Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Meedoen-regeling 2012 |
Citeertitel | Verordening Meedoen-regeling 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De Verordening Meedoen-regeling (2011) wordt ingetrokken.
De Verordening Meedoen-regeling 2012 treedt met terugwerkende kracht op 1 januari 2012 in werking.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-04-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 26-03-2012 Zutphense Koerier, 04-04-2012 | S&B75669 |
Bijdragen worden toegekend wanneer is voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het netto inkomen van de alleenstaande bedraagt niet meer dan 110% van de bijstandsnorm voor een alleenstaande met een maximale toeslag; het netto-inkomen van een alleenstaande ouder bedraagt niet meer dan 110% van de bijstandsnorm voor een alleenstaande met een maximale toeslag; het netto inkomen van samenwonenden bedraagt niet meer dan 110% van de bijstandsnorm voor een gezin. Bij de berekening van het netto-inkomen wordt steeds in aanmerking genomen het gemiddelde inkomen in de zes maanden voorafgaande aan de aanvraag.
Dit beleid bestaat in ieder geval uit het gericht verspreiden van voorlichtingsmateriaal op centrale punten in de stad, het 3 x per jaar plaatsen van een persbericht in de lokale media en het voorlichten van medewerkers van maatschappelijke organisaties en instellingen die in aanraking komen met de doelgroep.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de raad van de gemeente Zutphen, gehouden op 26 maart 2012
De voorzitter, De griffier,
TOELICHTING BIJ DE VERORDENING MEEDOEN-REGELING (2012)
Inkomensbeleid is een taak van de rijksoverheid. Gemeenten mogen daarom geen eigen regelingen voor minima opstellen, enkele uitzonderingen daargelaten. Eén ervan is een gemeentelijke voorziening voor maatschappelijke participatie, voor zover deze betrekking heeft op sociaal culturele en maatschappelijke activiteiten. De Meedoen-regeling is zo’n voorziening.
In de Meedoen-regeling zijn twee voormalige financiële regelingen in elkaar geschoven tot één participatieregeling voor personen en gezinnen in Zutphen met een minimimuminkomen. Het voormalige Retributiefonds vormt het model voor de Meedoen-regeling. Een bijdrage in de kosten voor deelname aan bepaalde maatschappelijke activiteiten, is het uitgangspunt. Toegevoegd is de extra vergoeding voor kinderen, waarbij ook schoolactiveiten vergoed kunnen worden. Denk daarbij aan schoolreisjes of buitenschoolse activiteiten. In tegenstelling tot het voormalige Schoolfonds, dat een vast bedrag per kind uitkeerde, gaat het hierbij om vergoeding van daadwerkelijk gemaakte kosten voor ‘meedoen’.
De Meedoen-regeling beoogt te voorkomen dat mensen in een sociaal isolement geraken doordat zij geen of onvoldoende geld hebben om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten. Het past in het streven van de gemeente Zutphen om de maatschappelijke participatie van haar burgers te bevorderen, met name ook van kwetsbare groepen.
De Meedoen-regeling wil het belang onderstrepen dat kinderen uit arme gezinnen de kans krijgen hun talenten en sociale vaardigheden te ontplooien door mee te (kunnen) doen aan maatschappelijke activiteiten, inclusief binnen- en buitenschoolse activiteiten. Daarom is de bijdrage voor kinderen hoger dan voor volwassenen. Dat maakt het ook makkelijker naast de kosten voor activiteiten als sporten, muzische vorming etc. de kosten voor binnen- en buitenschoolse activiteiten te vergoeden.
Doelstelling van het armoedebeleid van de gemeente Zutphen - en onderdeel van de beleidsuitvoering door het Plein - vormt het tegengaan van niet-gebruik van minimaregelingen. Het belang van deze doelstelling is dusdanig dat dit expliciet is opgenomen in de verordening (artikel 6), inclusief de verplichting om hierover jaarlijks te rapporteren aan de gemeenteraad.
