Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alkmaar

Wegsleepverordening 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlkmaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWegsleepverordening 2004
CiteertitelWegsleepverordening 2004
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Wegsleepverordening Alkmaar.

Deze verordening vervangt per 07-04-2004 de Wegsleepverordening Gemeente Alkmaar.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wegenverkeerswet 1994 
  2. Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) 
  3. Besluit wegslepen van voertuigen 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-04-200424-12-2016nieuwe regeling

23-02-2004

Gemeenteblad, 24-02-2004

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Wegsleepverordening 2004

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Een nadere uitwerking voor het wegslepen van voertuigen is vastgelegd in de bij deze verordening behorende beleidsregels.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

  • 1.

    Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen: Het terrein van de Bergings Centrale Koppes B.V. , gelegen aan de Berenkoog 3 te Alkmaar.

  • 2.

    De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats zijn: Dagelijks van 00.00 tot 24.00 uur.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

  • 1.

    De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats bedragen:

    • a.

      basistarief /voorrijkosten € 57,-- incl. BTW

    • b.

      overbrengkosten € 88,-- incl. BTW

  • 2.

    De kosten van het bewaren van en vervolgens afgeven van een voertuig bedragen:

    • a.

      Basistarief € 35,-- incl. BTW

    • b.

      Er wordt een verhoging van € 7,-- incl. BTW berekend bij opslag van het voertuig langer dan 7 x 24 uur per volgend etmaal of deel daarvan dat de stalling voortduurt.

  • 3.

    Het totaalbedrag genoemd onder 1a, 1b en 2a wordt verhoogd met 10 % opslag i.v.m. indirecte kosten (ingevolge artikel 13 van het besluit), zijnde € 18.

  • 4.

    Indien de eigenaar cq rechthebbende van een voertuig het voertuig verwijdert voordat met de overbrenging een aanvang wordt gemaakt bedragen de kosten verbonden aan de voorbereiding van de overbrenging € 57,-- incl. BTW.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorvoertuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast

  • a.

    de districtschef van het district Noord-Kennemerland van de politie Noord-Holland Noord;

  • b.

    voor de markt- en evenemententerreinen de medewerker(s) gebruik buitenruimte van de sector Stadsbeheer.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking 6 weken na publicatie in het gemeenteblad.

  • 2.

    De ' Wegsleepverordening gemeente Alkmaar ' wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van de ' Wegsleepverordening 2004 ' .

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘ Wegsleepverordening 2004 ’.

Vastgesteld bij raadsbesluit van 23 februari 2004.

Gepubliceerd in het gemeenteblad op 24 februari 2004.

Bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van het Alkmaars Nieuwsblad op 3 maart 2004.

Beleidsregels behorende bij de Wegsleepverordening 2004

Artikel 1 Definities en begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    wet: de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994);

  • c.

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • d.

    voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder al RVV 1990;

  • e.

    motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

  • f.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • g.

    autodate-plaats: een parkeerplaats voor vergunninghouders, die is aangeduid met bord E9 van bijlage 1 van het RVV 1990 en voorzien is van een onderbord waarop het woord Autodate is aangebracht, conform hetgeen hierover is vastgelegd in de parkeerverordening;

  • h.

    artsen- en verloskundigenparkeerplaats: een parkeerplaats voor vergunninghouders, die is aangeduid met bord E9 van bijlage 1 van het RVV 1990 en voorzien is van een onderbord waarop het kenteken van het motorvoertuig van de arts of verloskundige is aangebracht, conform hetgeen hierover is vastgelegd in de parkeerverordening.

Artikel 2 Wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer en het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen

A. Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer

Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder a en b WVW 1994) noodzakelijk kunnen zijn, worden genoemd:

  • Plaats op de weg

    • a.

      een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft .

