informatierondevoorzitters (zie art. 55, lid 3). Daarnaast wijst de raad een presidiumvoorzitter aan uit zijn midden, niet zijnde informatierondevoorzitter of plaatsvervangend raadsvoorzitter. Voorts kan de raad één of meerdere leden uit zijn midden aanwijzen als lid van het presidium.
Na de gemeenteraadsverkiezingen nemen leden en voorzitter van het bestaande presidium, voor zover zij in de nieuwe raad zijn gekozen, de presidiumtaken, alsmede de taken van de presidiumvoorzitter waar, tot een nieuw presidium door de raad is benoemd. Als geen der leden, noch de voorzitter in de nieuwe raad is gekozen nemen de fractievoorzitters de taken voor de genoemde periode waar.
De griffier verdeelt de ingekomen stukken in brieven aan de raad (waaronder schriftelijke mededelingen van het college aan de raad) en algemene post met informatie die aan de raad is gezonden. Van de brieven wordt een lijst gemaakt die via Erik en het raadsplein wordt gepubliceerd en in de leeskamer ter inzage wordt gelegd. De algemene post wordt via Erik verspreid.
HOOFDSTUK II TOELATING NIEUWE LEDEN; FRACTIES; FRACTIEVERTEGENWOORDIGERS
Artikel 9 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging
Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten leden van de raad op om in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Artikel 11 Fractievertegenwoordigers
Fractievertegenwoordigers ontvangen een vergoeding voor elke Avond van Leusden waarin zij deelnemen aan één of meerdere informatieronden, gelijk aan de jaarlijks door het ministerie van BZK aanbevolen vergoeding voor commissieleden, niet zijnde raadsleden. De vergoeding wordt na afloop van elk kalenderjaar uitbetaald
HOOFDSTUK III DE RAADSVERGADERINGEN
De voorlopige agenda en de daarbij behorende raadsvoorstellen en concept raadsbesluiten, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden van de raad verzonden.
Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 13, derde lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen, met uitzondering van de in artikel 25, tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden van de raad digitaal gezonden.
Artikel 17 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd en, zoveel mogelijk, via plaatsing op het raadsplein digitaal bereikbaar gemaakt. In de agenda worden steeds de complete dossiers opgenomen met een verwijzing naar het raadsplein. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving. De griffier stelt per fractie twee exemplaren beschikbaar van omvangrijke rapporten. Jaarstukken en kadernota worden aan alle raadsleden en fractievertegenwoordigers gestuurd.
Indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad en fractievertegenwoordigers inzage, waarbij de geheimhoudingsplicht zich dus ook uitstrekt tot de fractievertegenwoordigers.
Artikel 21 Opening vergadering; quorum
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.
De notulen worden in de volgende openbare vergadering aan de orde gesteld, tenzij de tijd tussen de vergaderingen onvoldoende is om de notulen gereed te maken. In dat geval worden ze in de daarop volgende vergadering aan de orde gesteld. De notulen worden met inachtneming van de door de raad verlangde wijzigingen vastgesteld. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de griffier getekend.
De leden, de voorzitter, de wethouders en de griffier hebben het recht een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor het vaststellen van de notulen bij de griffier te worden ingediend.
Een lid van de raad kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen. Een dergelijk voorstel kan ook gedaan worden door de voorzitter.
Artikel 28 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Artikel 29 Beraadslaging; schorsing
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde de leden of het college de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Artikel 33 Algemene bepalingen over stemming
Bij hoofdelijke stemming wordt eerst door loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming. De voorzitter roept de leden van de raad bij naam op hun stem uit te brengen. Oproeping geschiedt naar zitplaats, met de klok mee. De leden brengen hun stem uit door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ uit te spreken, zonder enige toevoeging. Een lid kan zijn stem niet wijzigen, nadat het volgende lid zijn stem heeft uitgebracht. Het laatst opgeroepen lid kan zijn stem niet meer wijzigen zodra met het tellen van de stemmen is begonnen.
Artikel 34 Stemming over amendementen, moties en voorstellen van orde
Indien verschillende voorstellen van orde of moties tegelijkertijd in behandeling zijn, worden de voorstellen van orde of moties die het meest verstrekkend zijn, het eerst in stemming gebracht. Bij verschil van mening over de vraag welk voorstel van orde of motie het meest verstrekkend is, beslist de raad.