Een laag inkomen is gedefinieerd als 110% van de toepassing zijnde bijstandsnorm, zoals vastgelegd in de Wet werk en bijstand. Deze wet is met ingang van 2012 gewijzigd, waardoor o.a. de definitie van de bijstandsnormen gewijzigd is. Dat heeft met name tot gevolg dat meerderjarige inwonende kinderen geen zelfstandig bijstandsrecht meer hebben. Om te voorkomen dat dit - door de verwijzing naar de bijstandsnorm - ook van toepassing op de Meedoen-regeling is in artikel 1 een nadere begripsbepaling van alleenstaande, alleenstaande ouder en gehuwden/samenwonenden opgenomen. Dat is mogelijk omdat de de Meedoen-regeling een gemeentelijke regeling is, die los staat van de WWB (in tegenstelling tot de overige minimaregelingen).
De verificatie van de Meedoen-regeling blijft beperkt tot het minimum. Uitgangspunt is dat op basis van aanwezige gegevens (al of niet) een bijdrage kan worden verstrekt. Dat is in overeenstemming met Wet eenmalige gegevensuitvraag (WEU) en het streven van de overheid om aanvragen te vereenvoudigen en daarmee toegankelijker te maken voor de doelgroep.
De raad van Zutphen heeft voor de periode 2012 tot en met 2015 extra geld beschikbaar gesteld voor een gefaseerde verhoging van Meedoen-regeling. Dat betekent dat de maximale bijdragen gedurende die periode jaarlijks met € 10,- extra wordt verhoogd, naast de gebruikelijke (prijs)indexering. Dit is vastgelegd in artikel 3, lid 6 van de verordening.
De bevoegdheden met betrekking tot de uitvoering van het armoedebeleid zijn middels de Gemeenschappelijke Regeling Het Plein overgedragen door het college van burgemeester en wethouders van Zutphen aan het bestuur van Het Plein. Het bestuur voert derhalve de Meedoen-regeling uit en heeft de bevoegdheid nadere regels te stellen (artikel 2.3, artikel 5.1).
Er is sprake van deelnemende gezinsleden om te voorkomen dat de verstrekte bijdrage wordt bepaald door het aantal gezinsleden, terwijl niet ieder gezinslid ‘meedoet’. De aanspraak op de bijdrage bestaat per gezinslid voor zover dit gezinslid daadwerkelijk ‘meedoet’.
De bepaling dat de Meedoen-regeling in natura kan worden verstrekt maakt het mogelijk om eventueel met vouchers, cheques of een stadpas te (gaan) werken.
De aanvrager dient rechtmatig in Nederland te verblijven. Wat betreft het woonachtig zijn in Zutphen, geldt als minimale vereiste het ingeschreven staan in de gemeentelijke basisadministratie.
Studenten worden uitgesloten van de regeling omdat zij zich, hoewel hun financiële middelen beperkt zijn, door hun studie doorgaans niet in een sociaal isolement bevinden.
De Wet werk en bijstand (WWB) is het referentiepunt voor wat al of niet meetelt als inkomen en vermogen. Daardoor blijven diverse heffingskortingen, toeslagen en vrijlatingen op inkomen buiten beschouwing.
Wanneer de beschikbare gegevens uit bronregistraties (met name GBA en SUWI-net) onvoldoende zijn om het recht op de Meedoen-regeling vast te stellen, kan aan de aanvrager aanvullende informatie worden gevraagd. Wanneer deze aanvullende informatie niet wordt ingeleverd, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.
Elk deelnemend gezinslid heeft per kalenderjaar recht op een maximale bijdrage. De in dit artikel genoemde één aanvraag per kalenderjaar is dus persoonsgebonden. Een ouder die bijvoorbeeld voor één van haar kinderen een aanvraag heeft gedaan kan in een later stadium nog een aanvraag doen voor een ander (deelnemend) kind.
Deze bepaling is opgenomen om de aanvrager de zekerheid te bieden dat hij/zij de kosten maar kort hoeft voor te schieten, zodat hij/zij niet financieel in de problemen komt of om financiële reden afziet van deelname aan maatschappelijke activiteiten.