Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Noord-Beveland

Participatieverordening gemeente Noord-Beveland 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Noord-Beveland
Officiële naam regelingParticipatieverordening gemeente Noord-Beveland 2009
CiteertitelParticipatieverordening gemeente Noord-Beveland 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Wet inburgering, art. 8, art. 19, lid 5, art. 23, lid 3 en art. 35

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-11-201201-11-201201-01-2015art. 2 t/m art. 28, art. 38, art. 38b vervallen

25-10-2012

Noord-Bevelands Advertentie en Informatieblad, 2012, 45

20121025/14
31-07-2009Nieuwe regeling

30-07-2009

Noord-Bevelands Advertentie en Informatieblad, 2012, 29

20090730, 11

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      uitkeringsgerechtigden: personen met een uitkering ingevolge de Wet Werk en Bijstand (WWB), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

    • b.

      inburgeringsplichtigen: personen zoals omschreven in artikel 3, lid 1 van de Wet Inburgering (WI);

    • c.

      inburgeringsbehoeftigen: personen zoals omschreven in artikel 1, onder h van de Regeling vrijwillige inburgering niet-G31 2007;

    • d.

      Nuggers: personen zonder uitkering die kunnen worden aangemerkt als werkloos werkzoekende;

    • e.

      Anw-ers: personen met een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet;

    • f.

      doelgroep: personen, die hun woonplaats hebben in de gemeente Noord-Beveland en aan wie op grond van artikel 7, eerste lid, onder a van de WWB door het college ondersteuning kan worden geboden;

    • g.

      re-integratievoorziening: de voorziening gericht op arbeidsinschakeling, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Wet werk en bijstand;

    • h.

      ondersteuning: ondersteuning bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de WWB;

    • i.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland;

    • j.

      de gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Noord-Beveland;

    • k.

      Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

    • l.

      arbeidsinschakeling: het verwerven van algemeen geaccepteerde arbeid, niet zijnde gesubsidieerde arbeid.

    • m.

      subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:21, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

    • n.

      premie: financiële beloning ter bevordering van arbeidsinschakeling;

    • o.

      aflossingscapaciteit: het door het college vastgestelde percentage van de bijstandsuitkering dat voor verrekening met schulden kan worden aangewend.

  • 2 De begripsbepalingen van de WWB, IOAW, IOAZ en de WI zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan in deze verordening uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Hoofdstuk 2 Wet werk en bijstand

Vervallen.

Hoofdstuk 3 Wet inburgering

Paragraaf 1 Informatievoorziening

Artikel 29 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen
  • 1 Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de WI en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

  • 2 Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen:

    • a.

      schriftelijke voorlichting aan inburgeringsplichtigen en potentiële inburgeringsplichtigen, in ieder geval aan degenen met een gemeentelijke uitkering;

    • b.

      voorlichting via internet, bijvoorbeeld via de website van de gemeente Goes;

    • c.

      individuele gesprekken met de (potentieel) inburgeringsplichtigen door de daarvoor aangestelde klantmanager;

    • d.

      informatiemateriaal over gekeurmerkte instellingen die inburgeringsvoorzieningen aanbieden;

    • e.

      informatiemateriaal over het aanbod aan maatschappelijke begeleiding.

  • 3 Het college beoordeelt één keer per jaar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en rapporteert daarover aan de raad.

  • 4 Het college kan nadere invulling geven aan de informatie- en adviesfunctie zoals bedoeld in lid 1.

Paragraaf 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 30 Aanwijzen van de doelgroepen

Het college wijst de groepen inburgeringsplichtigen aan waaraan hij bij voorrang een inburgeringsvoorziening kan aanbieden. Er geldt de volgende prioritering van doelgroepen:

  • 1.

    de personen voor wie de gemeente verplicht is een aanbod te doen;

  • 2.

    inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen met een gemeentelijke uitkering;

  • 3.

    inburgeringsplichtigen zonder inkomsten uit werk of uitkering met een achtergrond als vluchteling of een opvoedingstaak; binnen deze groep hebben de zelfmelders voorrang;

  • 4.

    overige inburgeringsplichtigen;

  • 5.

    overige inburgeringsbehoeftigen.

