Organisatie | Moerdijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Verhaal en invordering Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010 |
Citeertitel | Beleidsregels Verhaal en invordering Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-07-2012 | 01-01-2015 | Onbekend | 30-11-2010 Moerdijkse Bode week 29, 2012 | 258442 |
Artikel 2. Beoordeling van mate van onderhoudsplicht
Bij de beoordeling van het bestaan van:
de omvang van het te verhalen bedrag wordt rekening gehouden met de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn in het geval dat de rechter dient te beslissen over de vraag of, en zo ja, tot welk bedrag een uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed zou moeten worden toegekend.
Artikel 3. Afzien van verhaal in verband met kruimelbedrag
In afwijking van het gestelde in lid 1 van deze beleidsregels wordt van de bevoegdheid tot het opleggen van een verhaalsbijdrage, als bedoeld in artikel 62 WWB, afgezien indien het te verhalen bedrag minder is dan € 50,- per maand.
Artikel 4. Ingangsdatum verhaalsbedrag
Met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2 en 3 van deze beleidsregels wordt een te betalen verhaalsbedrag opgelegd met ingang van de dag die volgt op die van aanschrijving van de onderhoudsplichtige.
Artikel 5. Gedeeltelijk afzien van verhaal in verband met schulden
In afwijking van de bevoegdheid tot verhaal, zoals beschreven in de artikelen 61 tot en met 62 van de WWB, van de bevoegdheid tot verhaal, zoals beschreven in artikel 57 van de WIJ, én in afwijking van artikel 1, eerste lid, van deze beleidsregels, kan het college op verzoek van degene op wie verhaald wordtbesluiten om gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand of van kosten van de inkomensvoorziening voorzover het betreft verschuldigde verhaalsbedragen die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien:
Artikel 6. Verhalen van een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud
Voor zover daartoe zwaarwegend argumenten bestaan wordt in afwijking van het eerste lid, indien een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud niet wordt nagekomen als bedoeld in artikel 62b, eerste lid, van de WWB verhaald in overeenstemming met deze uitspraak. Het college maakt in dat geval gebruik van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 62b, vierde lid, van de WWB om – met uitsluiting van degene die de bijstand en/of inkomensvoorziening ontvangt - het verschuldigde bij dwangbevel in te vorderen.
Artikel 9. Tussentijdse beoordeling betalingsverplichting door het college
Voor zover geen gegronde redenen, als bedoeld in het eerste lid, aanwezig zijn, stelt het college telkens binnen 24 maanden een draagkrachtonderzoek in. Wanneer het college als gevolg van een dergelijk draagkrachtonderzoek besluit tot wijziging van de eerder opgelegde betalingsverplichting, wordt belanghebbende hiervan schriftelijk in kennis gesteld alsmede van de ingangsdatum van deze nieuwe verplichting. De eerder vastgestelde betalingsverplichting wordt eerst gewijzigd indien de nieuw berekende betalingsverplichting tenminste 10 % afwijkt van de eerder vastgestelde betalingsverplichting.
Artikel 10. Niet voldoen aan door de rechter vastgestelde verhaalsbijdrage
Indien de belanghebbende niet bereid blijkt de door de rechter op verzoek van het college vastgestelde verhaalsbijdrage te voldoen dan wordt die uitspraak ten uitvoer gelegd door middel van executoriaal beslag overeenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Indien moet worden overgegaan tot beslaglegging als bedoeld in artikel 10 van deze beleidsregels dan wordt de vordering slechts verhoogd met de wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, indien de invordering is overgedragen aan een gerechtsdeurwaarder.