Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Simpelveld

Verordening maatschappelijke participatie WWB gemeente Simpelveld

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSimpelveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening maatschappelijke participatie WWB gemeente Simpelveld
CiteertitelVerordening maatschappelijke participatie WWB
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1
  2. Wet werk en bijstand, art. 8, lid 2
  3. Wet werk en bijstand, art. 35, lid 5

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-07-201201-01-201201-01-2015nieuwe regeling

24-05-2012

Weekblad d’r Troebadoer, 03-07-2012

R, 24-05-12

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening maatschappelijke participatie WWB gemeente Simpelveld

De raad van de gemeente Simpelveld

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 mei 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven;

 

gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel g, artikel 8 lid 2 onderdeel d en artikel 35 lid 5 van de Wet werk en bijstand;

 

Besluit:

 

Vast te stellen: de Verordening maatschappelijke participatie WWB gemeente Simpelveld.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen
  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      De wet: de WWB;

    • b.

      Belanghebbende: personen als omschreven in artikel 35 lid 5 van de wet, zijnde een persoon die:

      • -

        woonachtig is in deze gemeente;

      • -

        met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt;

      • -

        met een inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm; en

      • -

        een vermogen dat niet hoger is dan genoemd in artikel 34, derde lid, van de wet.

    • c.

      Ten laste komend kind: het kind jonger dan 18 jaar voor wie aan de alleenstaande ouder of de gehuwde op grond van artikel 18 van de Algemene Kinderbijslagwet kinderbijslag wordt betaald, zal worden betaald of zou worden betaald indien artikel 7, tweede lid, van die wet niet van toepassing zou zijn, zoals genoemd in artikel 4 lid 1 sub e van de Wet;

    • d.

      Maatschappelijke participatie: sociaal-culturele, educatieve en sportieve activiteiten;

  • 2.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

Artikel 2. Maatschappelijke participatie

Uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie van een ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, komen in aanmerking voor categoriale bijzondere bijstandsverlening op grond van deze verordening.

Hoofdstuk 2 Recht op bijzondere bijstand voor maatschappelijke participatie

Artikel 3. Voorwaarden
  • 1.

    Uitsluitend een belanghebbende als bedoeld in artikel 35 lid 5 WWB, komt in aanmerking voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening.

  • 2.

    Uitsluitend kosten voor maatschappelijke participatie zoals bedoeld in artikel 1 komen in aanmerking voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening.

Artikel 4. hoogte van de vergoeding

De vergoeding bedraagt € 150,00 per kind per kalenderjaar.

Artikel 5. Uitvoering
  • 1.

    De vergoeding dient schriftelijk, per kalenderjaar, te worden aangevraagd bij het Dagelijks Bestuur van Kompas middels een daartoe vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    aanvragen over eerdere kalenderjaren zijn mogelijk tot 1 april volgend op het afgelopen kalenderjaar.

  • 3.

    De toegekende bijzondere bijstand wordt zo spoedig mogelijk na toekenning uitbetaald zonder dat wordt nagegaan of ten behoeve van dat kind die kosten ook daadwerkelijk noodzakelijk zijn of gemaakt zijn.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening maatschappelijke participatie WWB

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 mei 2012,

De voorzitter, De griffier,

Toelichting  

Algemene toelichting Verordening maatschappelijke participatie WWB

 

Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden tot ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst. De wetgever beoogt

inkomensondersteuning rechtstreeks aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede te late komen.

 

Artikel 8 lid 1 onderdeel g WWB bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind. Hierbij moet in ieder geval worden bepaald op welke wijze invulling wordt gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie’ (artikel 8 lid 2 onderdeel d WWB).

 

De verordening krijgt op voorhand geen structureel karakter. De effecten van de verordeningsplicht op de participatie van de betreffende doelgroep worden na twee jaar geëvalueerd. Vervolgens vindt een beoordeling plaats of het wel of niet wenselijk is om structureel te blijven verplichten om op het beleidsterrein van participatie van kinderen, regels in een verordening vast te leggen en is er een afwegingsmoment om te bezien hoe hiermee verder moet worden omgegaan.

 

Bij de verordening gaat het niet om specifieke kosten. De kosten hoeven niet te worden aangetoond om in aanmerking te komen voor deze financiële bijdrage. Het feit dat men valt onder de genoemde categorie is aanleiding om aan te nemen dat men die kosten gewoon heeft. Aanvragen om bijstand moeten in beginsel schriftelijk worden gedaan. Het ambtshalve toekennen van bijstand is alleen toegestaan bij wijze van hoge uitzondering. We zullen zo laagdrempelig mogelijk werken bij de aanvragen op grond van de Verordening maatschappelijke participatie. Indien mogelijk door de bekende verkorte procedure in te zetten (aanvraag en beschikking in één keer en betaling binnen 10 werkdagen).

