Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester |
Citeertitel | Griffie - Verordening op de vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Vervangt de verordening op de vertrouwenscommissie van 10 januari 1994, nr. 93.018712.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-02-2001 | 07-02-2013 | nieuwe regeling | 13-02-2001 | B&W06-02-2001, nr CS/KAB/01/99 |
De commissie brengt haar in artikel 1 bedoelde opvattingen uit op basis van de door de Commissaris van de Koningin verstrekte namen en eventuele verdere gegevens van kandidaten en op basis van de door haar ontvangen kandidaten ingebrachte mondelinge en schriftelijke informatie, zulks na weging van een en ander.
De commissie kan de Commissaris van de Koningin vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.
Bij staking van stemmen over de uit te brengen opvattingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering dan worden geen opvattingen van de commissie maar de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van de Commissaris van de Koningin gebracht.
De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor, dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden, die de commissie zelf heeft opgemaakt, op last van burgemeester en wethouders onverwijld in verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats.
Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de navolgende leden van dit artikel.
Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a. en c. van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.