Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

Verordening commissie werkgeversschap griffie 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening commissie werkgeversschap griffie 2004
CiteertitelGriffie - Verordening commissie werkgeversschap griffie 2004
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 83, 85, 107, 156.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-03-200410-12-2012nieuwe regeling

15-03-2004

Arnhemse Koerier, 24 maart 2004.

Raadscie VOAB 03-03-04, nr CS/CTRJ/04/6

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening commissie werkgeversschap griffie 2004

 

 

Hoofdstuk 1: Begripsomschrijvingen

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: commissie werkgeversschap griffie;

  • b.

    lid: lid van de commissie werkgeversschap griffie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de commissie werkgeversschap griffie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van de commissie;

  • f.

    raad: gemeenteraad van Arnhem;

  • g.

    college: college van burgemeester en wethouders van Arnhem;

  • h.

    burgemeester: burgemeester van Arnhem;

  • i.

    raadscommissies: raadscommissies van de gemeente Arnhem als bedoeld in de verordening op de raadscommissies 2003;

  • j.

    gemeentesecretaris: gemeentesecretaris van Arnhem.

Hoofdstuk 2: Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2: Instelling commissie

Er is een bestuurscommissie als bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet, genaamd commissie werkgeversschap griffie.

Artikel 3: Taken

De commissie heeft tot taak:

  • a.

    het nemen van besluiten over de individuele rechtspositie van de griffier, met uitzondering van de besluiten omtrent benoeming, schorsing en ontslag als bedoeld in artikel 107 Gemeentewet;

  • b.

    het benoemen, schorsen en ontslaan van de medewerkers van de griffie als bedoeld in artikel 107e, lid 2 van de Gemeentewet;

  • c.

    de overige besluiten betreffende de individuele rechtspositie van de medewerkers van de griffie;

  • d.

    het doen van voorstellen aan de raad omtrent door de raad te nemen besluiten inzake benoeming, schorsing en ontslag van de griffier.

Artikel 4: Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit de door de raad benoemde voorzitters van de raadscommissies.

  • 2.

    De voorzitter kan de burgemeester uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Artikel 5: Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter wordt door de commissie uit haar midden aangewezen.

  • 2.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde in de vergadering;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

  • 3.

    De voorzitter fungeert als eerstverantwoordelijke voor de personele en organisatorische zaken, welke de griffie van de raad betreffen.

  • 4.

    De voorzitter voorziet bij eventuele verhindering in zijn vervanging.

Artikel 6: Zittingsduur

De zittingsperiode van leden is gelijk aan de zittingsperiode van de raad.

Artikel 7: Griffier

  • 1.

    De griffier ondersteunt de commissie.

  • 2.

    De griffier is in iedere vergadering van de commissie aanwezig.

  • 3.

    De griffier wordt in voorkomend geval vervangen door een door de voorzitter aan te wijzen lid van de commissie.

Artikel 8: Openbaarheid vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie worden in het openbaar gehouden.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden de vergaderingen in beslotenheid gehouden, dan wel in beslotenheid voortgezet, indien ten minste twee leden die de presentielijst hebben getekend daarom verzoeken, dan wel de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 3.

    De commissie besluit vervolgens of in beslotenheid wordt vergaderd. De commissie besluit daartoe in elk geval, indien de bescherming van het openbare belang of van belangen van individuele personen dit vordert.

Artikel 9: Schriftelijke raadpleging

  • 1.

    In bijzondere gevallen - ter beoordeling van de voorzitter - kan de commissie schriftelijk worden geraadpleegd.

  • 2.

    Indien schriftelijke afdoening bij twee of meer leden op bezwaar stuit, geschiedt de behandeling van het desbetreffende stuk in de eerstvolgende vergadering.

Hoofdstuk 3: Vergaderingen

Artikel 10: Vergaderfrequentie

De commissie vergadert ten minste éénmaal per jaar en voorts zo dikwijls als het door de voorzitter nodig wordt geoordeeld.

Artikel 11: Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3.

