Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Moerdijk

Beleidsregels Verhaal en invordering Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMoerdijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Verhaal en invordering Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010
CiteertitelBeleidsregels Verhaal en invordering Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-07-201201-01-2015Onbekend

30-11-2010

Moerdijkse Bode week 29, 2012

258442

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Verhaal en invordering Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010

 

 

 

Beleidsregels verhaal & invordering WWB en WIJ

Artikel 1. Gebruik maken van bevoegdheden

  • 1.

    Het college van Burgemeester en wethouders (hierna te noemen: ‘het college’) maakt gebruik van:

    • a.

      de bevoegdheden ingevolge het bepaalde in de artikelen 61 tot en met 62i van de Wet werk en bijstand (hierna te noemen: ‘WWB’);

    • b.

      de bevoegdheid ingevolge het bepaalde in artikel 57 van de Wet investeren in jongeren (hierna te noemen: ‘WIJ”).

  • 2.

    De bevoegdheden, zoals beschreven in het eerste lid, gelden voor het college als algemene verplichtingen, behoudens de in deze beleidsregels beschreven uitzonderingen.

Artikel 2. Beoordeling van mate van onderhoudsplicht

Bij de beoordeling van het bestaan van:

  • 1.

    het verhaalsrecht, bedoeld in artikel 159a van Boek I van het Burgerlijk Wetboek of artikel 62 van de WWB of artikel 57 van de WIJ, voorzover op grond van laatstgenoemd artikel wordt verhaald tot de grens van de onderhoudsplicht, bedoeld in boek I van het Burgerlijk Wetboek, en

  • 2.

    de omvang van het te verhalen bedrag wordt rekening gehouden met de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn in het geval dat de rechter dient te beslissen over de vraag of, en zo ja, tot welk bedrag een uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed zou moeten worden toegekend.

Artikel 3. Afzien van verhaal in verband met kruimelbedrag

In afwijking van het gestelde in lid 1 van deze beleidsregels wordt van de bevoegdheid tot het opleggen van een verhaalsbijdrage, als bedoeld in artikel 62 WWB, afgezien indien het te verhalen bedrag minder is dan € 50,- per maand.

Artikel 4. Ingangsdatum verhaalsbedrag

Met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2 en 3 van deze beleidsregels wordt een te betalen verhaalsbedrag opgelegd met ingang van de dag die volgt op die van aanschrijving van de onderhoudsplichtige.

Artikel 5. Gedeeltelijk afzien van verhaal in verband met schulden

  • 1.

    In afwijking van de bevoegdheid tot verhaal, zoals beschreven in de artikelen 61 tot en met 62 van de WWB, van de bevoegdheid tot verhaal, zoals beschreven in artikel 57 van de WIJ, én in afwijking van artikel 1, eerste lid, van deze beleidsregels, kan het college op verzoek van degene op wie verhaald wordtbesluiten om gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand of van kosten van de inkomensvoorziening voorzover het betreft verschuldigde verhaalsbedragen die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien:

  • a.

    redelijkerwijs te voorzien is dat de belanghebbende niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, én

  • b.

    redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen, behoudens de in het tweede lid van dit artikel bedoelde vorderingen, van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen, én

  • c.

    de vordering van de gemeente wegens verhaalde kosten van bijstand of verhaalde kosten van inkomensvoorziening ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

  • 3.

    Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal treedt niet in werking voordat een schuldregeling overeenkomstig het eerste lid tot stand is gekomen.

  • 4.

    Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal wordt ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien:

    • a.

      niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling is tot stand gekomen die voldoet aan de eisen bedoeld in het eerste lid;

    • b.

      de belanghebbende zijn schuld aan de gemeente niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet; of

    • c.

      onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

Artikel 6. Verhalen van een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud

  • 1.

    Indien een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud niet wordt nagekomen dan wordt door het college de tot onderhoud gerechtigde geadviseerd het LBIO om invordering van de aldus verschuldigde alimentatie te verzoeken.

  • 2.

    Voor zover daartoe zwaarwegend argumenten bestaan wordt in afwijking van het eerste lid, indien een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud niet wordt nagekomen als bedoeld in artikel 62b, eerste lid, van de WWB verhaald in overeenstemming met deze uitspraak. Het college maakt in dat geval gebruik van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 62b, vierde lid, van de WWB om – met uitsluiting van degene die de bijstand en/of inkomensvoorziening ontvangt - het verschuldigde bij dwangbevel in te vorderen.

Artikel 7. Wijziging van het door de rechter vastgesteld verhaalsbedrag

  • 1.

    Indien sprake is van gewijzigde omstandigheden kan het college verzoeken het door de rechter vastgestelde verhaalsbedrag te wijzigen.

  • 2.

    Het college verzoekt de rechter het verhaalsbedrag in afwijking van een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud verschuldigd krachtens Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek vast te stellen, indien de rechter:

  • a.

    deze uitspraak zou kunnen wijzigen op de gronden genoemd in de artikelen 157 en 401 van dat boek;

  • b.

    geen rekening heeft kunnen houden met alle voor de betrokken beslissing in aanmerking komende gegevens en omstandigheden betreffende beide partijen.

Artikel 8. Verhaal in rechte

  • 1.

    Indien de belanghebbende niet uit eigen beweging bereid is de verlangde gelden te betalen dan wel niet of niet tijdig tot betaling daarvan overgaat, besluit het college tot verhaal in rechte.

  • 2.

    Van verhaal in rechte zoals in het eerste lid bedoeld wordt afgezien indien het te verhalen bedrag een bedrag van € 600,- niet te boven gaat.

Artikel 9. Tussentijdse beoordeling betalingsverplichting door het college

  • 1.

    Bij gegronde redenen die onmiskenbaar kunnen leiden tot wijziging van de eerder vastgestelde betalingsverplichting kan het college een draagkrachtonderzoek instellen.

  • 2.

    Voor zover geen gegronde redenen, als bedoeld in het eerste lid, aanwezig zijn, stelt het college telkens binnen 24 maanden een draagkrachtonderzoek in. Wanneer het college als gevolg van een dergelijk draagkrachtonderzoek besluit tot wijziging van de eerder opgelegde betalingsverplichting, wordt belanghebbende hiervan schriftelijk in kennis gesteld alsmede van de ingangsdatum van deze nieuwe verplichting. De eerder vastgestelde betalingsverplichting wordt eerst gewijzigd indien de nieuw berekende betalingsverplichting tenminste 10 % afwijkt van de eerder vastgestelde betalingsverplichting.

Artikel 10. Niet voldoen aan door de rechter vastgestelde verhaalsbijdrage

Indien de belanghebbende niet bereid blijkt de door de rechter op verzoek van het college vastgestelde verhaalsbijdrage te voldoen dan wordt die uitspraak ten uitvoer gelegd door middel van executoriaal beslag overeenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Artikel 11. Rente en kosten

Indien moet worden overgegaan tot beslaglegging als bedoeld in artikel 10 van deze beleidsregels dan wordt de vordering slechts verhoogd met de wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, indien de invordering is overgedragen aan een gerechtsdeurwaarder.

Artikel 12. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels Verhaal en invordering Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010, gemeente Moerdijk”

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 18 juli 2012,

Zevenbergen d.d. 10 juli 2012,

 

Burgemeester en wethouders van Moerdijk.

 

De secretaris, De burgemeester,

 

Drs. A.E.B. Kandel, J.P.M. Klijs