Artikel 31 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening
  • 1 Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, of de taalkennisvoorziening af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2 Het college draagt zorg voor de totstandkoming van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening en stelt het beleid vast ten aanzien van de inkoop en aanbesteding dat hiervoor noodzakelijk is.

  • 3 Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.

  • 4 Een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening kan, naast datgene dat in de WI is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten:

    - trajectbegeleiding;

    - voortgangsgesprekken/monitoring;

    - het kosteloos afleggen van een herexamen;

    - maatschappelijke begeleiding.

  • 5 Het kosteloos afleggen van een herexamen zal slechts worden aangeboden in het geval van het niet-verwijtbaar niet behalen van het examen.

Artikel 32 De inning van de eigen bijdrage
  • 1 De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste 18 maanden betaald.

  • 2 Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening de wijze van betaling van de eigen bijdrage vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

  • 3 Uitgangspunt is dat de eigen bijdrage in één keer wordt geïnd. Indien de inburgeraar zelf verzoekt om gespreide betaling, dan wordt in dat geval 18 maanden toegepast.

  • 4 De inning van de eigen bijdrage vindt achteraf plaats, dat wil zeggen op het moment van beëindiging van de door de gemeente aangeboden inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening.

  • 5 De gemeente zal ten aanzien van de doelgroep van het re-integratiebeleid de eigen bijdrage volledig compenseren via het werkdeel WWB voor zover er geen sprake is van het verwijtbaar voortijdig beëindigen van de door de gemeente aangeboden inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening.

Artikel 33 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    het deelnemen aan de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • b.

    het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

  • c.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

  • e.

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

  • f.

    het deelnemen aan een herexamen op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

  • g.

    meewerken aan specifieke onderzoeken die noodzakelijk zijn voor het kunnen handhaven van de inburgeringsplicht.

Paragraaf 3 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 34 De procedure van het doen van een aanbod
  • 1 Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2 In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening worden verbonden.

  • 3 De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen uiterlijk 4 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt. Indien de inburgeringsplichtige geen schriftelijk bericht doet aan het college binnen de gestelde termijn, dan wordt ervan uitgegaan dat hij akkoord gaat met het aanbod.

  • 4 Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen maximaal 4 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 35 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • c.

    in geval van een inburgeringsvoorziening: de datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald;

  • d.

    de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage;

  • e.

    ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Paragraaf 4 De bestuurlijke boete

Artikel 36 De hoogte van de bestuurlijke boete voor de verschillende overtredingen
  • 1 De bestuurlijke boete bedraagt € 0,- indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is voor de eerste keer niet op komt dagen voor een gesprek inzake het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet. Betrokkene wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld (waarschuwing).

  • 2 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 200,- indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is, anderszins dan voor de eerste keer niet verschijnen, onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de WI.

  • 3 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 200,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de WI of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

  • 4 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de WI bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de WI verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 37 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding
  • 1 De bestuurlijke boete voor de overtreding, bedoeld in artikel 9, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 100,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding. Bij iedere volgende overtreding van dezelfde orde zal de boete ten hoogste € 250,- bedragen.

  • 2 De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, tweede lid, bedraagt ten hoogste € 250,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3 De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, derde lid, bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 4 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1.000,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de WI vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Hoofdstuk 4 Regelingen in verband met de wijzigingen in de Wwb en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012

Vervallen.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 39 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 40 Situaties waarin deze verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 41 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Participatieverordening gemeente Noord-Beveland 2009”.

Artikel 42 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 31 juli 2009. Met de inwerkingtreding van deze verordening, komen de “Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Noord-Beveland” en de “Verordening Wet inburgering gemeente Noord-Beveland” te vervallen.