    In bijzondere gevallen kan de voorzitter na de in het eerste lid genoemde termijn punten aan de agenda toevoegen. De aanvullende oproepingsbrief met de daarbij behorende stukken wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12: De agenda

  • 1.

    Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter de agenda voor de vergadering voorlopig vast.

  • 2.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast.

  • 3.

    Wanneer de commissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan de commissie aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De commissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 13: Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    De griffier draagt er zorg voor dat de (aanvullende) oproepingsbrief, alsmede de stukken voor zowel de openbare vergaderingen als de besloten vergaderingen ter inzage liggen in de visiekamer van de gemeenteraad met ingang van de dag, volgend op de dag van de verzending van de (aanvullende) oproepingsbrief.

  • 2.

    Belangstellenden en belanghebbenden kunnen in het gemeentelijke informatiecentrum de openbare commissiestukken inzien en tegen betaling in afschrift verkrijgen. De griffier draagt zorg voor de terinzagelegging van de commissiestukken. Schriftelijk ingebrachte reacties worden door de griffier zo spoedig mogelijk aan de commissie overgelegd.

  • 3.

    De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 15. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 4.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het stadhuis gebracht.

Artikel 14: Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende (openbare) stukken kan inzien.

Artikel 15: Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van de vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de secretaris door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16: Opening, vergaderquorum

  • 1.

    De vergadering van de commissie wordt niet geopend, indien de voorzitter constateert dat na het verstrijken van een kwartier sedert het aangekondigde aanvangstijdstip minder dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen.

  • 2.

    Indien op grond van het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, kan de voorzitter opnieuw een vergadering beleggen op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproepingsbrief van de tweede vergadering is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het bepaalde in het eerste lid niet van toepassing. De aanwezige leden kunnen alleen beraadslagen en besluiten over onderwerpen die zijn vermeld in de (aanvullende) oproepingsbrief voor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering.

Artikel 17: Besluitvorming

  • 1.

    Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen, uitgebracht door de leden, als bedoeld in artikel 4.

  • 2.

    Besluiten worden alleen genomen, indien bij de aanvang van de vergadering meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 3.

    Het tweede lid is niet van toepassing op een vergadering als bedoeld in artikel 16, tweede lid.

Artikel 18: Besluitenlijst/Verslag

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het opstellen van een besluitenlijst, alsmede een verslag van elke vergadering. De besluitenlijst dient binnen vijf werkdagen na de vergadering bij de leden te zijn.

  • 2.

    De besluitenlijst, alsmede het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering aan de orde gesteld.

Artikel 19: Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De commissie kan anderen uitnodigen in de vergadering het woord te voeren.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 20: Uitvoering besluiten

  • 1.

    De voorzitter is belast met de uitvoering van de besluiten van de commissie en ondertekent de stukken die van de commissie uitgaan.

  • 2.

    De stukken die van de commissie uitgaan, worden door de griffier meeondertekend.

Artikel 21: Verantwoording en toezicht

De commissie brengt jaarlijks verslag uit aan de raad van de werkzaamheden en bevindingen van de commissie.

Hoofdstuk 4: Besloten vergadering

Artikel 22: Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 23: Besluitenlijst

  • 1.

    De besluitenlijst en het verslag van hetgeen in een besloten (deel van de) vergadering is behandeld, is geheim voor een ieder, met uitzondering van de leden van de commissie en de leden van de raad. Voorts zijn de besluitenlijst en het verslag niet geheim voor de bij de besloten vergadering aanwezige andere personen, voor zover dit betreft de verslaglegging van die onderdelen waarvan deze personen de behandeling hebben bijgewoond.

  • 2.

    De commissie, besloten bijeen zijnde, kan om redenen van algemeen belang en met algemene stemmen besluiten, dat van het in die vergadering behandelde beknopte notulen, dan wel getrokken conclusies openbaar worden gemaakt. Indien het verhandelde verband houdt met stukken en/of mededelingen van het college en/of de burgemeester, behoeft dit de toestemming van het betreffende bestuursorgaan.

