Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling Maatwerksubsidie Woningverbetering Rotterdam 2005 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Maatwerksubsidie Woningverbetering Rotterdam 2005 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | 2005-68 |
Geen.
Verordening Algemene Subsidievoorwaarden 2001, art. 5, lid 1
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-06-2005 | nieuwe regeling | 14-06-2005 Gemeenteblad 2005-68 | Voorstel van de directeur van de Dienst dS+V, Beleid BWV 142398 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
Gelezen het voorstel van de directeur van de Dienst dS+V, Beleid BWV 142398;
overwegende dat het gewenst is nadere uitvoeringsregels te stellen aan het verlenen van subsidies ten behoeve van woningverbetering in vooroorlogse stadswijken;
gelet op artikel 5, eerste lid, van de Verordening Algemene Subsidievoorwaarden 2001;
vast te stellen de hierna volgende Uitvoeringsregeling Maatwerksubsidie Woningverbetering Rotterdam 2005
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
Artikel 5: Gefaseerde uitvoering
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat zowel het treffen van de voorzieningen als het uitbetalen van de subsidie gefaseerd plaatsvindt.
Hoofdstuk 4 Nadere procedurele bepalingen
Artikel 9: Nadere voorwaarden bij het verlenen van een subsidiebeschikking
Vanaf het moment van vaststellen van de voorlopige subsidiebeschikking mag niet worden overgegaan tot verkoop van de eenheid. Dit geldt tot aan het moment van de definitieve vaststelling van de subsidie conform de bepaling van deze uitvoeringsregeling, tenzij voor een zodanige verkoop vooraf door burgemeester en wethouders toestemming is verleend.
Artikel 11: Gereedmelding en controle van de werkzaamheden
Subsidie wordt slechts uitbetaald onder voorwaarde dat:
De aanvang van het treffen van de voorzieningen vooraf schriftelijk wordt gemeld bij burgemeester en wethouders met dien verstande dat deze melding, en dienovereenkomstig de start van het treffen van de voorzieningen, niet eerder plaatsvindt dan nadat het plan van uitvoering, inclusief een planning in de tijd van het treffen van de voorzieningen, door burgemeester en wethouders schriftelijk is goedgekeurd;
Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen
Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze Uitvoeringsregeling Maatwerksubsidie Woningverbetering Rotterdam 2005 naar het oordeel van burgemeester en wethouders zou leiden tot een onredelijk besluit kunnen zij afwijken van het bepaalde in deze regeling.
De Secretaris,
A.H.P.van Gils
De Burgemeester,
I.W.Opstelten
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 15 juni 2005
Doel van deze regeling is verkrotting van vooroorlogse stadswijken tegen te gaan door investeringen in particuliere panden af te dwingen.
Structuur nieuwe subsidiemethodiek:
De bijgevoegde uitvoeringsregeling is een raamwerk om maatwerk te ontwikkelen per locatie, zo veel mogelijk binnen de spelregels van de particuliere woningverbetering. De regeling is een uitvoeringsregeling waaraan per locatie een programma van eisen gehangen kan worden dat toegesneden is op die bepaalde plek / woningvoorraad en het daar beschikbare budget.
Om maatwerk per locatie mogelijk te maken is gekozen voor een subsidieregeling die uit drie delen bestaat:
Allereerst twee basisregelingen
De Uitvoeringsregeling Maatwerksubsidie Woningverbetering Rotterdam 2005:
Bijgevoegde Uitvoeringsregeling Maatwerksubsidie Woningverbetering Rotterdam 2005 is een uitwerking van artikel 5 van de Verordening Algemene Subsidievoorwaarden (VAS) 2001.
Doel van deze uitvoeringsregeling is:
het mogelijk maken van maatwerk. Per locatie geldt een wisselend programma van eisen als voorwaarde van subsidie. Dit in tegenstelling tot de huidige particuliere woningverbetering, waar gewerkt wordt met een algemeen programma van eisen (het programma van eisen casco zoals dat is vastgesteld samen met subsidieverordening particuliere woningverbetering 2000).
In beginsel worden binnen deze regeling 4 uitvoeringsniveau’s onderscheiden. Voor de niveaus 1, 2 en 3 geldt dat ze, tegelijk met het aanwijzen van adressen waarop deze regeling van toepassing is, door het college van burgemeester en wethouders zullen worden gekoppeld aan een programma van eisen dat op maat gemaakt is voor die bepaalde adressen.