Artikel 35 Stemming over personen
Wanneer een stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen, zoals bedoeld in artikel 31 Gemeentewet, moet plaatshebben, wijst de voorzitter drie leden aan die het stembureau vormen.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk ingevuld stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
Artikel 36 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
HOOFDSTUK IV RECHTEN VAN LEDEN
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Ook kan hij voorstellen, een geagendeerde voorgestelde ontwerpbesluit in een of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Indien een raadslid van oordeel is dat het college van burgemeester en wethouders of een lid daarvan over een onderwerp dat niet op de agenda van de raad voorkomt onverwijld aan de raad inlichtingen dient te verstrekken omtrent het door hem gevoerde bestuur, vraagt deze, door tussenkomst van de griffier bij de voorzitter een interpellatie aan.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering van de raad via de griffier schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek tot interpellatie, wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad willigt het verzoek tot het houden van een interpellatie in, indien het verzoek wordt gesteund door minimaal één vijfde deel van de raadsleden. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 43 Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, bij het agendapunt ‘actualiteiten’, nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Het agendapunt actualiteiten is bedoeld als podium voor de raadsleden en het college. Raadsleden kunnen vragen stellen aan het college, het presidium en aan andere fracties, men kan wijzen op van belang geachte actualiteiten en ontwikkelingen, moties aankondigen, enzovoorts. Ook de collegeleden kunnen mededelingen doen, vragen beantwoorden, toezeggingen afdoen, enzovoorts. Het presidium kan besluiten dit punt in een bepaalde vergadering niet te agenderen.
De voorzitter kan een lid onderbreken als blijkt dat het onderwerp waarover hij spreekt in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt of al is gekomen. Hij kan vervolgens bepalen dat spreker zijn inbreng levert bij de behandeling van dat onderwerp dan wel, ingeval het onderwerp reeds behandeld is, spreker het woord over dit onderwerp ontnemen.
Indien een lid van de raad over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet verlangt, wordt een verzoek daartoe schriftelijk, via de griffier, ingediend bij het college of de burgemeester.
HOOFDSTUK VI LIDMAATSCHAP VAN ANDERE ORGANISATIES
Artikel 48 Verslag doen; verantwoording afleggen
Een lid van de raad, een wethouder of de burgemeester, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om ter vergadering verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Hij meldt de wens om verslag uit te brengen aan het presidium dat hiervoor ruimte op de agenda reserveert.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 45, zijn van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK VII BESLOTEN VERGADERING
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 52 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
HOOFDSTUK IX OVERIGE BIJEENKOMSTEN
Het presidium beslist over welke voorstellen een Informatieronde moet worden gehouden, met als criteria: politieke relevantie en/of een informatietekort en maakt een zodanig programma dat er in beginsel niet meer dan twee Informatieronden gelijktijdig plaatsvinden. Voor elk daarvoor aangewezen voorstel is er één Informatieronde.
Aan een Informatieronde kan worden deelgenomen door één raadslid of fractievertegenwoordiger per fractie, een collegelid, bij voorkeur de portefeuillehouder tot wiens portefeuille het betreffende voorstel behoort, door het presidium uitgenodigde deskundigen en inwoners en vertegenwoordigers van organisaties die de fracties over het betreffende voorstel iets mee te delen hebben. De informatierondevoorzitter verzoekt bij het begin van elke Informatieronde aan een ieder die eraan deel wil nemen om aan de vergadertafel plaats te nemen. Een ieder die tijdens het verloop van de Informatieronde te kennen geeft er een bijdrage aan te willen leveren, krijgt die gelegenheid.
Het college meldt, vóór de deadline die in artikel 4, vijfde lid is genoemd, via de griffier aan het presidium hoeveel tijd er per portefeuillehouder geagendeerd moet worden en welke onderwerpen vanwege hun omvang of belang apart geagendeerd moeten worden. Op basis van deze aanmelding maakt het presidium een programma waarin in principe niet meer dan twee bijeenkomsten gelijktijdig plaatsvinden.
Het presidium organiseert in principe, onder de titel ‘Avond van Leusden’, een avond met Informatieronden en een avond met uitwisselingsbijeenkomsten per vergadercyclus, mits er voldoende onderwerpen zijn aangedragen. Bij een teveel aan onderwerpen kan het presidium besluiten tot het organiseren van extra avonden, of tot het verdagen van onderwerpen naar een volgende cyclus.
