Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman en directeur Rekenkamer Rotterdam 2006 |
Citeertitel | Verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman en directeur Rekenkamer Rotterdam 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Hierbij vervalt Gemeenteblad 2004, nummer 77: Verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman en directeur Rekenkamer Rotterdam 2006.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-02-2009 | 06-05-2021 | Bijlage | 29-01-2009 Gemeenteblad 2009-7 | Voorstel van het presidium 15 januari 2009; 09GR113; raadstuk 2009-113 | |
12-02-2009 | Bijlage | 29-01-2009 Gemeenteblad 2009-7 | Voorstel van het presidium 15 januari 2009; 09GR113; raadstuk 2009-113 | ||
13-12-2007 | Bijlage | 29-11-2007 , Gemeenteblad, 2007-214 | voorstel presidium 22 november 2007, 07GR3767; raadsstuk 2007-3767 | ||
01-01-2006 | 06-05-2021 | nieuwe regeling | 15-12-2006 Gemeenteblad 2005, nummer 157 | raadsvoorstel 2005-1582 |
De Raad van de gemeente Rotterdam,
Gelezen het voorstel van het presidium van 1 december 2005 (05GR 4061); raadsstuk 2005-1582;
gelet op het advies van de commissie voor Bestuur en Veiligheid d.d. 8 december 2005 en de reactie van het college;
overwegende, dat het wenselijk is om de rechtspositieregelingen van de gemeentelijke ombudsman en de directeur Rekenkamer Rotterdam op een aantal onderdelen aan te passen;
artikel 147 van de Gemeentewet;
artikel 125 derde juncto eerste lid van de Ambtenarenwet;
artikel 81q en 81v van de Gemeentewet;
artikel 5 van de Verordening Rekenkamer Rotterdam;
vast te stellen de hierna volgende Verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman en directeur Rekenkamer Rotterdam 2006.
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 1b Plaatsvervangend functionaris
Het in paragraaf 1 van deze verordening ten aanzien van de functionaris bepaalde is, met uitzondering van het bepaalde in artikel 5, vierde lid en zesde lid, en voor zover de inhoud of de strekking van de regeling zich daar niet tegen verzet, van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangend functionaris.
Het in artikel 5, vierde lid en paragraaf 2 van deze verordening ten aanzien van de functionaris bepaalde is voor zover de inhoud of de strekking van de regeling zich daar niet tegen verzet, van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangend functionaris indien de vervanging schriftelijk aan het presidium is gemeld. De beëindiging van de vervanging wordt eveneens schriftelijk gemeld aan het presidium.
Artikel 2 Wijziging van toepassing zijnde regelingen
Wijzigingen in de van toepassing verklaarde rechtspositieregelingen zijn niet dan na een daartoe strekkend besluit van de raad op de functionaris van toepassing.
Aan de functionaris wordt een benoemingsbesluit uitgereikt, welke naast de wettelijk vereiste gegevens, ten minste vermeldt:
Artikel 6 Ziekte en arbeidsongeschiktheid
Bij arbeidsongeschiktheid van de functionaris is het bepaalde in hoofdstuk VII van het Ambtenarenreglement van toepassing met dien verstande dat daar waar in de tekst burgemeester en wethouders staat vermeld, dit gelezen wordt als raad. Bij ziekte en herstel doet de functionaris daarvan mededeling aan de raad alsmede aan een door de raad aangewezen geneeskundige.
Onverminderd het bepaalde in de Wet verbetering poortwachter, kan de raad, indien er naar zijn oordeel voldoende redenen bestaan om aan te nemen dat de functionaris in verband met zijn lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is zijn functie naar behoren te vervullen, bepalen dat hij aan een geneeskundig onderzoek wordt onderworpen ter beoordeling van de vraag of, en zo ja, wanneer en in welke mate hij de vervulling van zijn functie weer kan hervatten.
Artikel 7 Bezoldiging en ziekte
Op beslissing van de raad wordt de doorbetaling van de bezoldiging gestaakt, indien en voor zolang de functionaris: weigert zich te onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 6, derde lid of, na voor een dergelijk onderzoek te zijn opgeroepen, zonder geldige reden niet verschijnt; zich zodanig gedraagt, dat zijn genezing ernstig wordt belemmerd of vertraagd.
Het niet uitgekeerde bedrag van ingehouden bezoldiging kan op beslissing van de raad alsnog aan de functionaris worden uitbetaald, wanneer uit een verklaring van een of meer door de raad aangewezen geneeskundige(n) blijkt, dat de grond waarop de doorbetaling geheel of ten dele werd gestaakt, zich niet meer voordoet.
Hoofdstuk VIIA van het Ambtenarenreglement is van overeenkomstige toepassing op de functionaris, met dien verstande dat daar waar in de tekst burgemeester en wethouders staat vermeld, dit gelezen dient te worden als raad.
Artikel 10 Verhuis- en verplaatsingskosten
Aan de functionaris wordt een tegemoetkoming in de kosten van het dagelijks heen en weer reizen tussen zijn woonplaats en de plaats van tewerkstelling verleend overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens artikel 5a van het Besluit kostenvergoedingen, met dien verstande dat daar waar in de tekst burgemeester en wethouders staat vermeld, dit gelezen wordt als raad.
De functionaris die op medisch advies in het belang van zichzelf, zijn partner of zijn eigen, stief- of pleegkinderen verhuist en in de kosten van die verhuizing niet krachtens enige wettelijke regeling een tegemoetkoming ontvangt, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuiskosten, als deze verhuizing plaatsvindt binnen één jaar nadat de medische noodzaak daartoe is ontstaan. De raad kan in bijzondere gevallen afwijken van deze termijn.
