Organisatie | Rijswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer Rijswijk 2010 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer Rijswijk 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening leerlingenvervoer 2002
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 27-07-2012 | Nieuwe regeling | 15-12-2009 Groot Rijswijk 24-12-2009 | 09-042 |
Artikel 1: Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten indien en voorzover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids, een eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning;
voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;
commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde expertisecentrum instandhouden;
vervoervoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerkosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen.
ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;
Artikel 2 Eigen verantwoordelijkheid van de ouders
De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van ouders
Artikel 3 Vergoeding naar de dichtstbijzijnde school
1.Vergoeding van de vervoervoorziening wordt goedgekeurd over de afstand tussen
de woning van de leerling of de opstapplaats en de dichtstbijzijnde school voor
de leerling, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente
minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die
2.Vergoeding van een vervoervoorziening naar een school die op grotere afstand van
de woning ligt dan is bepaald in artikel 13 van deze verordening wordt alleen
goedgekeurd als de ouders schriftelijk verklaren dat zij overwegende bezwaren
hebben tegen de levensbeschouwelijke richting van het onderwijs op een dichterbij
3.Voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt geldt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.
1.Een aanvraag voor vergoeding van de vervoerkosten wordt gedaan door de ouders
met een door het college beschikbaar te stellen aanvraagformulier.
2.De in het eerste lid bedoelde aanvraag wordt ingediend, als het een aanvraag is voor
het nieuwe schooljaar, vóór 1 juni voorafgaand aan dat nieuwe schooljaar.
3.Het college geeft voor de aanvang van het nieuwe schooljaar een beschikking op een
aanvraag als bedoeld in het tweede lid.
4.Het college kan de in het derde lid bedoelde beschikking ten hoogste vier weken
Artikel 5 Uitbetaling van de vergoeding
Het college bepaalt bij de toekenning van een aanvraag: de wijze, het tijdstip en de
Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen
1.De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de toegekende
vervoervoorziening, onder vermelding van de datum van de wijziging, binnen één week schriftelijk mee te delen aan het college.
wijziging als bedoeld in het tweede lid, vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte
een vergoeding is ontvangen, vervalt de vergoeding van de vervoerkosten onmiddellijk
en kent het college al dan niet opnieuw een vervoervoorziening toe.
4.Een ten onrechte ontvangen vergoeding kan van de ouders worden teruggevorderd of
Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling
Voor de toekenning van de vergoeding op basis van artikel 14 is bepalend de leeftijd van
de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de vergoeding betrekking heeft.
De aanspraak op een vergoeding wordt verminderd met de aanspraak op een andere
wettelijke toelage, voor zover deze betrekking heeft op een toekenning voor reiskosten.
Artikel 9 Permanente commissie leerlingenzorg
Als het college de gevraagde vervoervoorziening voor een leerling van een school voor primair onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt het college bij deze beslissing het besluit van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.
eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de
Artikel 10 Commissie voor de begeleiding
Als het college de gevraagde voorziening voor een leerling op een school voor
(voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, wordt bij de beschikking het advies van de Commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen betrokken
Artikel 11 Bekostiging vervoerskosten van leerling met een beperking voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
1.Als naar het oordeel van het college de beperking van een leerling dat vereist, kent
het college aan de ouders van die leerling een vergoeding toe op basis van de kosten
van aangepast vervoer. Ook als de afstand van de woning naar de school minder is
dan de vermelde criteria van artikel 13.
2.Als het college besluit om de in het vorig lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toe te kennen, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken
TITEL 2 VERGOEDING VAN NOODZAKELIJK GEACHTE VERVOERSKOSTEN VAN
Artikel 12 Vergoeding van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten
1.Voor het naar school gaan van in de gemeente wonende leerlingen, kent het college
aan de ouders op aanvraag een gehele of gedeeltelijke vergoeding toe als het college
de vervoervoorziening noodzakelijk vindt en houdt daarbij rekening met het
2.Het college kan, in plaats van een vergoeding in geld toe te kennen, het vervoer zelf
uitvoeren of laten uitvoeren volgens het bepaalde in deze verordening.
3.Als het college het tweede lid toepast, bepaalt het college dat de ouders aan wie een
gedeeltelijke vergoeding is toegekend, een bijdrage betalen om hun kinderen van de
vervoervoorziening gebruik te laten maken. De hoogte van het bedrag dat de ouders
volgens het bepaalde in deze verordening moeten betalen wordt vastgesteld in de
financiële katern behorende bij deze verordening. Bij weigering tot, of nalatigheid in,
de betaling van de bijdrage, vervalt de aanspraak op vergoeding.