Het afstemmingsoverleg bestaat uit de volgende onderdelen:
het college, de accountant en de rekenkamercommissie geven informatie over hun onderzoeksplannen en bespreken die met elkaar, de raadsdelegatie en de ambtelijke deelnemers om afstemming mogelijk te maken in het kader van onderzoek naar doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gemeentelijk beleid en handelen.
Het afstemmingsoverleg vergadert minimaal twee maal per jaar: eenmaal ter bespreking van de tussentijdse rapportage van de accountant (management letter) en eenmaal ter bespreking van de eindrapportage van de accountantscontrole over het voorgaande boekjaar. Indien daartoe behoefte bestaat kan de voorzitter besluiten de leden voor een extra overleg bij elkaar te roepen.
Indien in een Informatieronde, uitwisselingsbijeenkomst of afstemmingsoverleg stukken aan de orde komen, waaromtrent de raad op grond van artikel 25 Gemeentewet om geheimhouding wordt verzocht, kan het presidium besluiten dat de vergadering in beslotenheid plaatsvindt.
Het presidium geeft per vergadercyclus, onder de titel ‘vergaderbundel’ een overzicht uit van onderwerpen die in de informatieronden en uitwisselingsbijeenkomsten worden behandeld, met zo nodig een verklaring per onderwerp. Deze vergaderbundel wordt digitaal toegezonden aan alle raadsleden en fractievertegenwoordigers. De Avonden van Leusden worden, met vermelding van inhoud en tijd en plaats van samenkomen, aangekondigd in de rubriek ‘Avond van Leusden’ in de Leusder Krant.
HOOFDSTUK X INSTRUCTIE VOOR DE GRIFFIER
De griffier is aanwezig bij: de bijeenkomsten van de raad, de vergaderingen van het presidium, een overleg van de fractievoorzitters, bijeenkomsten van enquêtecommissies en bijeenkomsten van door de raad of het presidium daartoe aangewezen groepen, commissies of organen.
Voor de griffier en medewerkers van de griffie geldt dat de gemeentelijke regelingen (zoals gedragscode, integriteits- en budgethoudersregels) en rechtspositieregelingen van overeenkomstige toepassing zijn. Het handelen van de griffier en de medewerkers van de griffie speelt zich af binnen deze (rechtspositie)kaders.
HOOFDSTUK XI AMBTELIJKE BIJSTAND EN FRACTIEONDERSTEUNING
Artikel 69 Weigering verzoek ambtelijke bijstand
Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek.
In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.
HOOFDSTUK XII WERGEVERSCOMMISSIE
Artikel 76. Taken en bevoegdheden werkgeverscommissie
Aan de werkgeverscommissie worden de volgende bevoegdheden ten aanzien van de griffier gedelegeerd: de bevoegdheden die rechtstreeks voortvloeien uit de Ambtenarenwet, de op deze wet gebaseerde en door de raad vastgestelde rechtspositionele voorschriften en de artikelen 107 tot en met 107e Gemeentewet en het vaststellen en wijzigen van de arbeidsvoorwaardenregeling voor de griffie. De volgende bevoegdheden zijn uitgezonderd van delegatie: de bevoegdheden als bedoeld in artikel 107, 107a, tweede lid, 107d, eerste lid en 107e, eerste lid, van de Gemeentewet.
Indien niet alle leden van de werkgeverscommissie aanwezig zijn en er geen overeenstemming kan worden bereikt wordt de besluitvorming uitgesteld naar een volgende vergadering. In het geval uitstel van de besluitvorming, gezien de aard van het te nemen besluit, niet wenselijk is, is de stem van de voorzitter van de werkgeverscommissie doorslaggevend.
Artikel 81. Beslotenheid van vergaderingen
De vergaderingen van de werkgeverscommissie worden in het belang als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder e of f van de Wet openbaarheid van bestuur in beslotenheid gehouden.
Indien een raadslid de stukken als bedoeld in het tweede lid wil inzien, kan hij daartoe een verzoek indienen bij de voorzitter van de werkgeverscommissie. De voorzitter weigert een dergelijk verzoek slechts als sprake is van strijd met het openbaar belang. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 82. Vergaderfrequentie
De werkgeverscommissie vergadert tenminste twee keer per jaar en voorts zo vaak als door de voorzitter of één van de leden nodig wordt geacht.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012. Op dat moment vervallen de Verordening raadswerk 2008 zoals vastgesteld op 3 april 2008, de Verordening op de fractieondersteuning 2006 zoals vastgesteld op 2 maart 2006 en het Reglement afstemmingsoverleg zoals vastgesteld op 2 maart 2006.