Organisatie | Alkmaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de raadsvergaderingen |
Citeertitel | Reglement van orde voor de raadsvergaderingen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Laatstelijk gewijzigd op 05-03-2009
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2005 | 13-01-2012 | nieuwe regeling | 28-11-2005 Officiële Mededelingen, 11-03-2009 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter
hetgeen de Gemeentewetof dit reglement hem verder opdraagt.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; fracties
Artikel 6 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging
Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten leden van de raad op om in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.
In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuw benoemd lid van de raad op voor de vergadering van de raad waarin naar verwachting over diens toelating wordt beslist. Nadat over diens toelating is besloten legt het lid van de raad de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
De voorzitter kan namens de raad een of meer leden van het college uitnodigen om in de vergadering aanwezig te zijn en deel te nemen aan de beraadslagingen over een of meer in de uitnodiging vermelde agendapunten. De wethouder geeft zoveel als mogelijk gevolg aan de uitnodiging.
Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de voorlopige agenda voor een ieder op het stadskantoor en in dienstencentrum De Mare ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 11. Indien na het verzenden van de voorlopige agenda stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewetgeheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad inzage.
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 15 Opening vergadering
De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien het daarvoor door de Gemeentewet vereiste aantal leden van de raad blijkens de presentielijst aanwezig is.
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.
Artikel 16 Spreekrecht burgers
Het woord kan niet gevoerd worden:
indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrechtkan of kon worden ingediend;
Elke spreker krijgt maximaal 5 minuten het woord. Voor het spreekrecht is per vergadering maximaal 30 minuten beschikbaar. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan 6 sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.
De leden van de raad, de voorzitter, de wethouders en de griffier hebben het recht, een voorstel tot aanpassing van de notulen aan de raad te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor het vaststellen van de notulen schriftelijk bij de griffier te worden ingediend.
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij elke hoofdelijke stemming van de namen van de leden van de raad die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden van de raad die zich overeenkomstig de voorschriften van de Gemeentewet van stemming hebben onthouden. Indien alle leden van een fractie bij een stemming op dezelfde wijze hebben gestemd, wordt volstaan met het vermelden van de naam van de fractie; bij stemming bij handopsteken wordt volstaan met het aantal voor- en tegenstemmers, alsmede het aantal personen dat zich van stemming onthouden heeft;
Indien nodig wordt een tussentijdse lijst met ingekomen stukken opgesteld, die tussentijds aan de leden van de raad wordt toegezonden en ter inzage gelegd. In het geval een raadslid bij de tussentijdse toegezonden lijst een andere afhandelingswijze wenst, geeft hij dit uiterlijk twee weken voor de eerstvolgende raadsvergadering door aan de griffier. De griffier draagt er vervolgens zorg voor dat de betreffende ingekomen brief wordt opgenomen in de lijst met ingekomen stukken voor de eerstvolgende raadsvergadering.
Bij raadsvergaderingen wordt een spreektijdenregeling toegepast.
De spreektijdenregeling is als volgt:
een 3-mansfractie: 10 minuten;
een 4-mansfractie: 11 minuten;
een 5-mansfractie: 12 minuten;
voor elk volgend fractielid wordt de spreektijd met 40 seconden verhoogd.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden van de raad de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid van de raad het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen
Artikel 27 Algemene bepalingen over stemming
Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid van de raad dat zich niet op grond van artikel 28 van de Gemeentewetvan deelneming aan de stemming moet onthouden, verplicht zijn stem uit te brengen.
Heeft een lid van de raad zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid van de raad zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge lid 9 opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen. Onder een voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit de raad bestaat, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.
Artikel 29 Stemming over personen
Ieder ter vergadering aanwezig lid van de raad dat zich niet ex. art. 28 van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden van de raad dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewetworden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden van de raad die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Daaronder wordt verstaan:
Artikel 30 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Hoofdstuk 4 Rechten van leden van de raad
De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld, het voorstel eerst dient te worden behandeld in een raadscommissie of voor advies naar het college dient te worden gezonden. In het laatste geval bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Artikel 37 Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Indien een lid van de raad over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewetverlangt, wordt een verzoek daartoe schriftelijk ingediend bij het college of de burgemeester.
Hoofdstuk 5 Begroting en rekening
Artikel 41 Procedure begroting
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewetgeschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de raad vaststelt.
Artikel 42 Procedure jaarrekening
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewetgeschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de raad vaststelt.
Hoofdstuk 6 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 43 Verslag; verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder of de burgemeester of een ander persoon, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende commissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 40, zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 7 Besloten vergadering
De deuren worden gesloten, wanneer ten minste een vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt of de voorzitter dit nodig oordeelt met inachtneming van artikel 24 van de Gemeentewet. Dit verzoek wordt in het openbaar behandeld.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewetof omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 47 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewetvoornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 8 Toehoorders en pers
Artikel 49 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 50 Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter, niet toegestaan.
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.
Artikel 52 In werking treden en citeertitel
Dit reglement treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op die waarin zij is vastgesteld, onder gelijktijdige intrekking van het reglement van orde voor de raadsvergaderingen, vastgesteld bij raadsbesluit van 14 maart 2002, nr. 55, gewijzigd bij raadsbesluit op 25 april 2002, nr. 6 en laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit op 15 december 2003, nr. 112.
Vastgesteld bij raadsbesluit van 28 november 2005.
Gewijzigd bij raadsbesluit van 4 oktober 2007, 24 april 2008 en 5 maart 2009.
Het bij raadsbesluit van 5 maart 2009 gewijzigde artikel 39, lid 2 treedt in werking één dag na bekendmaking in het Alkmaars Nieuwsblad.
Bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van het Alkmaars Nieuwsblad op 11 maart 2009.