Artikel 13 Vergoeding op basis van de kosten van openbaar vervoer en per fiets
1.Het college kent een vergoeding toe op basis van de kosten van het openbaar
vervoer, aan de ouders van de leerling die een basisschool bezoekt. De afstand van
de woning naar de dichtstbijzijnde school moet dan meer dan zes km zijn.
2.Het college kent een vergoeding toe gebaseerd op de kosten van het openbaar
vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor speciaal basisonderwijs of
(voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, als:
a) de leerling een school voor speciaal basis onderwijs bezoekt en de afstand van
de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan vier
b) de leerling en school voor voortgezet speciaal onderwijs bezoekt en de afstand tussen de woning en de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.
3.In afwijking van lid 1 en lid 2 verstrekt het college de ouders bekostiging
op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het
oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken
Artikel 14 Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een
1.Als er aanspraak bestaat op een in artikel 13, bedoelde vergoeding, vergoedt het
college ook de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider, als
de leerling jonger is dan 9 jaar en door de ouders aan het college met bewijzen
wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar
2.Als een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen de kosten van het
openbaar vervoer maar voor één begeleider voor vergoeding in aanmerking.
3.Als er aanspraak bestaat op een in artikel 13 bedoelde vergoeding, vergoedt het
college tevens de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider,
in het geval door de ouders ten behoeve van het college duidelijk wordt aangetoond
dat de leerling, gelet op zijn geestelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of
leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.
4.Als het college de aanvraag niet of gedeeltelijk toekent wordt bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen betrokken.
Artikel 15 Vergoeding op basis van de kosten van aangepast vervoer
1.Het college kent een vergoeding toe op basis van de kosten van aangepast vervoer
aan de ouders van de leerling als wordt voldaan aan de criteria van artikel 13, en
a) de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug,
meer dan 1 uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of
minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of;
b) het openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college
zelf gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
c)de leerling met een beperking, naar het oordeel van het college niet in staat is om onder begeleiding van het openbaar vervoer gebruik te maken.
2.Als het college de aanvraag niet of gedeeltelijk toekent wordt bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen betrokken.
Artikel 17 Vergoeding naar de dichtstbijzijnde speciale school voor basisonderwijs in een samenwerkingsverband
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 worden de kosten vergoed van het vervoer
over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en
a.voor de leerling de dichtstbijzijnde speciale school voor basisonderwijs in het
samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of
b.een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a bedoelde
samenwerkingsverband, als het vervoer naar die school voor de gemeente minder
kosten met zich mee brengt dan het vervoer naar de school, bedoeld onder a.
Artikel 18 Vergoeding van de kosten voor het weekeinde- en vakantievervoer aan de
Het college vergoedt de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de
gemeente wonende ouders van de leerling die, met het doel het volgen van voor
hem/haar passend speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, in een internaat
Artikel 19: Bekostiging kosten weekeinde en vakantievervoer
Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
Artikel 20 Beslissing van het college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, betreffende de uitvoering van het leerlingenvervoer, waarin deze verordening
Artikel 21 Afwijken van bepalingen (hardheidsclausule)
Het college kan in bijzondere gevallen, het verover met betrekking tot onderwijs, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan de
commissie voor de begeleiding en eventueel andere deskundigen.
Voor een leerling met een beperking van een school voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs, voor wie in het schooljaar 2001/2002 krachtens de Wet Rea een vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een leefvervoervoorziening, blijft, indien de ouders dat wensen, zo nodig in afwijking van artikel 3 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die de leerling in schooljaar 2001-2002 bezocht.
Voor de leerling van leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in het schooljaar 2001-2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs of een opdc, blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school of opdc die de leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht indien de afstand van de woning naar de school meer dan 6 km bedraagt. Artikel 22 is hierbij van toepassing.
Het college stelt jaarlijks een financiële katern op, behorend bij deze verordening. Hierin
worden de drempelbedragen, de kilometervergoedingen en de vergoedingen naar
Artikel 24 Intrekking oude regeling
De Verordening leerlingenvervoer gemeente Rijswijk 2002 wordt met ingang
De Verordening leerlingenvervoer van de gemeente Rijswijk, zal op 1 januari 2010 na vaststelling door de gemeenteraad in werking treden.