Uitvoeringsniveau 1: Achterstallig onderhoud. Het betreft werkzaamheden, voortvloeiend uit het aanschrijvingsvrij maken van de woningen, die uitgevoerd moeten worden. Uitvoering van deze werkzaamheden is voorwaarde voor het in aanmerking komen voor de subsidie. Door middel van een aanschrijving op basis van de Woningwet worden eigenaren verplicht tot het uitvoeren van de vereiste voorzieningen.
Uitvoeringsniveau 2: Minimaal vereiste basispakket woningkwaliteit. Eigenaren worden verplicht de maatregelen die vallen binnen dit kwaliteitsniveau uit te voeren. Er wordt subsidie beschikbaar gesteld voor het treffen van de vereiste voorzieningen. Het betreft maatregelen die een basis woonkwaliteit garanderen na de ingreep. Deze maatregelen zijn onder te verdelen in 4 groepen maatregelen.
Uitvoeringsniveau 3: Verbetering woningkwaliteit. Hieronder vallen maatregelen die de woningkwaliteit op een hoger niveau brengen, verdergaand dan het minimaal vereiste basisniveau, binnen de bestaande woning. Deze maatregelen zijn niet verplicht maar aanbevolen. Er wordt subsidie beschikbaar gesteld voor het treffen van deze voorzieningen.
Uitvoeringsniveau 4: Plattegrondverbetering / verbetering woningtypologie. Hieronder vallen maatregelen die de woning, of de buitenruimte bij de woning vergroten of de ontsluiting van de woning verbeteren. De eigenaar kan er voor kiezen deze maatregelen uit te voeren, dit is niet verplicht.
De uitvoeringsregeling is opgesteld als raamwerk om maatwerk per locatie mogelijk te maken. Wanneer een bepaald type voorraad met de bovenstaande onderverdeling van voorzieningen in uitvoeringsniveau’s niet optimaal gediend is, moet de vrijheid genomen worden om een andere, passender groepering van voorzieningen op te stellen. Zo is het bijvoorbeeld denkbaar dat een bepaald gebrek bij bijna alle eenheden op een locatie voorkomt. Als het treffen van voorzieningen om dit gebrek te verhelpen zodanig veel kosten met zich meebrengt dat het eigenaren in financiële moeilijkheden kan brengen en de uitvoerbaarheid van het plan in gevaar brengt, kan overwogen worden dit mee te nemen in de subsidieabele maatregelen. Ook al betreft het een maatregel aan het casco die voortkomt uit achterstallig onderhoud en is het gebrek aanschrijfbaar.
: Doelgroep van de subsidie zijn alle eigenaren van eenheden in de vooroorlogse stadswijken, voorzover deze zijn aangewezen voor subsidie. Toegelaten instellingen vallen buiten deze regeling omdat die, bij een verbeterstrategie voor een buurt, vaak op een andere manier zijn betrokken en via andere bronnen worden gesubsidieerd in het traject. Ook is hun rol in het traject vaak anders. Zo kan het zijn dat een corporatie in een verbetertraject is gevraagd woningen aan te kopen, te verbeteren en te verkopen en zijn hierover gebiedsgerichte afspraken gemaakt waarin is vastgelegd hoe de financiële risico’s zijn verdeeld over gemeente en corporaties.
: Met uitzondering van de hotspots, ligt de tijd van grote subsidiestromen steeds meer achter ons. De aanpak van de vooroorlogse stadswijken buiten de hotspots zal steeds meer worden gefinancierd in plaats van
gesubsidieerd met prestatiesubsidie. Dit artikel maakt een omslag mogelijk.
: In de algemene toelichtingstaat is omschreven dat deze regeling een raamwerk is voor maatwerk per locatie. In artikel 4 en 7 staat omschreven wat in de maatwerkuitwerking geregeld moet worden om aan de slag te kunnen.
: In het tweede lid wordt met redelijk bedoeld dat namens burgemeester en wethouders een gecertificeerd kostentoetser de kosten beoordeeld. Deze stelt vast of de kosten geraamd voor de werkzaamheden redelijk genoemd mogen worden.