  • Laten stilstaan

    • b.

      een voertuig is tot stilstand gebracht:

      • 1.

        op een kruispunt, rotonde of een overweg;

      • 2.

        op een fietsstrook of de rijbaan langs een fietsstrook;

      • 3.

        op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan;

      • 4.

        in een tunnel;

      • 5.

        bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering of, indien die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord, tenzij het stilstaan dient voor het onmiddellijk laten in- en uitstappen van passagiers;

      • 6.

        op de rijbaan langs een busstrook;

      • 7.

        op een busbaan of een busstrook met uitzondering van een lijnbus;

      • 8.

        langs een gele doorgetrokken streep of in strijd met bord E2 van bijlage 1 RVV 1990;

      • 9.

        op de rijbaan, inclusief de invoeg – en uitrijstrook, van een autosnelweg of autoweg, of – behoudens in noodgevallen – op de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm van zo’n weg.

  • Parkeren

    • c.

      een voertuig is geparkeerd:

      • 1.

        bij een kruispunt op een afstand van minder dan 5 meter daarvan;

      • 2.

        voor een inrit of een uitrit;

      • 3.

        buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;

      • 4.

        langs een gele onderbroken streep of in strijd met bord E1 van bijlage 1 RVV 1990;

      • 5.

        op een wijze waardoor er sprake is van dubbel parkeren;

      • 6.

        binnen een erf, waarbij – voor zover het een motorvoertuig betreft – geen gebruik is gemaakt van de parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangewezen;

      • 7.

        op een weg waarvoor een geslotenverklaring geldt;

      • 8.

        zonder dat de voorgeschreven voertuigverlichting in werking is gesteld.

  • Bevel of aanwijzing

    • d.

      een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbare ambtenaar of ander persoon.

  • Gevaarlijk of hinderlijk gedrag

    • e.

      een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd, dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd.

B. Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen

Verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is:

  • a.

    op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, lid 1 onder e RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een parkeerverbod geldt;

  • b.

    op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E2 van die bijlage of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in art. 23, lid 1 onder g RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een verbod stil te staan geldt;

  • c.

    op een parkeerplaats nader aangeduid door bord E4 van die bijlage (al dan niet met onderbord) voor zover:

    • -

      het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

    • -

      het voertuig op een andere dan de aangegeven wijze is geparkeerd;

    • -

      het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd;

  • d.

    op een taxistandplaats, nader aangeduid door bord E5 van die bijlage, tenzij het parkeren gebeurt met een taxi;

  • e.

    op een gehandicaptenparkeerplaats, nader aangeduid met bord E6 van die bijlage:

    • -

      tenzij het parkeren gebeurt met een gehandicaptenvoertuig;

    • -

      tenzij gebruik wordt gemaakt van een geldige en duidelijk zichtbaar aangebrachte gehandicaptenparkeerkaart;

    • -

      die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, tenzij het parkeren gebeurt met dat voertuig.

  • f.

    op een laad- en losplaats, nader aangeduid door bord E7 van die bijlage, tenzij de bestuurder van het voertuig bezig is met het onmiddellijk laden en lossen van goederen;

  • g.

    op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E8 van die bijlage voor zover het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

  • h.

    op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E9 van die bijlage en bestemd voor vergunninghouders, tenzij het parkeren gebeurt met het voertuig waarvoor een parkeervergunning is afgegeven, met dien verstande dat:

    • -

      op een autodateplaats en een artsen- of verloskundigenparkeerplaats een voertuig weggesleept kan worden wanneer deze plaats niet beschikbaar is voor het bestemde voertuig;

    • -

      op overige vergunninghoudersplaatsen een voertuig weggesleept kan worden wanneer er sprake is van een hardnekkige recidivist, zijnde een persoon die voor het onrechtmatig parkeren van zijn voertuig aldaar 3 keer of meer bekeurd is in een aaneengesloten periode van dertig dagen;

  • i.

    in een voetgangersgebied, nader aangeduid door bord G7 of C1 van die bijlage.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op het moment van inwerkingtreding van de 'Wegsleepverordening 2004 ' .

Vastgesteld bij raadsbesluit van 23 februari 2004.

Gepubliceerd in het gemeenteblad op 24 februari 2004.

Bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van het Alkmaars Nieuwsblad op 3 maart 2004.