Artikel 24: Geheimhouding

 

Artikel 24: Geheimhouding

1.De voorzitter van de commissie is bevoegd de leden van de commissie omtrent bepaalde stukken of mededelingen voorlopige geheimhouding op te leggen, ieder ten aanzien van de stukken en/of mededelingen die hij aan de commissie overlegt, dan wel doet. Op de betreffende stukken is/wordt hiervan melding gemaakt.

De geheimhouding geldt totdat de commissie of de gemeenteraad haar opheft.

  • 2.

    Voor afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86, lid 1 van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde in deze vergadering geheimhouding zal gelden.

  • 3.

    De commissie of de gemeenteraad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 25: Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt daarover, indien de commissie daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de commissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 5: Toehoorders en pers

Artikel 26: Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd toehoorders, die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren, kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 27: Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid-, dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 28: Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 6: Slotbepalingen

Artikel 29: Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 30: Inwerkingtreding

De verordening treedt – met toepassing van artikel 25, lid 1 van de Tijdelijke referendumwet - in werking, op de dag, volgende op die waarop zij op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.

Artikel 31: Tenaamstelling

De verordening kan worden aangehaald als: verordening commissie werkgeversschap griffie 2004.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Arnhem op 15 maart 2004.

De griffier, De voorzitter,

Artikelsgewijze toelichting op de verordening commissie werkgeversschap griffie 2004

.

(Raadsbesluit 15 maart 2004, nr. CS/CTRJ/2004/6.)

Artikel 1

Om te voorkomen dat de omschrijving van terugkerende begrippen in de verordening moeten worden herhaald, zijn in deze bepaling een aantal begrippen eenmalig gedefinieerd.

Artikel 2

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 3

Uit praktische overwegingen wordt ervoor gekozen taken en bevoegdheden met betrekking tot het werkgeversschap van de griffie op te dragen aan een bestuurscommissie. Op deze wijze wordt voorkomen dat (individuele) persoonsgebonden zaken in de plenaire raad aan de orde komen.

In dit artikel draagt de raad draagt aan de bestuurscommissie alle taken en bevoegdheden over die de raad ontleent aan de Gemeentewet ten aanzien van het werkgeversschap van de griffier en de griffiemedewerkers, met uitzondering van het benoemen, schorsen en ontslaan van de griffier.

Uit de bewoordingen van artikel 107 Gemeentewet valt af te leiden dat de raad deze laatstgenoemde taak niet kan overdragen, doch wel de bevoegdheid krachtens artikel 107e, lid 2 om het overige personeel van de griffie te benoemen (zie ook de artikelen 83 Gemeentewet, juncto artikel 10:15 Algemene wet bestuursrecht).

Ten aanzien van de griffier heeft de bestuurscommissie de taak om noodzakelijke besluitvorming door de raad voor te bereiden.

De bestuurscommissie zal de aan haar gedelegeerde personele taken en bevoegdheden betreffende de griffiemedewerkers zoveel mogelijk in mandaat laten uitvoeren door de griffier.

De griffier mag op grond van artikel 10:3, lid 3 van de Algemene wet bestuursrecht niet beslissen op eventuele bezwaarschriften van griffiemedewerkers tegen diens in mandaat genomen besluiten.

De bestuurscommissie zal op deze individueel persoonlijke kwesties in voorkomend geval besluiten (in een besloten vergadering) en niet de plenaire gemeenteraad.

Artikel 4

Op grond van artikel 83 Gemeentewet mogen de burgemeester en de wethouders geen lid zijn van een door de raad ingestelde bestuurscommissie.

Ten aanzien van de samenstelling is gekozen voor een personele unie met de agendacommissie vanwege de taak van de agendacommissie.

De bestuurscommissie bestaat uit de door de raad benoemde voorzitters van de raadscommissies. Dit betekent, dat plaatsvervangend voorzitters van de raadscommissies niet tevens plaatsvervangend lid van de bestuurscommissie zijn. De commissie heeft dus geen plaatsvervangende leden.

