Organisatie | Moerdijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Erfgoedverordening gemeente Moerdijk |
Citeertitel | Erfgoedverordening gemeente Moerdijk |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 12, 14, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-07-2012 | 01-01-2015 | Onbekend | 28-06-2012 Moerdijkse Bode week 29, 2012 | Onbekend |
De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 28 juni 2012
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 april 2012
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 12, 14, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
Deze verordening verstaat onder:
onderzoek, in een schriftelijke rapportage vastgelegd, naar de bouwgeschiedenis, de bouwhistorische kwaliteit en de monumentale waarde van een monument zoals aangegeven in de leidraad voor praktijkgericht bouwhistorisch onderzoek, opgesteld door de Rijksdienst voor Monumentenzorg (nu genaamd Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed);
programma dat door het college wordt vastgesteld en waarmee kaders worden gesteld voor het ontwerp en de uitvoering van archeologisch onderzoek. Inclusief een plan van aanpak dat weergeeft hoe een archeologische uitvoerder de vragen zoals omschreven in het programma van eisen denkt te gaan beantwoorden;
Artikel 2 De schriftelijke aanvraag
Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2. Besluit omgevingsrecht (Bor) voor een vergunning en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden moeten in 2-voud, bij het college, wordeningediend.
Hoofdstuk 3. Aanwijzing gemeentelijke monumenten
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument ontvangt, tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 11 van deze verordening plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 14 tot en met 19 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.
Artikel 10 Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van deze verordening wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
Hoofdstuk 4. Instandhouding van gemeentelijke monumentale zaken
Artikel 15 De schriftelijke aanvraag
Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2. Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 14 van deze verordening en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden moet in 2-voud, bij het college, worden ingediend.
Hoofdstuk 6 Instandhouding van archeologische terreinen
Artikel 21 Instandhoudingbepaling
Het verbod in lid 1 is niet van toepassing indien;
het college nadere regels stelt met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden die leiden tot een verstoring van een archeologisch monument of archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op gemeentelijke archeologische waardenkaart of de gemeentelijke beleidsadvieskaart, dan wel bij het ontbreken daarvan,de Cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Noord-Brabant of de landelijke Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden;
Hoofdstuk 7 Overige bepalingen
Artikel 24 Tegemoetkoming in schade
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het bevoegd gezag hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen tegemoetkoming toe, indien de schade in relatie staat tot:
Degene, die handelt in strijd met het derde lid van artikel 14 en artikel 21 met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid, onder e, van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de personen die zijn aangesteld als Buitengewoon Opsporingsambtenaar van de gemeente Moerdijk. Voorts zijn met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.