Aanvragen ingediend vóór deze datum worden conform de verordening leerlingenvervoer 2002 afgehandeld
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer gemeente
Aldus besloten door de Raad van de Gemeente Rijswijk, in zijn openbare vergadering van 15 december 2009.
Artikel 1: Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten indien en voorzover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids, een eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning;
voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;
commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde expertisecentrum instandhouden;
vervoervoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerkosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen.
ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;
Artikel 2 Eigen verantwoordelijkheid van de ouders
De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van ouders
Artikel 3 Vergoeding naar de dichtstbijzijnde school
1.Vergoeding van de vervoervoorziening wordt goedgekeurd over de afstand tussen
de woning van de leerling of de opstapplaats en de dichtstbijzijnde school voor
de leerling, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente
minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die
2.Vergoeding van een vervoervoorziening naar een school die op grotere afstand van
de woning ligt dan is bepaald in artikel 13 van deze verordening wordt alleen
goedgekeurd als de ouders schriftelijk verklaren dat zij overwegende bezwaren
hebben tegen de levensbeschouwelijke richting van het onderwijs op een dichterbij
3.Voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt geldt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.
1.Een aanvraag voor vergoeding van de vervoerkosten wordt gedaan door de ouders
met een door het college beschikbaar te stellen aanvraagformulier.
2.De in het eerste lid bedoelde aanvraag wordt ingediend, als het een aanvraag is voor
het nieuwe schooljaar, vóór 1 juni voorafgaand aan dat nieuwe schooljaar.
3.Het college geeft voor de aanvang van het nieuwe schooljaar een beschikking op een
aanvraag als bedoeld in het tweede lid.
4.Het college kan de in het derde lid bedoelde beschikking ten hoogste vier weken
Artikel 5 Uitbetaling van de vergoeding
Het college bepaalt bij de toekenning van een aanvraag: de wijze, het tijdstip en de
Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen
1.De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de toegekende
vervoervoorziening, onder vermelding van de datum van de wijziging, binnen één week schriftelijk mee te delen aan het college.
wijziging als bedoeld in het tweede lid, vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte
een vergoeding is ontvangen, vervalt de vergoeding van de vervoerkosten onmiddellijk
en kent het college al dan niet opnieuw een vervoervoorziening toe.
4.Een ten onrechte ontvangen vergoeding kan van de ouders worden teruggevorderd of
Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling
Voor de toekenning van de vergoeding op basis van artikel 14 is bepalend de leeftijd van
de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de vergoeding betrekking heeft.
De aanspraak op een vergoeding wordt verminderd met de aanspraak op een andere
wettelijke toelage, voor zover deze betrekking heeft op een toekenning voor reiskosten.
Artikel 9 Permanente commissie leerlingenzorg
Als het college de gevraagde vervoervoorziening voor een leerling van een school voor primair onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt het college bij deze beslissing het besluit van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.
eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de
Artikel 10 Commissie voor de begeleiding
Als het college de gevraagde voorziening voor een leerling op een school voor
(voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, wordt bij de beschikking het advies van de Commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen betrokken
Artikel 11 Bekostiging vervoerskosten van leerling met een beperking voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
1.Als naar het oordeel van het college de beperking van een leerling dat vereist, kent
het college aan de ouders van die leerling een vergoeding toe op basis van de kosten
van aangepast vervoer. Ook als de afstand van de woning naar de school minder is
dan de vermelde criteria van artikel 13.
2.Als het college besluit om de in het vorig lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toe te kennen, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken
TITEL 2 VERGOEDING VAN NOODZAKELIJK GEACHTE VERVOERSKOSTEN VAN
Artikel 12 Vergoeding van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten
1.Voor het naar school gaan van in de gemeente wonende leerlingen, kent het college
aan de ouders op aanvraag een gehele of gedeeltelijke vergoeding toe als het college
de vervoervoorziening noodzakelijk vindt en houdt daarbij rekening met het
2.Het college kan, in plaats van een vergoeding in geld toe te kennen, het vervoer zelf
uitvoeren of laten uitvoeren volgens het bepaalde in deze verordening.