De voorzitters van de raadscommissies zijn lid van de raad.

Omdat de burgemeester voorzitter is van de raad, is bepaald dat de burgemeester uitgenodigd kan worden de vergaderingen van de bestuurscommissie bij te wonen en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Artikel 5

Anders dan het voorzitterschap van de agendacommissie dat periodiek wordt vervuld, wordt de voorzitter van de commissie werkgeversschap griffie in principe voor de gehele zittingsperiode van de raad aangewezen. Dit is gewenst, omdat de voorzitter tevens de portefeuille personeel en organisatie (de bestuurlijke eerstverantwoordelijke) is en het primaire aanspreekpunt voor de griffier. Consistentie in deze wordt wenselijk geacht.

De term eerstverantwoordelijke duidt er op dat uiteindelijk de commissie in totaal verantwoordelijk is voor de aan haar gedelegeerde taken en bevoegdheden en de commissie in haar geheel daarvoor verantwoording verschuldigd is aan de gemeenteraad.

Zoals dit ook voor de agendacommissie geldt, moet de voorzitter zelf in voorkomend geval zijn vervanging regelen.

Het tweede lid omschrijft de overige taken van de voorzitter en spreekt overigens voor zich.

Artikel 6

De zittingsperiode van de voorzitter en de overige leden is even lang als de zittingsperiode van de raadsleden, in principe dus vier jaar.

De benoeming eindigt derhalve van rechtswege.

Artikel 7

Gelet op de taken van de commissie ligt het in de rede dat de griffier van de raad tevens griffier van de commissie is.

De voorzitter regelt in voorkomend geval de vervanging van de griffier (bijvoorbeeld, indien de persoon van de griffier onderwerp van bespreking in de commissie is). De griffier wordt dan vervangen door een commissielid.

Artikel 8

Artikel 83, lid 4 juncto artikel 23 van de Gemeentewet geven de wettelijke grondslag voor de openbaarheid van de vergaderingen van de bestuurscommissie. Omdat de raad - in verband met democratische besluitvorming - in principe in het openbaar vergadert, moet een door de raad ingestelde bestuurscommissie die taken en bevoegdheden van de raad uitoefent dit ook.

Op grond van artikel 23 Gemeentewet worden de deuren gesloten, indien ten minste een vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

De commissie dient vervolgens - ter vergadering - te beslissen of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

Artikel 8 van de verordening geeft een nadere uitwerking van de wettelijke regeling.

De beslissing om met gesloten deuren te vergaderen, zal de raadscommissie in elk geval moeten toetsen aan de bescherming van het openbare belang en/of de belangen van individuele personen. Dit laatste belang zal meestal aan de orde zijn.

Artikel 9

Om soepel en snel te kunnen reageren in bijzondere gevallen, biedt deze bepaling de mogelijkheid een schriftelijke consultatieronde te houden. Het biedt een extra mogelijkheid om de commissieleden te informeren c.q. bij de besluitvorming te betrekken.

Artikel 10

Voorshands wordt ervan uit gegaan dat de commissie ten minste één keer per jaar vergadert. De door de commissie aan te wijzen eerstverantwoordelijke (portefeuillehouder) voor personeel en organisatie heeft geregeld overleg met de griffier die in mandaat het werkgeversschap van de griffiemedewerkers uitvoert.

Op initiatief van de voorzitter kan de commissie eveneens vergaderen.

Artikel 11

De leden van een raadscommissie ontvangen een oproep inclusief de agenda voor een vergadering en de stukken ten minste tien dagen voor de vergadering. Deze termijn is gebruikelijk en geldt bijvoorbeeld ook voor de vergaderingen van de raadscommissies.

Indien in spoedeisende gevallen een aanvullende agenda wordt vastgesteld, bedraagt deze termijn minimaal 48 uur voor een vergadering.

Artikel 12

Voor het verzenden van de oproep, stelt de voorzitter van een raadscommissie de agenda voorlopig vast. Het ligt voor de hand dat de voorzitter hierover overleg voert met de griffier.