 

Door de invoering van deze verordening hebben schoolgaande kinderen tot 18 jaar de mogelijkheid om maatschappelijk te participeren voor een bedrag van € 150,00 per kind per kalenderjaar. Deze doelstelling wordt ook gerealiseerd in de bestaande “Extra-geld-regeling” ad € 100,- per kind. Vandaar dat is gekozen om bij de uitvoering van de “Extra-geld-regeling” deze verordening als voorliggende voorziening te beschouwen voor kinderen tot 18 jaar die naar school gaan. Dit betekent dat deze kinderen € 50,00 per jaar meer gaan ontvangen voor maatschappelijke participatie dan nu het geval op grond van de “Extra-geld-regeling”.

 

Het betreft hier categoriale bijzondere bijstand waardoor op grond van artikel 46 lid 2 WWB deze bijstand niet vatbaar is voor beslag.

 

Artikelsgewijze toelichting Verordening maatschappelijke participatie WWB

 

Artikel 1. Begrippen

Er is voor gekozen om een aantal begrippen die al zijn omschreven in de WWB, Awb of

de Gemeentewet voor de duidelijkheid toch afzonderlijk te definiëren in deze verordening met name het begrip belanghebbende als zijnde: 

Belanghebbende: personen als omschreven in artikel 35 lid 5 van de wet, zijnde een persoon die:

  • woonachtig is in deze gemeente;

  • met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt;

  • met een inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm; en

  • een vermogen dat niet hoger is dan genoemd in artikel 34, derde lid, van de wet.

 

Artikel 2. Maatschappelijke participatie

In artikel 8 lid 2 onderdeel d WWB is expliciet bepaald dat de gemeenteraad in de verordening maatschappelijke participatie regels moet stellen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’. In artikel 2 van deze verordening is aangegeven dat uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie van een ten laste komend kind in aanmerking komen voor bijstandsverlening op grond van deze verordening.

 

Artikel 3. Voorwaarden

In artikel 3 zijn algemene voorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen voor categoriale bijzondere bijstand zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 WWB.

In artikel 3 lid 1 van deze verordening wordt voor de duidelijkheid verwezen naar de voorwaarden die volgen uit de wet.

 

In artikel 3 lid 2 van deze verordening is voorts bepaald dat uitsluitend kosten maatschappelijke participatie zoals bedoeld in artikel 1 lid 1 sub d in aanmerking komen voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening. Hierbij kan worden gedacht aan de kosten van:

  • 1.

    Ouderbijdragen

  • 2.

    Schoolmaterialen/ boeken

  • 3.

    Schoolreisjes

  • 4.

    Excursies

  • 5.

    contributie sport-, jeugd- en jongerenvereniging;

  • 6.

    kindervakantiewerk, scouting;

  • 7.

    seizoensabonnement, meer-badenkaart, leskaart zwembad;

  • 8.

    kosten muziekschool

  • 9.

    cursusgeld educatieve instelling (volksuniversiteit, Creatief Centrum e.d.)

  • 10.

    abonnement openbare bibliotheek,

  • 11.

    abonnement dag-, week- of maandblad / tijdschriften

  • 12.

    Museumkaart, cultureel jongerenpaspoort

  • 13.

    Contributie voor verenigingen van amateuristische kunstbeoefening, zoals zangkoor, fanfare, harmonie, e.d.

  • 14.

    Jaarkaart Limburgse clubs voor betaald voetbal

  • 15.

    Bezoek attractiepark

  • 16.

    Schouwburgbezoek

 

Artikel 4. Hoogte van de vergoeding

Er is geen limiet gesteld aan de te verstrekken voorzieningen. De categoriale bijzondere bijstand voor de kosten van maatschappelijke participatie is op grond van deze verordening gemaximaliseerd op

€ 150,00 per kind per kalenderjaar.

 

Artikel 5. Uitvoering

In artikel 5 eerste lid is opgenomen dat deze categoriale bijstand op aanvraag wordt verstrekt.

Het gaat niet om specifieke kosten. De kosten hoeven niet te worden aangetoond om in aanmerking te komen voor deze financiële bijdrage. Het feit dat u valt onder de genoemde categorie is aanleiding om aan te nemen dat u die kosten gewoon heeft.

 

Bijstand wordt op grond van artikel 44 WWB in principe niet verleend met terugwerkende kracht. Met betrekking tot deze regel is in het tweede lid van deze verordening een uitzondering gemaakt.

Dit wil zeggen dat bijstandsverlening met terugwerkende kracht beperkt mogelijk is tot 1 april volgend op het afgelopen kalenderjaar.

 

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012, aangezien de gemeenteraad per deze datum verplicht is een verordening vast te stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind.

 

Artikel 7. Citeertitel

In dit artikel is de citeertitel neergelegd van deze verordening.