Organisatie | Echt-Susteren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2e halfjaar 2012 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2e halfjaar 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2013 | intrekking | 12-12-2012 't Waekblaad, 19-12-2012 | 193843 | |
04-05-2012 | 01-01-2013 | Onbekend | 26-04-2012 't Waekblaad, 03-05-2012 | 109188 |
De raad van de gemeente Echt-Susteren,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. en nummer 109188;
gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2e halfjaar 2012 (Verordening reinigingsheffingen 2e halfjaar 2012).
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. Perceel: een gebouwde onroerende zaak, of gedeelte ervan, dat blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt; met perceel wordt gelijkgesteld: een stacaravan, een woonboot, een woonwagen en een
demontabel zomer- of vakantiehuisje, indien gebruikt door een particuliere huishouding.
2. Groep van percelen: een groep van meerdere percelen, waarvoor op grond van de Algemene plaatselijke verordening Echt, voor de inzameling van restafval gemeenschappelijk gebruik wordt gemaakt van één of meerdere verzamelcontainers.
3. Bedrijfspand: een gebouwde onroerende zaak, of een zelfstandig gebruikt gedeelte ervan,geen perceel of groep van percelen zijnde.
4. Huishoudelijk afval: afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, afvalwater enautowrakken daaronder niet begrepen, behoudens voor zover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreffen, die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen.
5. Bedrijfsafval: afval, afkomstig van kleine bedrijven, kantoren en winkels dat naar aard, omvang en samenstelling gelijk is te stellen aan huishoudelijk afval.
6. Container: het van gemeentewege voor de inzameling van groente-, fruit- en tuinafval en/of restafval verstrekt inzamelmiddel in de vorm van een 25 liter emmer, 240 liter duo-bak.
7. Ondergrondse verzamelcontainer: collectieve voorziening voor de inzameling van groente-, fruit- en tuinafval en/of restafval ten behoeve van de hoogbouw.
8. Kalenderweek: een aaneengesloten periode van zeven dagen, beginnende met een maandagen eindigend met een zondag.
Hoofdstuk 2. Afvalstoffenheffing
Artikel 3. Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabelwordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een
verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeelt al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruiken heeft afgestaan.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de per tijdvak verschuldigde belasting
Indien de belastingplicht in de loop van de tweede zes maanden aanvangt, is de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel zesde gedeelten van de voor de tweede zes maanden verschuldigde belasting als er inde tweede zes maanden, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
Voor de beoordeling van de vraag tot welke tariefgroep een belastingplichtige behoort geldt alspeildatum 1 juli van het belastingjaar voor de tweede zes maanden van het belastingjaar.
Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van de tweede zes maanden van het belastingjaar geldt als peildatum voor het resterend deel van de tweede zes maanden van het belastingjaar het tijdstip van aanvang van de belastingplicht.
Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld voor de overige belasting
De belasting als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvraag van de dienstverlening.
Artikel 10. Termijnen van betaling
In afwijking van het eerst lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtigen kunnenworden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnenwaarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in dedagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk 3. Reinigingsrechten
Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 14. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het recht als bedoeld in hoofdstuk 2, onderdeel 2.1 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 16. Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de per tijdvak verschuldigde belasting
Indien de belastingplicht in de loop van de tweede zes maanden aanvangt, is het recht, als bedoeld in hoofdstuk 2, onderdeel 2.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel zesde gedeelten van de voor de tweede zes maanden verschuldigde rechten als er in de tweede zes
maanden na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 17. Termijnen van betaling
In afwijking van het eerst lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtigen kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in dedagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk 4. Aanvullende bepalingen
Artikel 18. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.
Artikel 19. Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordeningen reinigingsheffingen 1e halfjaar 2012”, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Bijlage Tatieventabel: 2e halfjaar 2012
behorende bij de “Verordening reinigingsheffingen gemeente Echt –Susteren 2e halfjaar 2012”.
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1. Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
- De belasting bedraagt per perceel, voor de periode 1.7.2012 t/m 31.12.2012 voor éénpersoonshuishoudens € 69,24 en voor meerpersoonshuishoudens
Hoofdstuk 2. Maatstaven en tarieven reinigingsrechten
2.1 Het recht bedraagt per bedrijfspand, voor de periode 1.7.2012 t/m 31.12.2012 € 103,86.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 april 2012.