Uiteindelijk bepaalt de commissie de agenda door deze - al dan niet gewijzigd - vast te stellen.

De taak van de commissie om de agenda (definitief) vast te stellen, komt tot uitdrukking in het derde lid. Dit betekent dat de commissie kan bepalen dat een onderwerp of voorstel onvoldoende voorbereid en voor inlichtingen of nader advies aan het college wordt gezonden. De commissie bepaalt vervolgens in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt. Uiteraard zal hierover overleg gevoerd worden met het college of de burgemeester.

Artikel 13

Naast de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, worden stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen op de visiekamer van de gemeenteraad in het stadhuis ter inzage gelegd. De raadsleden kunnen zowel de openbare stukken inzien als de stukken waaromtrent (door de voorzitter) geheimhouding is opgelegd.

Voor het publiek liggen de openbare stukken zoals gebruikelijk ter inzake in het gemeentelijke informatiecentrum.

In de openbare kennisgeving wordt vermeld waar de stukken liggen. Originele stukken moeten uiteraard bij de gemeente blijven berusten.

Artikel 14

Op grond van artikel 83, vierde lid, juncto artikel 19, tweede lid van de Gemeentewet moet de voorzitter van de commissie tegelijkertijd met de schriftelijke oproep de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering ter openbare kennis brengen. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep en op een bij openbare kennisgeving aan te geven plaats ter inzage gelegd. Deze bepaling geeft hier een regeling voor.

Artikel 15

De presentielijst en de ondertekening door de voorzitter en de griffier zijn bedoeld om formeel vast te stellen dat het vergaderquorum aanwezig is.

Artikel 16

Artikel 20 van de Gemeentewet regelt het vergaderquorum van de raad. Voor de bestuurscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet. Artikel 17 van de verordening voorziet hierin.

Indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is en de presentielijst heeft getekend, kan worden vergaderd.

Het tweede lid voorziet in een regeling voor een nieuwe vergadering, indien het quorum niet aanwezig is, anders zou de afwezigheid van leden van een raadscommissie de voortgang van werkzaamheden kunnen belemmeren.

Indien er enkele dagen tussen de twee vergaderingen zit, mag er vanuit worden gegaan dat het mogelijk is om 24 uur van tevoren een schriftelijke oproep te versturen. Overigens ligt het in de rede dat de voorzitter overlegt met de commissieleden over de datum van een nieuwe vergadering.

Artikel 17

Artikel 30 van de Gemeentewet regelt het besluitquorum van de raad. Voor de raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet. Dit artikel voorziet hierin.

Voor de besluitvorming is op grond van het tweede lid nodig dat bij de aanvang van de vergadering voldoende leden (= meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden) aanwezig zijn en de presentielijst hebben getekend.

Op grond van het eerste lid komt het besluit vervolgens tot stand bij meerderheid van de leden die op het moment van de besluitvorming feitelijk aanwezig zijn en aan de stemming hebben deelgenomen.

Artikel 18

Het artikel sluit aan op de huidige praktijk betreffende het notuleren van commissievergaderingen. Dit betekent dat er een verslag worden gemaakt van de vergadering, alsmede een besluitenlijst wordt opgesteld.

De besluitenlijst wordt binnen vijf dagen na afloop van de vergadering aan de leden gezonden, zodat zij het besprokene snel kunnen inbrengen in bijvoorbeeld het overleg met de fractie.

Artikel 19

Deze bepaling is noodzakelijk in verband met het in artikel 22 Gemeentewet geregelde verschoningsrecht dat in artikel 83, vierde lid van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op leden van bestuurscommissies en andere personen die aan de beraadslagingen deelnemen.

Artikel 20

De voorzitter is verantwoordelijk voor de uitvoering van de besluiten van de commissie. Hij ondertekent de stukken die uitgaan van de commissie.

De medeondertekening door de griffier waarborgt dat op schrift gestelde besluiten in overeenstemming zijn met de besluiten zoals deze zijn genomen.