3.Als het college het tweede lid toepast, bepaalt het college dat de ouders aan wie een
gedeeltelijke vergoeding is toegekend, een bijdrage betalen om hun kinderen van de
vervoervoorziening gebruik te laten maken. De hoogte van het bedrag dat de ouders
volgens het bepaalde in deze verordening moeten betalen wordt vastgesteld in de
financiële katern behorende bij deze verordening. Bij weigering tot, of nalatigheid in,
de betaling van de bijdrage, vervalt de aanspraak op vergoeding.
Artikel 13 Vergoeding op basis van de kosten van openbaar vervoer en per fiets
1.Het college kent een vergoeding toe op basis van de kosten van het openbaar
vervoer, aan de ouders van de leerling die een basisschool bezoekt. De afstand van
de woning naar de dichtstbijzijnde school moet dan meer dan zes km zijn.
2.Het college kent een vergoeding toe gebaseerd op de kosten van het openbaar
vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor speciaal basisonderwijs of
(voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, als:
a) de leerling een school voor speciaal basis onderwijs bezoekt en de afstand van
de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan vier
b) de leerling en school voor voortgezet speciaal onderwijs bezoekt en de afstand tussen de woning en de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.
3.In afwijking van lid 1 en lid 2 verstrekt het college de ouders bekostiging
op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het
oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken
Artikel 14 Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een
1.Als er aanspraak bestaat op een in artikel 13, bedoelde vergoeding, vergoedt het
college ook de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider, als
de leerling jonger is dan 9 jaar en door de ouders aan het college met bewijzen
wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar
2.Als een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen de kosten van het
openbaar vervoer maar voor één begeleider voor vergoeding in aanmerking.
3.Als er aanspraak bestaat op een in artikel 13 bedoelde vergoeding, vergoedt het
college tevens de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider,
in het geval door de ouders ten behoeve van het college duidelijk wordt aangetoond
dat de leerling, gelet op zijn geestelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of
leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.
4.Als het college de aanvraag niet of gedeeltelijk toekent wordt bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen betrokken.
Artikel 15 Vergoeding op basis van de kosten van aangepast vervoer
1.Het college kent een vergoeding toe op basis van de kosten van aangepast vervoer
aan de ouders van de leerling als wordt voldaan aan de criteria van artikel 13, en
a) de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug,
meer dan 1 uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of
minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of;
b) het openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college
zelf gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
c)de leerling met een beperking, naar het oordeel van het college niet in staat is om onder begeleiding van het openbaar vervoer gebruik te maken.
2.Als het college de aanvraag niet of gedeeltelijk toekent wordt bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen betrokken.
Artikel 17 Vergoeding naar de dichtstbijzijnde speciale school voor basisonderwijs in een samenwerkingsverband
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 worden de kosten vergoed van het vervoer
over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en
a.voor de leerling de dichtstbijzijnde speciale school voor basisonderwijs in het
samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of
b.een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a bedoelde
samenwerkingsverband, als het vervoer naar die school voor de gemeente minder
kosten met zich mee brengt dan het vervoer naar de school, bedoeld onder a.
Artikel 18 Vergoeding van de kosten voor het weekeinde- en vakantievervoer aan de
Het college vergoedt de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de
gemeente wonende ouders van de leerling die, met het doel het volgen van voor
hem/haar passend speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, in een internaat
Artikel 19: Bekostiging kosten weekeinde en vakantievervoer
Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
Artikel 20 Beslissing van het college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, betreffende de uitvoering van het leerlingenvervoer, waarin deze verordening
Artikel 21 Afwijken van bepalingen (hardheidsclausule)
Het college kan in bijzondere gevallen, het verover met betrekking tot onderwijs, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan de
commissie voor de begeleiding en eventueel andere deskundigen.
Voor een leerling met een beperking van een school voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs, voor wie in het schooljaar 2001/2002 krachtens de Wet Rea een vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een leefvervoervoorziening, blijft, indien de ouders dat wensen, zo nodig in afwijking van artikel 3 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die de leerling in schooljaar 2001-2002 bezocht.
Voor de leerling van leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in het schooljaar 2001-2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs of een opdc, blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school of opdc die de leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht indien de afstand van de woning naar de school meer dan 6 km bedraagt. Artikel 22 is hierbij van toepassing.
Het college stelt jaarlijks een financiële katern op, behorend bij deze verordening. Hierin
worden de drempelbedragen, de kilometervergoedingen en de vergoedingen naar
Artikel 24 Intrekking oude regeling
De Verordening leerlingenvervoer gemeente Rijswijk 2002 wordt met ingang