Artikel 11 Studie en gratificatie
Artikel 18 van het Ambtenarenreglement en het Gratificatiebesluit ambtsjubilea 1974 zijn op de functionaris van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat, daar waar burgemeester en wethouders staat vermeld, dit gelezen wordt als raad.
De functionaris kan via de voorzitter van het Presidium aan de raad vrijstelling vragen van de plicht toestemming te vragen voor het gebruik van de eigen auto voor het maken van dienstreizen.Vergoeding van de kosten geschiedt op declaratiebasis. De functionaris kan declaraties indienen bij de salarisadministratie van de Rekenkamer, respectievelijk het bureau van de gemeentelijke ombudsman.
De functionaris is bevoegd binnen diens begroting beschikbare budget uitgaven te doen en verplichtingen aan te gaan ten behoeve van de uitvoering van zijn taken. Vergoeding van eventuele overige kosten geschiedt conform het gestelde in het Besluit kostenvergoedingen op declaratiebasis. De functionaris kan declaraties indienen bij de salarisadministratie van de Rekenkamer, respectievelijk het bureau van de gemeentelijke ombudsman.
Artikel 13 Hoorplicht bij ontslag
Behoudens bijzondere omstandigheden wordt ongevraagd ontslag niet verleend of blijft herbenoeming niet achterwege dan nadat de functionaris in de gelegenheid is gesteld, desgewenst bijgestaan door een raadsman, door of vanwege de raad te worden gehoord.
Artikel 14 Uitkering na ontslag
Indien de functionaris wordt ontslagen in gevallen bij de wet bepaald en in ieder geval ook:
omdat hij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen, heeft hij met ingang van de datum van zijn ontslag dan wel met ingang van de dag volgende op die waarop de termijn van benoeming eindigt, recht op een uitkering overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 2 van de Wachtgeld- en uitkeringsverordening 1996.
Indien de functionaris wordt ontslagen of niet wordt herbenoemd omdat hij:
bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld, bestaat geen recht op uitkering overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 2 van de Wachtgeld- en uitkeringsverordening 1996.
Artikel 15 Rechten gewezen functionaris
Voor zover deze verordening daarin niet voorziet, zijn op de gewezen functionaris de bepalingen ten aanzien van de positie van de gewezen ambtenaar uit het Ambtenarenreglement van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de gewezen functionaris wordt geacht ambtenaar in vaste dienst te zijn geweest en dat daar waar in de tekst burgemeester en wethouders staat vermeld, dit gelezen wordt als raad.
Artikel 16 Nagelaten betrekkingen
Voor zover deze verordening daarin niet voorziet, zijn ten aanzien van de nagelaten betrekkingen van de functionaris de desbetreffende bepalingen van het Ambtenarenreglement van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat, daar waar in de tekst burgemeester en wethouders staat vermeld, dit gelezen wordt als raad.
Artikel 17 Onvoorziene situaties
In gevallen waarin deze verordening of de wetgeving waarop deze is gebaseerd niet of niet genoegzaam voorziet, beslist de raad.
De volgende wijzigingen in de rechtspositie van het personeel zijn tevens van toepassing op de functionaris:
Gemeenteblad 1992, nr. 34, artikelen II t/m V, met ingang van 1 juli 1990 (gewijzigde regeling voor bezoldiging tijdens militaire dienst);
Gemeenteblad 1993, nr. 16, met ingang van 1 mei 1993 en 1 juni 1993 (gewijzigde opbouw van vakantie tijdens ziekte en definitie van werktijd bij deelname aan seniorenregeling);
Gemeenteblad 1993, nr. 85, artikel XV, met ingang van 1 januari 1994 (aanspraak op schadeloosstelling e.d. in niet elders voorziene gevallen);
Gemeenteblad 1994, nr. 99, met ingang van 1 juli 1994 (invoering van de spaarloonregeling);
Gemeenteblad 1994, nr. 166, artikelen II t/m V, met ingang van 1 april 1993 en 1 januari 1994 (omzetting van IZA Zuid-Holland in IZA-Nederland);
Gemeenteblad 1995, nr. 21, met ingang van 15 april 1996 (invoering van de Wet op de ondernemingsraden);
Gemeenteblad 1995, nr. 137, met ingang van 1 januari 1996 (aanpassing van de gemeentelijke regeling aan de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardeninvoering m.b.t. de WAO-conforme regeling).
In de tekst van de in het eerste lid genoemde Gemeentebladen wordt, daar waar in de tekst burgemeester en wethouders staat vermeld, dit gelezen als raad.
Bijlage behorende bij de Verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman en directeur Rekenkamer Rotterdam 2006
Op basis van artikel 5, vijfde lid, van de verordening wordt de bezoldiging van de plaatsvervangend functionarissen als volgt vastgesteld.
De hoogte van de bezoldiging voor de plaatsvervangend gemeentelijke ombudsman is vastgesteld op salarisklasse 14, genoemd in bijlage B.1 behorende bij het Bezoldigingsbesluit 1993.
De bezoldiging wordt door de gemeentelijke ombudsman nader vastgesteld.’
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 januari 2009.
De maximale hoogte van de bezoldiging voor de plaatsvervangend directeur Rekenkamer Rotterdam is vastgesteld op salarisklasse 15, genoemd in bijlage B.1 behorende bij het Bezoldigingsbesluit 1993. De bezoldiging wordt door de directeur Rekenkamer Rotterdam nader vastgesteld.