Artikel 21

De raad houdt een vinger aan de pols, doordat de commissie jaarlijks aan de raad verslag doet van de werkzaamheden en de bevindingen van de commissie.

Op grond van artikel 85 van de Gemeentewet kan de raad in voorkomend geval besluiten van de commissie schorsen en vernietigen.

Artikel 22

Bij bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn, kan onder meer gedacht worden aan de bepalingen omtrent het tijdig verzenden van stukken, het vergaderquorum en het besluitquorum.

De bepalingen van deze verordening zijn echter niet van toepassing, voor zover de toepassing van die bepalingen strijdig is met het besloten karakter van de vergadering. Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties voor openbaar gebruik gemaakt kunnen worden.

Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een besloten vergadering en het behandelde zal de commissie moeten besluiten of geheimhouding als bedoeld in artikel 86 van de Gemeentewet wordt opgelegd, dan wel opgeheven.

Artikel 23

Vanwege de onderwerpen, waarover de commissie vergadert, zal de commissie in de regel besloten vergaderen.

Op grond van artikel 83, vierde lid van de Gemeentewet is artikel 23, lid 1 t/m 4 van overeenkomstige toepassing.

Het vierde lid van artikel 23 van de Gemeentewet schrijft voor dat van een besloten vergadering een afzonderlijk verslag wordt opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad en de commissie anders beslist.

In aanvulling hierop bepaalt het tweede lid van deze bepaling dat in het algemeen belang en met algemene stemmen kan worden besloten de conclusies, dan wel beknopte notulen van een besloten vergadering openbaar te maken.

Artikel 24

Hetgeen besproken wordt in een besloten vergadering, valt niet van rechtswege onder de geheimhoudingsplicht. Daarvoor is toepassing van de procedure volgens artikel 86 van de Gemeentewet nodig.

De commissie kan geheimhouding opleggen omtrent hetgeen in een besloten vergadering behandelde geheimhouding opleggen. Ook de voorzitter van een raadscommissie, het college en de burgemeester kunnen geheimhouding aan de bestuurscommissie opleggen omtrent de stukken die zij aan de commissie hebben overgelegd. Overigens kan een bestuurscommissie ook geheimhouding opleggen aan de raad of het college ten aanzien van stukken die zij aan de raad of het college overlegt (artikel 25, tweede lid en artikel 55, tweede lid van de Gemeentewet).

De geheimhouding geldt ten aanzien van een ieder die aanwezig is bij een besloten vergadering of die kennis draagt van stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt. De geheimhouding geldt totdat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd - of de raad - haar opheft.

Artikel 25

Zoals uit de toelichting op artikel 34 blijkt, kan de raad de geheimhouding die een bestuurscommissie aan de raad oplegt, opheffen. In deze bepaling is een overlegverplichting opgenomen waardoor recht wordt gedaan aan het principe van hoor en wederhoor.

Artikel 26

Artikel 26, eerste en tweede lid van de Gemeentewet regelen dat de voorzitter van de raad toehoorders die de orde verstoren, kan doen vertrekken en bij volharding in hun gedrag de toezegging kan ontzeggen.

Voor bestuurscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet. Het derde lid voorziet hierin.

Artikel 27

Aangezien de vergaderingen van een bestuurscommissie van de raad in principe openbaar zijn, kan de pers geluids- en beeldregistraties maken. Dit is uiteraard niet het geval als het een besloten vergadering betreft. In het belang van een goede voortgang van de vergadering moet voorzitter afspraken kunnen maken over de opstelling van de apparatuur, het rondlopen met camera’s, etc.

Artikel 28

Dit artikel heeft betrekking op het mobiele telefoonverkeer. Het afgaan van mobiele telefoons werkt verstorend tijdens de vergadering. Dit laat echter onverlet, dat indien zwaarwegende redenen dit noodzakelijk maken, de voorzitter aanwezigen toestemming kan geven hun mobiele telefoon wel stand-by te laten staan.

Artikelen 29, 30 en 31

Deze artikelen spreken voor zich en behoeven onzes inziens geen nadere toelichting.