Regeling van de minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid, van 30 september 2011, houdende instelling van de Tripartiet Commissie

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  de Commissie: de Tripartiet Commissie zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid;

• b.

  de Minister: de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid;

• c.

  ILO: International Labor Organization.

• 1.

  Er is een Tripartiet Commissie die tot taak heeft om als consultatie orgaan te dienen ten behoeve van de Minister voor wat betreft de hiernavolgende ILO gerelateerde onderwerpen:

  • a.

    onderwerpen op de agenda van de jaarlijkse conferentie van de ILO;

  • b.

    het aanbieden van nieuw aangenomen verdragen en aanbevelingen aan het bevoegd gezag teneinde de medegeldigheid ervan in overweging te nemen;

  • c.

    heroverweging van verdragen en aanbevelingen die niet medegeldig zijn verklaard;

  • d.

    de rapportage aan de ILO in verband met medegeldig verklaarde verdragen;

  • e.

    voorstellen betreffende de opzegging van medegeldig verklaarde verdragen.

• 2.

  De Commissie brengt op een daartoe strekkend verzoek dan wel uit eigen beweging advies uit aan de Minister met betrekking tot arbeidsmarkt gerelateerde onderwerpen.

• 1.

  De Commissie bestaat uit negen leden, waaronder een vice-voorzitter, en voor elk lid een plaatsvervangend lid.

• 2.

  De Minister kan het voorzitterschap van de Commissie bekleden, zo dikwijls hij dat nodig oordeelt. Hij heeft een raadgevende stem.

De leden en plaatsvervangende leden worden bij beschikking van de Ministerbenoemd.

• 1.

  Er worden drie leden benoemd, afkomstig uit werkgeverskringen, op schriftelijke voordracht van representatieve organisaties van werkgevers.

• 2.

  Er worden drie leden benoemd, afkomstig uit werknemerskringen, op schriftelijke voordracht van representatieve organisaties van werknemers.

• 3.

  Er worden drie personen benoemd afkomstig uit overheidskringen dan wel de collectieve sector.

• 4.

  Een organisatie wordt als representatief beschouwd aan de hand van de schriftelijk overgelegde gegevens ter vaststelling van het aantal actieve leden die bij de organisatie aangesloten zijn. De Minister kan nadere regels vaststellen ter verificatie van de overgelegdegegevens.

De vice-voorzitter en de plaatsvervangende vice-voorzitter worden

respectievelijk door de leden en de plaatsvervangende leden

vertegenwoordigende de werkgevers en werknemers uit hun midden

voorgedragen.

Tot lid van de Commissie kunnen alleen ingezetenen van Sint Maarten benoemd worden.

De leden en de plaatsvervangende leden van de Commissie worden bij met redenen omkleed beschikking van de Minister ontslagen.

Het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van de Raad zijn onverenigbaar met:

• a.

  het lidmaatschap van de Staten;

• b.

  het ambt van minister of gevolmachtigde minister;

• c.

  het lidmaatschap van de Raad van Advies;

• d.

  het lidmaatschap of plaatvervangend lidmaatschap van SociaalEconomische Raad

• e.

  het lidmaatschap of plaatsvervangend lidmaatschap van de Raad van Onderwijs en Arbeidmarkt;

• f.

  het ambt van ombudsman.

• 1.

  De leden en de plaatsvervangende leden van de Commissie treden om de drie jaar af en kunnen terstond worden herbenoemd.

• 2.

  Degene die tot lid of plaatsvervangende lid is benoemd ter vervulling van een tussentijdse opengevallen plaats, treedt af op het tijdstip, waarop degene, wiens plaats was opengevallen, had moeten aftreden.

• 3.

  Aan een lid of plaatsvervangend lid, van wie de organisatie, die hem voor benoemd zodanig heeft voorgedragen, schriftelijk aan de Minister heeft verklaard dat betrokkenen niet langer geacht kan worden haar te vertegenwoordigen, wordt als zodanig ontslag verleend.

• 1.

  De Commissie vergadert tenminste een keer per maand en anders zo vaak als de Voorzitter zulks nodig acht of bij een daartoe strekkende schriftelijk verzoek van tenminste twee leden van de Commissie.

• 2.

  Een vergadering van de Commissie vindt geen doorgang indien niet tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

• 3.

  Nadat een vergadering reeds eenmaal geen doorgang heeft gevonden wegens het niet voldaan te hebben aan het vereiste in het tweede lid, vindt de daarna eerstvolgende bijeengeroepen vergadering van de Commissie doorgang, ongeacht het aantal opgekomen leden.

• 4.

  Alle besluiten van de Commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen in een vergadering voorgezeten door de Voorzitter of diens plaatsvervanger.

• 5.

  Van alle vergaderingen van de Commissie wordt door de secretaris onmiddellijk een verslag met besluitenlijst opgesteld. Na goedkeuring van het verslag door de Voorzitter wordt het aan de leden verzonden, steeds binnen een week na de desbetreffende vergadering. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van de Commissie vastgesteld.

• 6.

  De Commissie is gehouden uiterlijk voor 1 maart verslag aan de regering uit te brengen van de werkzaamheden verricht in het voorgaande jaar.

• 7.

  De Commissie stelt bij reglement van orde nadere regels vast betreffende zijn werkwijze.

• 1.

  De leden en plaatsvervangende leden genieten voor het bijwonen van vergaderingen van de Commissie een vergoeding van NAF 75,- per vergadering.

• 2.

  Overheidsdienaren die als lid, plaatsvervangend lid oftewel secretaris optreden, komen slechts in aanmerking voor deze vergoeding indien de vergaderingen buiten hun reguliere werkuren worden gehouden.

• 3.

  Meerdere vergaderingen op dezelfde gehouden worden als één vergadering aangemerkt.

In overeenstemming met de Commissie stelt de Minister de Commissie alle faciliteiten beschikbaar voor een goede taakuitoefening.

[regelt de inwerkingtreding]

Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Tripartiet Commissie.